3.2 De wervelkolom Flashcards
Wat kan excentrisch geplaatste belasting veroorzaken?
Veroorzaakt een buigmoment en dus vervorming van de wervelzuil (structureel en functioneel):
- lordosis: extensie rotatie
- kyphosis: flexie rotatie (gibbus)
- scoliose: lateraalflexie rotatie
Bespreek de vertebrae cervicales.
Klein corpus, driehoekig foramen, gevorkte proc. spinosus, foramen transversarium
- zygapophyses lopen schuin achterwaarts (lateraalflexie gekoppeld met rotatie)
Wat gebeurt er bij een whiplash?
Hyperflexie of overextensie cervicale wervels, waardoor de cervicale lordose verloren gaat. Er ontstaan letsels aan spier, pees en/of ligamenten (soms gepaard met dislocatie) met als gevolg een chronische instabiliteit.
Bespreek de vertebrae thoracicae.
Hartvormig corpus, rond foramen, foveae costales, lange proc. spinosus
- zygapophyses lopen bijna verticaal (rotatie beperkt door borstkas)
Bespreek de vertebrae lumbales.
Groot corpus, klein driehoekig foramen, lange proc. transversus (accessorii, mammillaris, costiformis)
- zygapophyses zijn parasagittaal en concavo-convex (beperkte flexie, extensie)
Wat zijn variaties in de opbouw van de wervelkolom?
Halsribben
Lendenribben
Sacralisatie (lumbale wervel wordt sacraal)
Lumbalisatie (sacrale wervel wordt lumbaal)
Wat zijn tussenwervelschijven?
= beschermende schokdempers tussen vertebrae (27 disci, want niet tussen C1-2 en coccygis)
- nucleus pulposus: gelatineus (hydraulische buffer)
- annulus fibrosus: concentrische lagen met verschillende vezeloriëntatie
Wat gebeurt bij een hernia?
= barst of ruptuur van annulus fibrosus waardoor de nucleus pulposus uitlekt en drukt op de spinale zenuw of ruggenmerg. Dit leidt tot pijn in een typisch radiculair patroon. (posterolateraal onder en lateraal boven)
Wat gebeurt bij een wervelkanaalstenosis?
= vernauwing van het wervelkanaal door een hernia of hypertrofie lig. flavum waardoor ruggenmerg en zenuwen gekneld worden.
Bespreek de juncturae zygapophyseales.
= synoviale gewrichtjes tussen aanliggende vertebrae (articulatie proc. articularis superior met inferior)
- beperken beweging wervelzuil
- omgeven door kapsel (lig. flavum) met intra-articulaire disci
Bespreek de ligamenten die de wervelzuil stabiliseren.
Ligg. longitudinale anterius (steviger) en posterius onder pre-tensie
Lig. flavum: gele elastische vezels (15% pre-tensie)
Ligg. interspinalia (dun, schuin) en supraspinale (stevig, vezelig)
Ligg. intertransversaria (momentarm tov. fulcrum)
Wat zijn de functies van de ligamenten?
- transfer van trekkrachten tussen wervels
- aanhouden statische posities
- versterken annulus fibrosus
- beschermen wervelkolom binnen fysiologisch bewegingsbereik en in traumatische range
Bespreek de bevloeiing en de drainage van de wervelkolom.
Bevloeiing:
- aa. spinales anterior en posteriores: ruggenmerg
- a. vertebralis en a. cervicalis profunda: nekspieren
- rr. dorsales (aa. intercostales post.), a. subcostalis en aa. lumbales: rugspieren
Draiinage (kleppenloos, anastomose)
- vv. spinales anterior en posteriores
- vv. radicularia
- plexus venosus vertebralis internus en externus
Wat zijn de onderdelen van de costovertebrale gewrichten?
Gewrichtskapsel en ligg. costovertebralia
De borstkas zorgt voor een toename van axiale stabiliteit en stijfheid van de wervelkolom.