3A1 Week 4 HC 3 Flashcards

1
Q

Cervixcarcinoom

A

Baarmoederhalskanker

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Cervixcarcinoom symptomen

A
  • Bloedverlies
  • Abnormale afscheiding
  • Buikpijn
  • Geen: ontdekt bij screening (asymptomatisch)

De meeste gevallen van cervixcarcinoom zijn geassocieerd met een HPV-infectie > risicofactoren progressie naar kanker bij een HPV-infectie = gestoorde immuunstatus, roken en andere infecties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Cervixcarcinoom diagnostiek

A

Mensen komen na afwijkend uitstrijkje –> eerst uitsluiten of HPV virus aanwezig is

Met een colposcoop (soort vergrootglas) wordt naar bawat is het (aard, invasie), waar zit het lokaal (grootte), groeit het lokaal door?, zijn er afstand metastasenarmoedermond gekeken > zichtbaarheid weefselovergang + afwijkingen
- Biopt genomen van meest ernstige afwijking
- cytologie + histologie
- Vaststellen sprake is van carcinoom of een voorstadium
- Stagering ook belangrijk voor behandelplan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Cervixcarcinoom diagnose stagering

A

Wat is het (aard, invasie), waar zit het lokaal (grootte), groeit het lokaal door?, zijn er afstand metastasen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Cervixcarcinoom aanvullend onderzoek

A
  1. Laboratoriumonderzoek
    a. Routine screenend onderzoek
    b. Tumormarkers: SCC (voor plaveiselcelcarcinoom), CA-125 (voor adenocarcinoom)
  2. Beeldvormend onderzoek
    a. (PET-)CT-scan
    b. MRI, primair in het kader van een lopend onderzoek en voor stagering
    c. X-thorax: wordt weinig toegepast, maar staat in de richtlijn
  3. Onderzoek onder narcose (wordt weinig toegepast)
    a. Er wordt dan met een eendenbek op de baarmoedermond gekeken en men doet een uitgebreid vaginaal toucher. Vervolgens kunnen er markers worden geplaatst om de tumor af te kunnen beelden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Cervixcarcinoom voorstadium behandeling

A

CIN I/ II = voorstadia cervixcarinoom
* Poliklinisch behandeling
* LLETZ = Large Loop Excision Transformation Zone = lisexcisie van de transformatiezone
o De lis wordt hierbij verwarmd, waarna het afwijkende weefsel verwijderd wordt
* Genezing in 6 weken
* Minimale invloed op latere zwangerschap

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Cervixcarcinoom behandeling

A
  1. Conisatie =
  2. Simpele hysterectomie
  3. Radicale hysterectomie =
  4. Trachelectomie =
  5. Pelviene lymfadenectomie

3-5 toegepast bij een tumor max 4cm doorsnede, > 5mm doorsnede

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Conisatie

A

Operatie: binnenste stukje baarmoederhals wegnemen, waarbij randen beoordeeld worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hysterectomie

A

Verwijdering uterus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Radicale hysterectomie

A

Verwijdering uterus en eierstokken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Trachelectomie

A

Verwijdering baarmoederhals, parametrium (steunweefsel) en lymfeklieren in het bekken zonder verwijdering van de uterus → bij sterke kinderwens bij tumor < 2cm

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Uterus sparende behandeling

A
  • Trachelectomie na pelviene klierdissectie
    > Verwijderen cervix met parametria
    > Uterus zelf blijft in situ
  • Contra-indicatie = tumor > 2cm

Vrouwen kunnen niet meer vaginaal bevallen, omdat er een bandje rond de baarmoedermond geplaatst wordt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Cervixcarcinoom hoogstadium behandeling

A

In- en uitwendige radiotherapie, in combinatie met chemotherapie (chemoradiatie) of diepe hyperthermie
> De radiotherapie is dan de curatieve factor, terwijl de chemotherapie of hyperthermie het effect hiervan beoogt te versterken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Radiotherapie uitwending

A
  • Uterus, cervix, het bovenste 2/3e deel van de vagina, parametria en de bekkenklieren
  • De patiënten worden elke dag nauwkeurig op dezelfde manier neergelegd
  • Geprobeerd de tumor in grootte te laten afnemen
  • Vaak niet genoeg
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Radiotherapie inwendig (= brachytherapie)

A
  • Via intra-uteriene katheter en een tweetal ovoïden
  • Voor de behandeling krijgt men spinaal/epiduraal anesthesie
  • Driemaal een inwendige bestraling van 7 Gy in de laatste weken van de uitwendige bestraling, zodat de behandeling cumulatief niet langer duurt dan zeven weken
  • Na de bestralingen zijn de baarmoeder en de eierstokken in principe niet meer functioneel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Toevoegingen aan radiotherapie

A
  • Chemotherapie wordt wekelijks gegeven, in de vorm van cisplatine
  • Bij diepe hyperthermie streeft men naar een temperatuur van 42 graden in het bestraalde gebied, idealiter gedurende drie kwartier
  • Inductiechemotherapie gevolgd door radiotherapie met hyperthermie (bij bulky tumor of para-aortale klieren).
17
Q

Bijwerkingen RT

A
  • Acute bijwerkingen: frequente aandrang tot ontlasting of mictie, diarree, krampen, meer branderigheid, huidreactie, mucositis, lokale haaruitval en vermoeidheid
  • Late bijwerkingen: ovariële disfunctie, darmschade (ileitis terminalis, stricturen, proctitis), schade aan de blaas (urgency, hematurie, fistel en necrose), vermoeidheid en osteoradionecrose van het sacrum (spontane fracturen, ook van andere botten)