3A1 Week 1 HC 1 Flashcards

1
Q

Eisen voor een stabiele populatie (aantal)

A

2,1 nakomeling per paar (vermeerderen en compenseren voor miskramen en zwangerschapsverlies)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Vruchtbaarheid/ fertiliteit (definitie + toelichting)

A

Het vermogen van een organisme om zich geslachtelijk voort te planten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Subfertiliteit (definitie + toelichting)

A

Verminderde vermogen om tot een zwangerschap te komen
- Soms kan een partner de subfertiliteit van de ander compenseren
- Soms is het een combinatieprobleem en lukt het bij nieuwe relatie wel

1 op de 6 paren voldoet hieraan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Infertiliteit (definitie + toelichting + voorbeelden)

A

Het absoluut onvermogen om een zwangerschap te bewerkstelligen
–> Azoöspermie (afwezigheid zaadcellen in sperma)
–> Annovulatie (niet ovuleren)
–> Afsluiting tuba fallopii (bovenste deel gang van Müler = eileider, verbinding uterus en ovarium)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Fecundity (definitie + toelichting)

A

Vermogen om een levend geboren kind op de wereld te zetten
- Hangt samen met duur fertiele fase en aantal beschikbare genen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Gemiddelde leeftijd waarop vrouw eerste kind krijgt

A

30,3 jaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoeveel verlies aan eicellen per menstruatie

A

1000 eicellen worden gebruikt, waarbij er 1 zich ontwikkelt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly