3A1 Week 4 HC 5 Flashcards

1
Q

Zin in seks

A
  • verlangen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Lubricatie verlies

A

*opwinding - plateau fase
vochtige vagina

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Erectiele dysfunctie

A

*opwinding - plateau fase
moeite met erectie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Dyspareunie

A

*opwinding - plateau fase
pijn bij coïtus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Anorgasme

A

*orgasme
geen kunnen hebben

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Aspermie: an/ retrograde ejaculatie

A

*orgasme
Niet in staat sperma uit te stoten
Geen zaadlozing/ naar de blaas

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Premature-/ vertraagde ejaculatie

A

*orgasme

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Climaturie

A

*orgasme
Ongewild urineverlies bij orgasme

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Dissatisfactie

A

*herstel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Pijn, dyspareunie

A

*herstel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Priapisme

A

*herstel
Langdurige en vaak pijnlijke erectie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Persistent sexual arousal disorder (PSAD)

A

*herstel
genitaal opgewonden, zonder mentaal opgewonden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Biopsychosociaal model seks

A
  • Normen: maatschappij, geloof en cultuur
  • Biologische factoren: seksuele problemen als direct gevolg van ziekte, als indirect gevolg van de ziekte (bijvoorbeeld een stoma) of als onbedoeld gevolg van de behandeling van een ziekte (bijvoorbeeld een doorgenomen zenuw)
  • Psychologische factoren: invloed op lichaamsbeeld, zelfbeeld, aanpassingsvermogen, betekenis van seksualiteit voor het individu en existentiële veranderingen (bijvoorbeeld relativeren van seks)
  • Sociale factoren: relationele vaardigheden, rolverwisseling- en verwarring, levensfase, betekenis van seksualiteit in de relatie
    Het is als arts belangrijk om vragen te stellen en niet speculeren hoe factoren patiënt beïnvloeden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Bijwerkingen medicatie op seks

A
  • Cardiale medicatie: bètablokkers, alfablokkers, statines
  • Antidepressiva: SSRI’s
  • Anticholinergica
  • Anti-epileptica
  • Urologische medicatie
  • 5-alfa-reductaseremmer, spironolacton
  • Medicatie bij prostaatkanker: GnRH-antagonist of -agonist
  • Maagzuurremmer: ranitidine
  • Anticonceptiva
  • Hiv-medicatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Seksuele problemen bij kanker

A
  • 40-100% mate van seksuele disfunctie
  • Problemen verdwijnen niet altijd na behandeling
  • Bijna alle kankerbehandelingen kunnen seksuele functies veranderen
  • Belangrijke factor voor kwaliteit van leven
  • 70% verbetering door interventie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

MAN, Seksuele disfunctie na RALP

A

= Robot geassisteerde laparoscopische prostatectomie (bij prostaatkanker)

  • Verminderd libido
  • Erectieklachten (onmogelijkheid tot een erectie)
  • Aspermie (vanwege de verwijdering van de vesiculae seminales  droog orgasme)
  • Climacturie (urineverlies bij het orgasme)
  • Anorgasmie
  • Veranderd orgasmegevoel
  • Lengteverlies penis
  • Teleurstelling door minder seksueel presteren
  • Pijnklachten door bekkenbodem hypertonie
17
Q

MAN, Seksuele klachten na colorectale chirurgie

A
  • Ernstiger klachten na distale resectie (tot 90% na rectale chirurgie
  • Minder ernstig na niet-oncologische proctolectomie
  • Ernstiger als gecombineerd met neoadjuvantie (chemo) RT
  • Risico factoren: stoma, peri en postoperatieve complicaties
  • Negatief zelfbeeld
  • Angst voor afwijzing door partner
  • Verlies van seksueel verlangen
  • Erectiele dysfunctie (totale mesorectale resectie TME 37%, abdominoperineale resectie APR 75%)
  • Ejaculatieklachten (20-50%)
  • Anorgasmie (low anterior resection, LAR 12%, APR 15%, TME 6%
  • Veranderde subjectrieve orgasme beleving
  • Fertiliteitsklachten
18
Q

MAN, Seksuele klachten na RPLND

A

= retroperitoneal lymph node dissection
* Beschadiging autonome zenuwen para-aortale regio
* Anejaculatie of retrogade ejaculatie tot 100%
* Zenuw-sparende procedure: 20% ejaculatie klachten
* Aspermie (droog orgasme)
* Veranderde subjectieve orgasmen beleving
* Fertiliteitsklachten

19
Q

VROUW, Seksuele klachten na RT

A
  • Minder zin in seks door pijn door bekken fibrose/ ovarium dysfunctie, negatief zelfbeeld
  • Lubricatie klachten door vaatletsel (laat effect RT)
  • Vaginale stenose/verkorting door atrofie
  • Anorgasmie door pijn en atrofie vulva en vagina
  • Dissatisfactie door pijn of bloeding vagina en vulva epitheel
20
Q

Behandelmogelijkheden disfunctie seks MAN

A
  • Seksuologische therapie
  • Relatietherapie
  • PDE-5 remmers (met eventueel testosteronsuppletie)
  • Intracaverneuze injecties (met vasodilatoren: androskat)
  • Penisprothese, cryopreservatie van het semen, een vibrator en een vacuümpomp
  • Viagra werkt niet als de zenuwen zijn beschadigd, want stikstofoxide (NO) moet nog vrij kunnen komen in de penis
    bij de man
  • Als er eenmaal een erectie is, zorgt PDE5-remmer voor langer bestaande vasodilatatie. Viagra werkt ongeveer 6 uur
  • Als er testosteronsuppletie wordt gegeven, wordt de eigen productie volledig platgelegd door negatieve feedback.
21
Q

Behandelmogelijkheden disfunctie seks VROUW

A
  • Seksuologische therapie
  • Relatietherapie
  • Vaginale oestrogenen
  • Vibrator
  • Pelottes (langzaam aan grotere soort dildo’s)
  • Glijmiddel (niet spuug, daar zitten slechte enzymen in)
  • Vaginaal oestrogeen verbetert het vaginale slijmvlies na ovariëctomie
  • Pelottes zijn bedoeld om een smallere en kortere vagina na een cystectomie weer breder en langer te maken