4.9 Locomotie Flashcards
1
Q
Wat is het verschil tussen wandelen en lopen?
A
- Spatiotemporele verschillen: De duty factor (steunfase/schrede) is bij wandelen meer dan 0,5 en bij lopen meer dan 0,5
- Kinematische verschillen: Bij wandelen is het steunbeen relatief stijf met een beperkte knieflexie. Bij het lopen is de knie niet alleen continu gebogen, maar is er ook een sterkere knieflexie. Thv. de enkel is er eenzelfde dorsaalflexie, maar bij het lopen is de plantairflexie minder.
- Dynamische verschillen: Bij wandelen zijn de potentiële en kinetische energie uit fase, terwijl deze bij lopen in fase zijn. De laagste positie bij wandelen is tijdens de dubbele steunfase, terwijl dit bij lopen tijdens de (mid)steunfase is.
2
Q
Welke spieren zijn actief tijdens de steunfase?
A
- m. gluteus medius trekt romp over steunbeen en de gluteaalspieren abducteren het zwaaibeen, samen met knieflexie door de hamstrings
- adductoren: balanceren zwaartepunt over steunbeen
- quadriceps: knie extensie door trekkracht patella
- dorsaalflexoren bij hielcontact en plantairflexoren bij afstoot
3
Q
Welke spieren zijn actief tijdens de zwaaifase?
A
- m. iliopsoas en m. rectus femoris: start zwaaifase
- adductoren en hamstrings: remmen zwaaifase af
- dorsaalflexoren: toe-clearance