3A1 Week 5 HC 2 Flashcards

1
Q

Zwangerschapsduur

A

Vanaf de laatste menstruatie
= embryo +2 weken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Foetus week 4

A

minimens

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Foetus week 4-8

A

organogenese

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wanneer foetus levensvatbaar

A

20-24 weken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Schaal embryogenese

A

0.1-10mm

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Verloop embryogenese

A

Zona pellucida > blastocyt > implantatie > geïmplanteerde embryo> embryo (44d) > organogenese > foetus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Week 1

A

= eicel tot blastocyt
30 uur na de bevruchting bestaat de vrucht uit twee cellen met de zona pellucida eromheen
- Start klievingsdelingen
- Na 3 dagen, 16 cellig, braamvormige morula
- Na 4-5d = blastocyt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Blastocyt

A

Buitenlaag = trofoblast (synctiotrofoblast, zorgt voor innesteling)
Inner cell mass = embryoblast (hieruit ontstaan embryo en extra-embryonale vliezen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Week 2

A

= innesteling, aanleg 2-lagige kiemschijf en extra-embryonale vliezen
- Er wordt een tweelagige kiemschijf aangelegd die uit ecto- en endoderm bestaat
- Het primitieve ectoderm noemen we ook wel de epiblast en het endoderm de hypoblast
- Continu met holtes die eromheen liggen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Holte 1

A

= amnionholte
> vormt de extra-embryonale huid

Vormt de ruimte om de foetus gevuld met vruchtwater
De vruchtzak is een vroege echografische aanduiding dat een vrouw zwanger is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Holte 2

A

= dooierzak
> vormt de extra-embryonale darm
> dooierzak verbonden aan de allantois > vormt uitwendige blaas en cloaca

Verdwijnt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Holte 3

A

= chorionholte
> embryonaal coeloom
> ontstaan in mesoderm laag

Verdwijnt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Ontstaan placenta en navelstreng

A

Uit extra-embryonale mesoderm

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Tweelingen di-zygoot

A

67%
2 chorions, 2 amnions

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Tweelingen mono-zygoot

A

33%
2 chorion, 2 amnions (33)
1 chorion, 2 amnions (67)
1 chorion, 1 amnion (1)

Splitsing in nog later stadium kan leiden tot Siamese tweeling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Week 3

A

= van ellipsvormige schijf tot bouwplan
- Bouwplan bestaat uit: neurale buis, notochord, somieten, kieuwbogen, het hart- en vaatstelsel en de primitieve darm (na einde week 4 af)
- Kiemschijf wordt drielagig

1) Epitheel-mesenchym transformatie
2) Instulping

Ook kromming embryo in saggitale vlak

17
Q

Kromming embryo

A

Paddestoelvormig
- Tijdens deze kromming ontstaat de primitieve darm en ontstaat de navelstreng
- Hartgebied en het caudale gebied (allantois) blijven op dezelfde plaats
- Door het krommingsproces worden de borst- en buikwand gevormd

18
Q

1) Epitheel-mesenchym transformatie

A
  • Aan de achterkant embryo, in primitiefstreek
  • Verlies epitheliale verband > cellen groeien naar binnen > naar holte tussen epiblast en hypoblast > derde laag

Gastrulatie = caudaal, ontstaan verschillende soorten mesoderm (paraxiaal, intermediair, lateraal)

Neurale lijst = craniaal

19
Q

2) Instulping

A
  • Epitheliaal verband blijft behouden
  • Neurale buis gevormd uit de neurale plaat doordat cellen in deel van de epiblast voor de primitiefstreek (het neuroectoderm) zich specialiseren tot primitief zenuwstelsel
  • Via granulatie neurale lijst gevormd
20
Q

Op welke twee plekken blijft embryo twee lagig

A
  1. buccofaryngeale membraan (overgang van mond naar keel)
  2. cloacale membraan (overgang van anus naar darm en van de urethra uitgang naar binnen)
21
Q

Paraxiaal mesoderm

A

> somieten

22
Q

Mesoderm

A

> spieren, skelet, hart (lateraal), nieren (intermediair)

23
Q

Pariëtaal mesoderm

A

Weefsel rondom buikholte

24
Q

Visceraal mesoderm

A

Bindweefsel rondom darmen

25
Q

Endoderm

A

Darm, long, lever

26
Q

Ectoderm

A

Huid, zenuwstelsel

27
Q

Neuroectoderm

A

Ruggenmerg

28
Q

Notochord

A

lange kraakbenige staaf die zich aan de rugzijde van het menselijke embryo ontwikkelt

29
Q

Sclerotoom

A

ontwikkeling wervel

30
Q

Dermatoom

A

huidgebied dat wordt voorzien door sensibele zenuwen naar een specifieke zenuwknoop toe

31
Q

Myotoom

A

spier of spiergroep die geïnnerveerd wordt door één motorische zenuw of zenuwwortel

32
Q

Mesonephros

A

nier

33
Q

Einde week 4

A

bouwplan af
De neurale buis begint te sluiten (begint craniaal) en op de dooierzak ontstaan bloedeilandjes en bloedvaten.

Het ontwikkelingsstadium is te bepalen aan de hand van het aantal somieten

34
Q

Week 5-8

A

= organogenese
Tot week 8 is er sprake van een fysiologische hernia umbilicalis

Vanaf week 8 breekt de foetale periode aan, deze duurt tot en met week 38. Hierin vindt uitrijping en groei plaats. De iongrijping vindt pas laat plaats, deze bepaalt de levensvatbaarheid van de foetus

35
Q

Hernia umbilicalis

A

Opening buikwand bij navelstreng
Als de darmen in week 10 nog niet teruggetrokken zijn tot binnen de buikwand ontstaat een omfalocele

36
Q

Afwijkingen rond week 3/4

A
  1. Verstoring links-rechts as (situs inversus)
  2. Neurale buisdefecten
  3. Borst- en buikwanddefecten
37
Q

Verstoring links-rechts as

A

Situs inversus
= Gespiegeld ontwikkeld zijn van organen uit het maag-darmkanaal en het vasculaire stelsel
- Bij gastrulatie wordt deze as aangelegd
- De links cascade begint met draaiende trilharen aan de ventrale zijde van de knoop van Hensen. Hierdoor worden lefty2-genen aangezet in het zijplaatmesoderm van wat hierdoor de linkerzijde wordt
- Situs afwijkingen gaan vaak gepaard met trilhaar- en hartafwijkingen

38
Q

Neurale buisdefectei

A

Door niet sluiten neurale buis in 4e week
* Racis rigis: open ruggenmerg
* Anencephalie: open hersenen
* Spina bifida: open wervelkolom

39
Q

Borst-buikwand defecten

A

Door verstoorde kromming en uitgroei van de embryonale lichaamswanden
Dit kan leiden tot een open borstwand of gastroschisis (open buikwand).