9.4 transplantaatafstoting en immuunsuppressie Flashcards

1
Q

zeg wat over overleving na niertransplantatie

A

nieren van levende donoren functioneren het langst

na 10 jaar
- levend 80% nieren functionerend
- overleden 67% nieren functionerend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

welke geneesmiddelen behoren tot de strandaard immuunsuppressie de eerste 3 maanden?

A

tacrolimus
prednison
mycofenolaat mofetil

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

typische verschijnselen ontstekingsreactie in latijn?

A

tumor (zwelling)
dolor (pijn)
rubor (roodheid)
functio laesae (gestoorde functie)
color (warmte)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

indeling en pathologie van rejectie?

A

verschillende indelingen
- op tijd ([hyper]acuut vs chronisch)
- op mechanisme (T cel gemedieerd [TCMR] vs antistof gemedieerd [ABMR])
- op locatie afwijkingen biopt (vasculair vs interstitieel)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat is de Banff classificatie?

A

soort afweerreactie wordt bepaald met het Banff systeem: pathologisch classificatie systeem

is het een t-cel of B-cel gemedieerde afweerreactie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

benoem kenmerken acute rejectie (TCMR= t cel gemedieerde afstoting) van niertransplantaat

A

karakteristieke afwijkingen in nierbiopt
- interstitieel infiltraat
- tubulitis
- vasculitis/ arteritis

indeling volgens BANFF
- IA: matig ernstige tubulitis
- IB: ernstige tubulitis
- IIa: elke vorm van vasculitis
- IIb: ernstige vasculitis
- III: transmurale vasculitis/ necrose

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

noem kenmerken acute rejectie (AMBR= antistof gemedieerde afstoting) bij niertransplantaat?

A

karakteristieke afwijkingen in nierbiopt
- glomerulitis
- peritubulaire capillaritis
- vasculitis/ arteritis
- complement 4d depositie

indeling volgens BANFF
- active ABMR: gomlerulitis of vasculitis (of endotheelschade of ATN)
- chronisch actieve ABMR (glomerulaire afwijkingen)

om van ABMR te spreken niet alleen histologische schade maar ook serologische (anti-HLA) en in toenemde mate ook gen-expressie producten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat zijn rejectiebehandelingen?

A

eerstelijnsbehandeling: hoge dosis corticosteroiden
- 3dgn methylprednisolon 500-1000 mg/dag

tweedelijnsbehandeling: anti t-cel therapie
- polyklonaal antilichaam anti thymocyten globuline (ATG)
- monoklonaal antilichaam (alemtuzumab)

behandeling bij ABMR is niet duidelijk
- bij aantoonbare antistoffen: plasmawisseling + IVIG (intraveneuze immunoglobuline)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

noem kenmerken ATG (anti thymocyten globuline)

A

werkzaam tegen T-cellen maar ook tegen andere cellen van het immuunsysteem

behandeling voor rejectie

via infuus, liefst centraal veneuze lijn, toedienen

behandeling 10-14dgn op geleidde van trombo’s/lymfo’s

veel acute reacties: koorts, rillingen, ziek, spierpijn, soms longoedeen, meningitis

ongeveer 1 jaar lang werkzaam

toename kans op infectie en kanker, vooral lymfomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

noem kenmerken alemtuzumab (campath 1H)

A

monoklonaal antilichaam tegen CD52 cellen op t cellen, b cellen, NK cellen, monocyten, macrofagen en dendritische cellen

gehumaniseerd antilichaam afkomstig van ratten

oorspronkelijk bedoeld tegen lymfatische leukemie

vaste dosis van 30 mg eenmaal of tweemaal

weinig bijwerkingen, soms koorts of lokale reactie

zeer potente langertermijneffecten, t cel depletie kan tot 36 maanden aanhouden
- verhoogd risico op infecties
- bij pt met MS zijn er meer auto-immuunfenomenen gezien (schildklier)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

noem kenmerken IVIG?

A

polyclonale antistof verkregen uit gepoold bloed ban donoren

op verschillende manieren werkzaam, precieze mechanisme onduidelijk

behandeling voor antistof gemedieerde rejectie

via infuus

behandeling1-2dgn 1g/kg (acute ABMR hogere doseringen)

soms reactie (koorts, rillingen, ziek, spierpijn)

enkele weken werkzaam, geen lange termijn bijwerkingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

benoem strategieen om rejectie te voorkomen

A

immunologische reactiviteit wordt door veel factoren bepaald, belangrijkste:

antigeniciteit van orgaan
- HLA matching
- ischemie reperfusieschade
- donor behandeling

activiteit van alloreactieve effector t cellen
- immuunsuppressiva
- leeftijd ontvanger
- bijspelende infecties (oa CMV)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly