3A1 Week 5 HC 3 Flashcards
Secundaire preventie van ziekten
Screening
Prenatale screening
Onderzoek van de moeder naar foetale afwijkingen
- Het doel van prenatale screening is niet zoveel mogelijk afwijkingen detecteren, maar wel om betrokkenen in staat te stellen tot het maken van een voor hen zinvolle, weloverwogen keuze
- Prenatale screening valt zowel onder de WBO als WGBO
Indicatie prenatale screening
- Eerder kind met een structurele (lichamelijke) afwijking (zonder genetisch aangetoond oorzaak)
o Geavanceerd ultrageluidsonderzoek type 1 (GUO1) - Eerder kind met genetische aandoening (invasieve prenatale diagnostiek, NIPT)
Abortus
Mag tot 24 weken > sociaal of medische indicatie
Prenatale diagnostiek
- Gericht onderzoek naar afwijkingen bij de foetus bij a priori verhoogd risico
- Onderzoek nadat bij prenatale screening (of bij opportunistische onderzoek of routine echoscopie) een afwijkingen wordt vermoed
> Genotypering: met foetaal of placentair materiaal → via invasieve prenatale diagnostiek
> Fenotypering: echo diagnostiek van de foetus (GUO) of MRI van de foetus
Redenen prenatale diagnostiek
- Vaststellen obstetrisch beleid → plaats van de partus, wijze van bevallen
- Vaststelling neonataal beleid
- Terminering zwangerschap
Omvang prenatale screening
Anamnese - 13w echo - 20w echo
- SEO = structureel echografische onderzoek
- NIPT = non-invasieve prenatale test
NIPT
= non-invasieve prenatale test
- Screening op syndroom van Down, Edwards en Patau → combinatietest (wordt tegenwoordig in Nederland niet meer gedaan)
In het maternale bloed gekeken naar DNA waarin afwijkingen gevonden kunnen worden
- Deze test kijkt niet naar foetaal DNA, maar dus naar het placentair DNA en maternaal DNA
SEO
= structureel echografische onderzoek
- Screening op structurele afwijkingen in het eerste trimester → eerste trimester SEO
- Screening op structurele afwijkingen in het tweede trimester →tweede trimester SEO
Indicatie prenatale diagnostiek
- Verhoogde kans op een foetus met een bekende genoomafwijking, op basis van
a. Een eerdere zwangerschap met een foetus met een genoomafwijking
b. Een maternale of paternale genetische aandoening of dragerschap
c. Maternale of paternale structurele chromosoomafwijkingen - Verhoogde kans op foetale chromosoomafwijkingen na een afwijkende non-invasieve prenatale diagnostiek
- Afwijkingen gevonden bij geavanceerd ultrageluidsonderzoek (inclusief een verdikte nekplooi2 3,5 mm in het eerste trimester)
- Tweemaal mislukte NIPT op basis van te lage placentaire fractie
- Wanneer eerder al weefsel via invasieve prenatale diagnostiek is verzameld (dit kan dan gebruikt worden voor diagnostiek)
- Zwangerschappen die tot stand zijn gekomen na ICSI
- Zwangerschappen die tot stand zijn gekomen na pre-implantatie genetische diagnostiek
- In bijzondere omstandigheden na counseling in een centrum voor prenatale diagnostiek
Mogelijkheden prenatale diagnostiek
- Foetale MRI
- Echodiagnostiek (geavanceerd ultrageluid onderzoek → GUO)
- NIPD → non-invasieve prenatale diagnostiek
- Invasieve diagnostiek:
o Vlokkentest: transcervicaal <> ransabdominaal
o Vruchtwaterpunctie (amniocentese): transabdominaal
o Navelstrengpunctie (cordocentese): wordt weinig toegepastTri
Trisomie 21
Syndroom van Down
5p deletie
SCA = structural chromosome abnormality
Trisomie 7
Rare autosomal trisomy
Complex chaotisch patroon
Van veel chromosomen fragmenten te veel of te weinig is mogelijk een moederlijke maligniteit