H3: Genetic control of Protein synthesis, Cell Function, and Cell Reproduction Flashcards
Hoe noemen we het hele proces van transcriptie en translatie?
genexpressie
Sommige van de eiwitten die gesynthetiseerd worden zijn structuureiwitten maar de meeste zijn?
enzymen, welke specifieke processen katalyseren.
Waaruit is DNA opgebouwd? (3)
(1) fosforzuur, (2) desoxyribose, (3) Stikstofbasen (adenine, guanine, thymine en cytosine).
Hoe is de dubbele helix opgebouwd?
Desoxyribose en fosforzuur vormen de twee strengen van de dubbele helix. De stikstofbasen liggen hiertussen.
Wat is de opbouw van een nucleotide?
1 molecuul fosforzuur + 1 molecuul desoxyribose + 1 stikstofbase
Hoeveel verschillende DNA nucleotides kunnen er gevormd worden en hoe worden ze ook wel genoemd?
vier, worden ook wel desoxyribonucleotiden genoemd.
Hoe worden de dubbele helix strengen bij elkaar gehouden?
door waterstofbindingen tussen de purine (A, G) basen en pyrimidine (T, C) basen. Adenine is altijd gebonden met Thymine, Guanine is altijd gebonden met cytosine.
Wat is er met de waterstofverbindingen tussen de dubbele helix strengen aan de hand?
Deze liggen vrij los, waardoor de strengen vrij makkelijk uit elkaar te halen zijn. Dit gebeurt ook veel tijdens de normale celfunctie.
Hoe wordt de sequentie van aminozuren in een te synthetiseren eiwit bepaald?
wanneer de strengen loskomen van elkaar, liggen de stikstofbasen vrij, drie hiervan zullen vervolgens de sequentie van de aminozuren bepalen.
DNA ligt in de celkern, maar de meeste celfuncties vinden plaats in het cytoplasma. Hoe wordt de informatie van het DNA over het kernmembraan verplaatst?
via RNA, dit wordt gevormd uit DNA tijdens transcriptie.
Wat gebeurt er tijdens transcriptie?
Tijdens transcriptie scheiden de twee strengen DNA, waarbij één als template wordt gebruikt en er een (bijna) kopie van de andere streng ontstaat.
wat is een codon?
drie stikstofbasen van RNA
Waarin verschilt de opbouw van RNA t.o.v DNA? (2)
1 - desoxyribose is vervangen door ribose (een net iets anders suiker).
2 - Thymine is vervangen door uracil (een ander pyrimidine).
Hoeveel verschillende RNA nucleotiden zijn er?
vier, zelfde als DNA maar dan eentje met uracil i.p.v thymine.
wat zijn nucleotiden?
de bouwstenen waaruit DNA en RNA zijn opgebouwd.
Welk enzym is essentieel voor het transcriptie proces?
RNA polymerase.
Wat doet RNA polymerase?
Activeert de RNA nucleotiden door twee extra fosfaatgroepen toe te voegen, om zo trifosfaten te maken. Hiervoor is ATP nodig.
Waar dienen de fosfaatbindingen in RNA nucleotiden voor?
De energie die is opgeslagen in deze bindingen wordt gebruikt om een nieuwe RNA nucleotide te binden aan een oude.
Wat is de promoter?
een sequentie nucleotiden in het DNA, vlak voor het gen dat getransleerd moet worden, waaraan RNA polymerase kan binden.
Wat gebeurt er vlak na de binding van RNA polymerase aan DNA?
zorgt voor het afrollen van 2 windingen DNA en splitsing van de strengen in dit deel.
RNA polymerase beweegt over de DNA streng en blijft deze afrollen en splitsen. Hoe wordt er tijdens het bewegen telkens een nieuwe geactiveerde nucleotide toegevoegd? (2)
1 - formatie van een waterstofbinding tussen de DNA nucleotide en RNA nucleotide.
2 - losbreken van twee fosfaatgroepen van de RNA nucleotide. De energie die hierbij vrijkomt wordt gebruikt voor een covalente binding tussen de laatste fosfaatgroep en al aanwezige ribose.
Wat is de chain-terminating sequence?
specifieke sequentie DNA nucleotiden aan het eind van het te transleren gen, hierdoor wordt zowel de RNA polymerase als de nieuwe RNA keten losgebroken van de DNA streng. De polymerase kan nu aan een andere promotor binden om opnieuw te beginnen.
Hoe komt het dat de nieuwe gevormde RNA streng (na transcriptie) wordt weggeduwd en vrij komt te liggen in het nucleoplasma?
De waterstofbindingen tussen de RNA en DNA streng zijn zwakker dan die tussen de 2 DNA strengen.
Wat wordt er tijdens transcriptie gevormd?
Een RNA streng die complementair is aan de DNA streng.
Niet elk type RNA wordt gebruikt voor de synthese van eiwitten. Sommige typen zijn belangrijk bij genregulatie, of posttransciptionele modificatie van RNA. Wat zijn de belangrijkste types? (6)
1 - Precursor messenger RNA (pre-mRNA) 2 - Small nuclear RNA (snRNA) 3 - Messenger RNA (mRNA) 4 - Transfer RNA (tRNA) 5 - Ribosomaal RNA 6 - MicroRNAs (miRNAs)
Wat is precursor messenger RNA (pre-mRNA)?
een grote enkele streng RNA die in de nucleus wordt omgezet in mRNA. Het grote verschil is dat pre-mRNA nog intronen en exonen bevat, en mRNA alleen exonen.
Wat is de functie van small nuclear RNA (snRNA)?
belangrijk bij de splicing van pre-mRNA om mRNA te vormen.
Wat is de functie van messenger RNA (mRNA)?
beweegt vanuit het nucleoplasma naar het cytoplasma en bepaalt eiwit translatie.
Wat is de functie van transfer RNA (tRNA)?
transporteert geactiveerde aminozuren naar de ribosomen voor eiwitsynthese.
Wat is de functie van ribosomaal RNA?
vormt samen met 75 verschillende eiwitten de ribosomen, waarop de eiwitmoleculen gesynthetiseerd worden.
Wat zijn microRNAs (miRNAs)?
enkelstrengs RNA moleculen van ca. 22 nucleotiden lang, reguleren de gentranscriptie en -translatie.
Drie nucleotiden in mRNA vormen een … (1) wat correspondeert met … (2)?
(1) = codon
(2) = 1 aminozuur
Door hoeveel codons worden de meeste aminozuren gecodeerd?
meer dan één
Wat is de codering voor het startcodon?
AUG
Wat is de codering voor het stopcodon?
UAA, UAG, UGA
Een tRNA molecuul bestaat uit ca. 80 nucleotiden, gevormd in een soort klaverblad structuur. Wat bevindt zich aan het eind van deze streng?
Een adenine nucleotide, waarvan de hydroxylgroep van de ribose bindt met het aminozuur.
Waarin is tRNA specifiek?
kan specifiek 1 van de 20 aminozuren binden.
Wat is de functie van het anticodon?
tRNA triplet, complementair met codon van mRNA, wanneer passende binding plaatsvind laat tRNA het aminozuur los welke bind aan de groeiende eiwitketen.
Waaruit bestaat het ribosoom grotendeels?
rRNA (60%), hierop vindt eiwitsynthese plaats in samenwerking met tRNA en mRNA.
Van welke genen zijn veel duplicaten aanwezig?
Van de genen voor rRNA, er is namelijk veel rRNA nodig voor de celfunctie.
Waar wordt rRNA verzameld terwijl het gevormd wordt?
in de nucleolus.
In welke cellen is de nucleolus vaak groot?
In secretoire cellen, vanwege een grote hoeveelheid rRNA. Andersom geldt voor cellen met lage eiwitsynthese.