3A1 Week 4 HC 2 Flashcards
Ovariumcarcinoom
Eierstokkanker
> 60 jr
Beschermende factoren ovariumcarcinoom
Minder ovulatie (OAC, zwangerschap)
Risicofactoren ovariumcarcinoom
Hoge leeftijd, meer eenmutatie (BRCA I/II OF mutaties Lynch syndroom)
Ovariumcarcinoom klachten
- Geen
- Aspecifiek: vage gastro-intestinale klachten, vocht in buik, poep/plas probleem
- Acute buik door ruptuur van cyste of steeldraai van ovaria
Ovariumcarcinoom diagnostiek
- Allereerst gynaecologisch onderzoek
- Daarna vaginale echografie, CT-scan en meting van serum CA-125
Echografie bij ovariumcarcinoom
Let men op de volgende aspecten van de laesies: cysteus/solide, uni-/multiloculair, de dikte van de septa, proliferaties en ascites
Ook kijkt men naar de dopplermeting, IOTA-meting (= International Ovarian Tumour Analysis) of RMI (= Risk of Malignancy Index)
CT-scan bij ovariumcarcinoom
Radioloog alle kwadranten beoordelen: omentum, klieren, kleine bekken, cardiophrenische hoek, lever, longen etc.
Tumormarkers
Liefst voorafgaand aan chirurgie/ chemo bepaald
- Algemene markers: CA-125 en CEA
- Kiemceltumoren: A1FP, hCG, LDH
- Sex cord stromal celtumoren: inhibine A/B, oestradiol en/of AMH
De markers kunnen met name gebruikt worden als follow-up: wanneer deze voor behandeling verhoogd is, maar na behandeling lager is, wijst dit erop dat de behandeling aanslaat. Histologie maakt de diagnose definitief.
Ovariumcarcinoom histologie
Subtypes zijn niet relevant voor behandeling
Vroege intra-peritoneale metastase kan door:
- Intra peritoneale lokalisatie van ovaria
- Exfoliatieve groei
- Versleping van tumorcellen
> Tumorcellen kunnen worden meegenomen in de vochtstroom in de buik en zich hechten op de lever of in de darmen. Van daaruit kunnen zij gemakkelijk verder metastaseren
Prognose ovariumcarcinoom
Afhankelijk van het stadium, (radicale) chirurgie, chemotherapie en mutatiestatus
Ovariumcarcinoom laag stadium tumoren
t/m stadium IIA
- Tumor bevindt zich in orgaan van origine
- Meestal toevalsbevinding (na bv steeldraai van ovarium), zelden klachten
- 75-90% genezing
- Chirurgie en volledige stagering cruciaal
- Tumor graaf is belangrijkste prognostische factor
- Adjuvante chemotherapie verbetert overleving bij niet goed gestageerde patiënten
- Niet bekend of adjuvante chemo de overleving verbetert voor patiënten met hooggradig tumor
Waarom (laparoscopisch) stageren en hoe?
Het doel van (laparoscopische) stagering is het vaststellen of er (microscopische) uitzaaiingen zijn. Als er geen uitzaaiingen worden gevonden, krijgt men geen chemotherapie
1. Cytologie spoelvloeistof of ascites
2. Inspectie en palpatie hele buikholte
3. Uterus en adnex extirpatie
4. Omentectomie
5. Tageringsbiopten
6. Lymfeklierdissectie/sampling
Ovariumcarcinoom hoog stadium tumoren
Vanaf stadium IIB
Gekenmerkt door aanwezigheid van tumorweefsel in de buikholte of op de tubae. Bij hoog stadium tumoren kan men soms aan de buitenkant een sister Mary Joseph nodule zien, dit zijn metastasen in de navel. Bij een omental cake is het hele omentum ingenomen door de tumor. Dit wordt gevonden via radiologisch onderzoek of bij een laparotomie.
Behandeling = debulking chirurgie
Debulking chirurgie
- Hierbij wordt zoveel mogelijk tumorweefsel en geïnvaseerd orgaanweefsel verwijderd
- De adnexen, uterus en omentum worden weggehaald en er wordt een optimale resectie van alle macroscopische tumor uitgevoerd
- Optimale debulking operatie (alle laesies <1 cm) niet mogelijk > zoveel tumor verwijderen
- Daarnaast adjuvante chemotherapie van zes kuren carboplatin/taxol eenmaal per drie weken