11.7 inleiding op psychiatrische beelden bij jonge kinderen Flashcards

1
Q

hoe gaat de ontwikkeling van een kind in de eerste 1000 dgn?

A

eerste 5 jaar grootste deel hersengroei

brein in die periode flexibel en plastisch

beste ingrijpen in deze periode, grootste rendement

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat zegt adverse child experiences (ACE) studie?

A

Als kinderen in vroege kindertijd nare dingen meemaken kunnen ze later in het leven gezondheidsproblemen krijgen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

welke factoren hebben ouders op kinderen (mbt psychiatrische ziektebeelden)

A

sensitiviteit
emotionele beschikbaarheid
zone van naaste ontwikkeling
goodness of fit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat is affect?

A

de zichtbare en hoorbare expressie van een emotionele reactie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat zijn stappen in de affectspiegeling?

A

markeren van het affect

interpreteren en representeren van affect

moduleren van het affect

expressie van emotionele respons of actie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat valt onder good enough parenting/ wat is een mismatch?

A

niet gemarkeerde, congruente en contingente reacties zijn een mismatcg

minimaal 30-50% matches is voldoende

belangrijk is reparatie na mismatch

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat zijn uitgangspunten voor ouderbegeleidingspositie?

A

verantwoordelijk zijn

ouderschap is kwetsbaar

ouder is consultvrager

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat is cumulatieve risicohypothese?

A

aantal stressoren meer voorspellend voor latere problemen dan 1 ernstige specifieke stressor

psychosociale factoren hebben grote impact op mentale gezondheid (bv armoede, verslaving, huiselijk geweld bij ouders)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wat zijn de diagnostische assen binnen de infant mental health?

A

I: klinische stoornissen
II: de relationele context
III: lichamelijke gezondheid
IV: psychosociale stressoren
V: ontwikkeling van competenties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat zin kenmerken van kinderen met autisme spectrum stoornis?

A

problemen met sociale communicatie

sensorische gevoeligheden

stereotiep of repetitief gedrag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat zijn 8 rode vlaggen binnen autisme spectrum stoornissen?

A

lacht niet naar anderen (va 12 mnd)

reageert niet wanneer hij/ zij wordt toegesproken (va 12 mnd)

brabbelt niet (va 12 mnd)

maakt geen gebaren (vanaf 12 mnd)

heeft geen interesse in andere mensen (vanaf 12 mnd)

maakt geen functioneel gebruik van woorden (va 18 mnd)

gebruikt geen 2 woord zinnen (va 24 mnd)

elk verlies van taal of sociale vaardigheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly