8.2 intra-uteriene infectie en de gevolgen voor het kind Flashcards

1
Q

wat zijn voorbeelden van transplacentaire infecties?

A

listeria monocytogenes

toxoplasmose gondii

cmv

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat zijn voorbeelden van infecties die de foetus bereiken opstijgend of via vagina?

A

GBS

escherichia coli

herpes simplex

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat is TORCHES?

A

congenitale infecties zijn gerangschikt voa het acronym torches

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

waar staat torches voor?

A

toxoplasmose

other (HIV, parvovirus B19)

rubella

cytomegalovirus

herpes simplex virus

syphilis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat zijn klinische manifestaties van CMV (cytomegalovirus)?

A

0.2-1% pasgeborenen- congenitale CMV

  • veel symptomatisch
  • prematuritas (vroeggeboorte)
  • SGA (klein)
    -hepatosplenomegalie
  • petechiae/ purpura
  • icterus
  • neurologische afwijkingen (microcephalie, hypotonie, convulsies, periventriculaire verkalkingen)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat is lab CMV?

A

thrombocytopenie (te weinig bloedplaatjes)

geconjugeerde hyperbilirubinemie

verhoogde transaminasen (omdat lever is aagedaan)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

hoe gaat diagnostiek CMV?

A

PCR CMV in urine en speeksel

detectie van antistoffen

een positieve PCR voor de leeftijd van 21 dagen is bewijzend voor een congenitale infectie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

hoe behandel je CMV?

A

gaatvanzelf over dus behandeling is niet nodig

indicatie wel behandelen: chorioretinitis (ontsteking netvlies) en pneumonie.
je behandelt dan met ganciclovir

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wat is de morbiditeit van CMV?

A

symptomatische kinderen hebben 90% nog restverschijnselen

10% asymptomtische kinderen krijgen later restverschijnselen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat is HSV 1 en HSV 2?

A

herpes simplex virus

HSV-1 labialis (koortslip)
HSV-2 genitalis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

hoe verloopt HSV2 vooral en hoe gaat transmissie naar kind??

A

verloopt veelal asymptomatisch (60-80%) bij adolescenten en volwassenen

transmissie HSV-2 naar kind
- 50% true primary infection
- 30% primairy infection na HSV-1
- 2% recurrent infection

indien er sprake is van een primaire infectie bij de aanstaande moeder verloopt HSV infectie bij neonaat ernstiger doordat
- geen antistoffen
- hogere viral load

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wat zijn 3 klinische manifestaties van HSV?

A

gedissemineerde HSV (1e week)

CNS HSV (2e-3e week)

huid, ogen en mond (2e week)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wat is percentage dat huid, hersenen en longen zijn aangedaan bij gedissemineerde HSV in de eerste week ?
mortaliteiten morbiditeit

A

percentages da het aangedaan is
- 77% huid
- 69% hersenen
- 46% longen

mortaliteit: 60%
morbiditeit 44%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wat is percentage dat huid, hersenen en longen zijn aangedaan bij CNS HSV in de eerste week ?

A

percentages da het aangedaan is
- 63% huid
- 100% hersenen
- 4% longen

mortaliteit: 14%
morbiditeit 56%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

wat is percentage dat huid, hersenen en longen zijn aangedaan bij HSV (huid, ogen, longen) in de eerste week ?

A

percentages da het aangedaan is
- 84% huid
- 0% hersenen
- 3% longen

mortaliteit: 0%
morbiditeit 11%

(huid is niet altijd aangedaan)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

diagnostiek HSV

A

Tzanck-test huidlesie
- indien positief: multinucleaire reuscellen met intranuclaire insluitsels

PCR oropharynx

17
Q

behandeling HSV?

A

acyclovir

18
Q

wat zijn kenmerken van torches?

A

dysmaturiteit
microcephalie
hepatosplenomegalie
icterus
anemie/ thrombocytopenie

19
Q

wat zijn voorbeelden van postnataal verworven infecties (infecties die na de geboorte ontstaan/ na geboorte ziek worden)

A

conjunctivitis neonatorum

sepsis en meningitis

20
Q

wat is de oorzaak van conjunctivitis neonatorum en wat is het?

A

bij conjunctivitis neonatorum is er afscheiding uit de ogen waardoor de oogleden dichtplakken of verdikken

oorzaak
- chlamydia trachomatis
- neisseria gonorrhoeae

21
Q

wat is het klinisch beeld van sepsis en/of meningitis?

A

kreunen

slechte perifere circulatie/ grauw

temperatuursinstabiliteit

apnoes/ bradycardien

convulsies

weinig/ niet actief (stilletjes)

22
Q

wat zijn verwekkers van sepsis/ meningitis

A

b-hemolytische streptococ groep B

escherichia coli

oa listeria monocytogenes

23
Q

noem kenmerken van groep B streptokokken (GBS)?

A

belangrijkste verwekkers van perinatale infecties

prevalentie van GBS colonisatie in NL: 21%

24
Q

wat zijn klinische manifestaties van GBS early onset?

A

voorkomen: 75%

start: dag 0-6. 90% eerste levensdag

transmissie: verticaal (moeder op kind)

symptomen
- kreunen
- apnoea
- pneumonie
- shock
- sepsis
- meningitis (75%)

25
Q

wat is klinische manifestatie van GBS late onset?

A

voorkomen: 25%

onset: dag 7- 3 maanden
piek: 3-4 weken post partum

tranmissie: verticaal en horizontal (hygiene)

symptomen
- sepsis, meningitis (75%)

26
Q

hoe ziet X-thorax eruit bij GBS?

A

hetze;fde beeld als IRDS ( idiopathic respiratory distress syndrome)

27
Q

risicofactoren GBS?

A

vroeggeboorte <37 weken

tekenen van infectie bij moeder (sepsis)

langer dan 24 uur gebroken vliezen (PROM)

zware maternale kolonisatie (urineweginfectie)

vrouwen met eerder kind met GBS ziekte

28
Q

wat wordt gegeven als preventie bij aanwezigheid van de risicofactoren?

A

maternale profylaxe

29
Q

wat is mortaliteit en morbiditeit van GBS ziekten?

A

mortaliteit: 5-10%

morbiditeit 50% (meningitis)
- 15-20% ernstig
- 11% hydrocephalus
- 13% epilepsie