Brainscape's Knowledge GenomeTM

Browse over 1 million classes created by top students, professors, publishers, and experts.


See full index

Psychologie een inleiding 8e herziene editie > 2. Quiz? Biopsychologie, neurowetenschappen en de menselijke aard > Flashcards

2. Quiz? Biopsychologie, neurowetenschappen en de menselijke aard Flashcards

1
Q

Waar richt de biopsychologie zich op?

A
  1. Biologie
  2. Gedrag
  3. Psychologische processen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is de betekenis van: het overleven en voortplanten van individuen die het best aangepast zijn aan de omgeving, terwijl anderen, die slecht aangepast, minder nakomelingen krijgen en dus sneller zullen uitsterven.

A

Natuurlijke selectie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Waardoor wordt ons gedrag en onze psychische processen bepaalt?

A
  1. Erfelijkheid
  2. Omgeving
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Uit welke twee communicatie systemen bestaat het lichaam?

A
  1. Het zenuwstelsel
  2. Het hormoonstelsel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe heet een cel die gespecialiseerd is om informatie te ontvangen en te verwerken?

A

Neuron

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Biopsychologen onderscheiden drie grote groepen neuronen, welke zijn dat?

A
  1. Sensorische
  2. Motorische
  3. Schakelcellen (interneuronen)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Neuronen hebben het vermogen om te veranderen, ze kunnen nieuwe verbindingen maken, afbreken en oude versterken. Hoe noemen we deze eigenschap?

A

Plasticiteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Benoem zeven belangrijke neurotransmitters.

A
  1. Dopamine
  2. Serotonine
  3. Norepinefrine/noradrenaline
  4. Acetylcholine
  5. GABA
  6. Glutamine
  7. Endorfinen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Uit welke twee grote onderdelen bestaat het zenuwstelsel?

A
  1. Het centrale zenuwstelsel (CZS)
  2. Het perifere zenuwstelsel (PZS)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Waaruit bestaat het PZS?

A
  1. Autonome zenuwstelsel
  2. Somatische zenuwstelsel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Waaruit bestaat het autonome zenuwstelsel?

A
  1. Sympathische zenuwstelsel
  2. Parasympatische zenuwstelsel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Uit welke twee onderdelen bestaat het CSZ?

A
  1. Hersenen
  2. Ruggenmerg
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Welk hormoon produceert de hypofyse achterkant?

A
  1. Follikelstimulerend hormoon (FSH)
  2. Luteïniserend hormoon (LH)
  3. Prolactine
  4. Tyroïdstimulerend hormoon (TSH)
  5. ACTH
  6. Groeihormoon
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Welk hormoon produceert de hypofyse voorkant?

A
  1. Antidiuretisch hormoon (ADH)
  2. Oxytocine
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Welk hormoon produceert de schildklier?

A

Tyroxine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Welk hormoon produceert de bijschildklier?

A

Parathormoon

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Welk hormoon produceert de alvleesklier?

A
  1. Insuline
  2. Glucagon
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Welk hormoon produceert de bijnieren?

A
  1. Cotisol
  2. Epinefrine
  3. Norepinefrine
  4. Oestrogenen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Welk hormoon produceert de ovaria>

A
  1. Oestrogenen
  2. Progesteron
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Welk hormoon produceert de testikels?

A

Androgenen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Het … stimuleert het hart, de longen en andere organen in stressvolle situaties en in noodsituaties, als onze reacties snel moeten zijn en daar voor energie voor nodig is.

A

Sympathische zenuwstelsel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Het … doet precies het tegenovergestelde: het trapt op de neurale remmen en laat het lichaam naar een kalme en bedaarde toestand terugkeren.

A

Parasympatische zenuwstelsel

23
Q

Hoe heet de belangrijkste hormoonklier?

A

Hypofyse

24
Q

Waaruit bestaat het zogeheten reptielen brein?

A
  1. De hersenstam
  2. Het cerebellum
25
Q

Waaruit bestaat het zogeheten zoogdierenbrein?

A

De cerebrale cortex

26
Q

De … is betrokken bij complexe mentale processen.

A

Cerebrale cortex

27
Q

De … geleidt sensorische informatie.

A

Thalamus

28
Q

De … reguleert de interne toestand van het lichaam.

A

Hypothalamus

29
Q

De … is betrokken bij het zicht.

A

Optische baan

30
Q

De … is betrokken bij emotie en herinnering.

A

Amygdala

31
Q

De … reguleert klieren in het gehele lichaam.

A

Hypofyse

32
Q

De … is betrokken bij herinnering.

A

Hippocampus

33
Q

De … reguleert autonome lichaamsfuncties zoals ademhaling en hartslag.

A

Medulla

34
Q

De … bepaalt het algemene niveau van alertheid van het lichaam en bestuurd het waarschuwingssysteem.

A

Hersenstam

35
Q

De … is de verbindingsroute voor neurale vezels van en naar de hersenen.

A

Ruggenmerg

36
Q

Het … bestuurt gecoördineerde bewegingen.

A

Cerebellum

37
Q

De … is betrokken bij de regulatie van slaap.

A

Pons

38
Q

Het … reguleert alertheid.

A

Formatio reticularis

39
Q

Het … reguleert emoties en gemotiveerd gedrag.

A

Limische systeem

40
Q

Wat is de functie van het corpus callosum?

A

Het zorgen voor communicatie tussen de twee hersenhelften.

41
Q

Uit welke vier kwabben bestaat de cerebrale cortex?

A
  1. Frontaalkwab
  2. Partiëlaalkwab
  3. Occipitaalkwab
  4. Temporaalkwab
42
Q

Welk deel van het brein zendt signalen uit die zorgen voor vrijwillige bewegingen.

A

Motorische cortex

43
Q

Welk deel van het brein ontvangt gegevens over gevoel in de huid, spieren en gewrichten?

A

Somatosensorische cortex

44
Q

Welk deel van het brein analyseert visuele gegevens om beelden te vormen?

A

Visuele associatie-cortex

45
Q

Welk deel van het brein ontvangt signalen van de visuele thalamus?

A

Primaire visuele cortex

46
Q

Welk deel van het brein interpreteert gesproken en geschreven taal?

A

Gebied van Wernicke

47
Q

Welk deel van het brein analyseert geluid, zodat we woorden of melodieën kunnen herkenen?

A

Auditieve associatiecortex

48
Q

Welk deel van het brein neemt kenmerken van geluid waar, bijvoorbeeld toonhoogte en volume?

A

Primaire auditieve cortex

49
Q

Welk deel van het brein is essentieel voor spraak?

A

Gebied van Broca

50
Q

Welk deel van het brein wordt geassocieerd met verschillende aspecten van gedrag en persoonlijkheid?

A

Prefrontale cortex

51
Q

De ..1.. die verspreid liggen door de hersenen, maar vooral in de motorische gebieden van de frontaalkwabben liggen. Als we iemand waarnemen die een bepaalde handeling verricht, zoals wuiven, uit een kopje drinken of met een golfclub zwaaien, ..2.. precies alsof we de handeling zelf verrichten.

A
  1. Spiegelneuronen
  2. Vuren deze spiegelneuronen
52
Q

Hoe wordt de neiging genoemd van elke hersenhelft om de werking van bepaalde functies te domineren?

A

Cerebrale dominantie

53
Q

Als functies enkel of grotendeels in een hersenhelft voorkomt noemen we dit?

A

Lateralisatie van de hersenen.

54
Q
A

Psychologie een inleiding 8e herziene editie (28 decks)

Brainscape helps you reach your goals faster, through stronger study habits.
© 2024 Bold Learning Solutions. Terms and Conditions