3A1 Week 3 HC 3 Flashcards

1
Q

Theoretische modellen van seks

A
  1. Biopsychosociaal model
  2. Psychosomatische cirkel van Bancroft
  3. Seksuele responscyclus
  4. Incentive motivation model
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Biopsychosociaal model

A

biologische/ psychologische/ sociale factoren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Psychosomatische cirkel van Bancroft

A

Tactiele stimuli initiëren de seksuele cyclus via ruggenmerg, wat perifere en genitale opwinding veroorzaakt. Het limbisch systeem beoordeelt de stimulus en voegt emoties toe. Opwinding leidt tot bewustwording en cognitie. Positieve of negatieve ervaringen beïnvloeden cyclus, waarbij cognitie terugkoppelt naar limbisch systeem. Het ruggenmerg en limbisch systeem samen veroorzaken orgasme bij voortzetting van de cyclus.
Ziektes kunnen leiden tot een onderbreking van deze cirkel, waardoor een orgasme minder makkelijk tot stand komt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Seksuele responscyclus

A

De cyclus begint met opwinding, al dan niet met fysieke reactie, gepaard gaand met verlangen. Na het orgasme volgt de herstelfase, gekenmerkt door fysieke en emotionele ontspanning.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Incentive motivation model

A

Seksuele verlangens (incentive motivation) worden beïnvloed door de context (individueel welzijn, partnerrelatie, praktische situatie), communicatie over wensen en grenzen, en interne of externe prikkels. Lichamelijke opwinding bouwt zich op en wordt uiteindelijk bewust ervaren, waarbij de verwachting van een belonende ervaring een rol speelt.
Belangrijke voorwaarden voor het starten van een seksueel proces zijn: een intact seksueel systeem (externe anatomie en sensibiliteit), een stimulus met seksuele betekenis, en de mogelijkheid tot seksuele activiteit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly