2.6 Bevloeiing en drainage Flashcards
Wat is de axilla?
De ruimte waar de arm op de schouder aansluit. Het bevat een neurovasculaire bundel met de v. subclavia (voorste scalenuspoort) en de a. subclavia (achterste scalenuspoort).
Welke arteries takken af van de a. subclavia?
a. vertebralis
a. thoracica interna
truncus thyreocervicalis: a. suprascapularis en a. transversa colli
truncus costocervicalis: a. intercostalis suprema
Welke arteries takken af van de a. axillaris?
a. thoracica superior
a. thoraco-acromialis: r. clavicularis, pectoralis, deltoideus, acromialis
a. thoracica lateralis
a. subscapularis: a. thoracodorsalis en a. circumflexa scapulae
a. circumflexa humeri posterior en anterior
Welke arteries takken af van de a. brachialis?
a. profunda brachii: a. collateralis radialis en media
a. collateralis ulnaris superior en inferior
a. radialis en a. ulnaris: a. interossea communis, anterior en posterior
Hoe wordt het bovenste lidmaat gedraineerd?
Oppervlakkige venes:
- v. cephalica en v. basilica
- v. mediana cubiti
Diepe venes: lopen mee met de arteries
Hoe gebeurt de lymfedrainage in het bovenste lidmaat?
Radiale zijde naar lnn. axillares (oksel)
Ulnaire zijde naar lnn. cubitales (elleboog)
Lymfevaten lopen mee met oppervlakkige en diepe venen en arterieën om te draineren in de angulus venosus dexter en sinister.