12. Quiz? Psychische stoornissen Flashcards

1
Q

Naar welke drie klassieke symptomen van ernstige psychopathologie kijken klinisch psychologen?

A
  1. Hallucinaties
  2. Wanen
  3. Extreme affectieve verstoringen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Geef een omschrijving van hallucinaties.

A

Hallucinaties zijn zintuigelijke belevingen die niet overeenkomen met de werkelijkheid, zoals stemmen in het hoofd of ‘dingen zien’.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Geef een omschrijving van wanen.

A

Wanen zijn extreme verstoringen van het denken, waaronder hardnekkige irrationele overtuigingen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Geef een omschrijving van extreme affectieve verstoringen.

A

Mensen wier affect (emotionele leven) zonder duidelijke oorzaak verstoord is en die gedeprimeerd, angstig of manisch zijn - of die helemaal geen emoties lijken te hebben - vertonen mogelijke tekenen van een ernstige psychische stoornis.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe beschouwt het medische model psychische stoornissen?

A

Als ziekten van de geest, die, net als lichamelijke ziekten, een objectieve oorzaak hebben en een specifieke behandeling vereiesen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe beschouwt het psychologische model psychologische stoornissen?

A

Als een interactie tussen biologische, gedragsmatige, cognitieve, ontwikkelings- en sociaal-culturele factoren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Uit welke tien principes bestaat het Empowermentmodel van herstel?

A
  1. Belang hechten aan vertrouwen
  2. Belang hechten aan zelfbeschikking
  3. Hopen: geloven in je herstel
  4. Geloven in de persoon
  5. Verbonden zijn op een menselijk niveau
  6. Beseffen dat gedrag altijd betekenisvol is
  7. Beseffen dat ieder zijn eigen stem heeft
  8. Toestaan van alle gevoelens
  9. Belang hechten aan het volgen van dromen
  10. Elkaar ontmoeten met waardigheid en respect
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Op welke vijf subtielere kenmerken letten klinisch psychologen om psychische stoornissen aan te duiden?

A
  1. Distress
  2. Onaangepastheid
  3. Irrationaliteit
  4. Onvoorspelbaarheid
  5. Onconventioneel en ongewenst gedrag
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe worden psychische stoornissen geclassificeerd?

A
  1. De ICD (International Classification of Diseases)
  2. De DSM (Diagnostic and Statistical Manuel of Mental Disorders)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Op welke grond classificeert de DSM psychische stoornissen?

A

Op grond van hun psychische en gedragsmatige symptomen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Noem de twee bekendste affectieve stoornissen.

A
  1. Ernstig depressieve stoornis
  2. Bipolaire stoornis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Welke drie factoren spelen er volgens Maybers depressiemodel en rol in de oorzaak van depressie?

A
  1. De stemmingsregulerende circuits (inclusief gebieden in de cortex, subcortex en het limbisch systeem, en hun neurotransmitters.
  2. Externe stressfactoren (zoals ingrijpende gebeurtenissen, fysiek trauma en ziekte).
  3. Biologische aanleg (inclusief genetica en geslacht).
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hoe noemen we het verschijnsel waarbij iemand geleerd heeft negatieve gebeurtenissen toe te schrijven aan zijn eigen persoonlijke gebreken of aan externe omstandigheden waarover hij zelf geen controle denkt te hebben?

A

Aangeleerde hulpeloosheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoe wordt de stoornis genoemd waarvan kenmerken zoals depressieve periodes worden afgewisseld met extreme periodes van opgetogenheid en euforie?

A

Bipolaire stoornis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Welke vier soorten stoornissen worden gekenmerkt door angst?

A
  1. De gegeneraliseerde angststoornis
  2. De paniekstoornis
  3. De fobische stoornis
  4. De obsessief-compulsieve stoornis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Een paniekreactie op drukke menigten, open ruimten of andere situaties waarin iemand bang wordt noemen we?

A

Agorafobie

17
Q

Deze stoornis veroorzaakt een breuk in de eenheid van de geest. De persoon komt terecht in betekenisloze, geestelijke dwaalwegen, verliest zich in eindeloze klankassociaties en produceert verwarde klanken die therapeuten ‘word salads’ noemen.

A

Schizofrenie

18
Q

Snappen dat iemand een andere gedachtengang kan hebben dan jijzelf noemen we de … .

A

Theory of mind

19
Q
A