10. Quiz? Persoonlijkheid: theorieën van de gehele persoon Flashcards

1
Q

Als mensen hun agressie of frustratie niet uiten op de bron waardoor deze gevoelens en emoties worden veroorzaakt, maar wel op iets of iemand anders dan noemen we dat?

A

Verschuiving van agressie (displacement of aggression)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe worden stabiele persoonlijkheidskenmerken genoemd?

A

Karaktertrekken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Bij welke theorie past karaktertrekken?

A

Beschrijvende persoonlijkheidstheorie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke theorieën verklaren persoonlijkhiedsprocessen?

A

Procestheorieën

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke twee culturen onderscheidt Pinto?

A
  1. F-cultuur
  2. G-cultuur
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke cultuur past hierbij: Fijnmazige structuur; een volle, gedetailleerde en strakke structuur van omgangscodes en communicatieregels tussen mensen. Voor bijna iedere situatie bestaan gedetailleerde regels die het individu dient na te leven. Er is weinig ruimte voor eigen interpretatie en afwijkend gedrag.

A

F-cultuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welke cultuur past hierbij: Grofmazige structuur; een ruimer, losser en globaler stelsel van regels en codes. Elk individu is vrij om de algemene regels te vertalen naar zijn eigen, individuele situatie.

A

G-cultuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welke termen vallen onder dispositionele theorieën?

A
  1. Temperament
  2. Karaktertrek
  3. Type
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Psychologen definiëren … als de biologisch bepaalde persoonlijkheidsdisposities die al in de vroege jeugd waarneembaar zijn en die de snelheid en intensiteit van emotionele reacties en overheersende stemming van een individu bepalen.

A

Temperament

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

We zouden … kunnen beschouwen als het product van verborgen psychologische processen; de manier waarop onze motieven, emoties en cognities gewoonlijk in gedrag tot uiting komen.

A

Karaktertrekken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is de basisstructuur van karaktertrekken?

A

Temperament

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hoe noemen we een statische techniek waarmee de onderzoeker relaties tussen, of clusters van, items op persoonlijkheidstests kan aantonen?

A

Factoranalyse

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Waaruit bestaat de Big Five (vijf-factorentheorie)?

A
  1. Open-nieuwsgierig versus gesloten-ongeïnteresseerd (openness to experience)
  2. Betrouwbaar-georganiseerd versus onbetrouwbaar-chaotisch (conscientiousness)
  3. Dominant-extravert versus ondergeschikt-introvert (extraversion)
  4. Warm-vertrouwend versus koel-achterdochtig (agreeableness)
  5. Gelijkmatig-zelfverzekerd versus nerveus-temperamentvol (neuroticism)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

De … richt onze aandacht op motivatie, met name op motieven vanuit het onbewuste, en op de invloed van ervaringen uit de vroege jeugd op onze geestelijke gezondheid.

A

Psychodynamische persoonlijkheidstheorie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

De … legt het accent op het bewuste en op de huidige, subjectieve realiteit: op onze overtuigingen en de manier waarop we onszelf zien in relatie tot anderen.

A

Humanistische persoonlijkheidstheorie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

… beschrijven een gewenste verbinding tussen het heden en een geïdealiseerde toekomst in de continue zoektocht naar de zin van iemands bestaan, diens doelstellingen en betekenis in het leven.

A

Existentiële theorieën

17
Q

Volgens de … wordt onze persoonlijkheid vooral beïnvloed door leren, perceptie en sociale interactie.

A

Sociaal-cognitieve theorie

18
Q

In welk soort testen worden ambigue beelden vaak gebruikt?

A

Projectieve testen

19
Q

Wat is de bekendste projectieve test?

A

Rorschachtest

20
Q

Hoe heet de projectieve test die bestaat uit een serie ambigue afbeeldingen waarbij de respondent bij elke afbeelding een verhaaltje moet verzinnen?

A

Thematische Apperceptietest (TAT)

21
Q

Waarmee verving Carl Jung het freudiaanse id?

A
  1. Het persoonlijk bewuste
  2. Het collectief bewuste
22
Q

Mensen die zich bezighouden met zaken waarbij ze een sterke betrokkenheid noemde Maslow?

A

Zelfactualiserennde persoonlijkheden

23
Q

Hoe noemde Carl Rogers mensen met een gezonde persoonlijkheid?

A

Volledig functionerend persoon

24
Q

Welke drie aspecten zijn er nodig volgens Rogers om congruentie in de persoonlijkheid te ontwikkelen?

A
  1. Onvoorwaardelijke positieve waardering
  2. Oprechtheid
  3. Consistentie
25
Q

Hoe noemde Rogers percepties en gevoelens?

A

Het fenomenale veld

26
Q

Welke psychologen waren de grondleggers van de positieve psychologie?

A

Martin Seligman en Mihaly Csikszentmihalyi

27
Q

De existentiële moed om stressvolle situaties te zien als mogelijkheden om te groeien en je te ontwikkelen door wat je leert, en de motivatie om daar hard aan te werken noemt Salvatore R. Maddi?

A

Weerbaarheid (hardiness)

28
Q

Hoe noemen we een proces waarbij mensen nieuwe responsen aanleren door naar elkaars gedrag te kijken en de consequenties van dat gedrag waar te nemen?

A

Observationeel leren

29
Q

Hoe noemt Bandura een inzicht in de gehele mens die een voortdurende interactie aangaat met gedrag, cognitie en omgeving?

A

Wederzijds (reciproque) determinisme

30
Q

Welke twee vormen van locus of control zijn er?

A
  1. Interne locus of control
  2. Externe locus of control
31
Q

De manier waarop jij iemands persoonlijkheid beoordeelt reflecteer jouw …

A

Impliciete persoonlijkheidstheorie

32
Q

Welke fout maken Amerikanen en Europeanen vaak bij het beoordelen van mensen?

A

Fundamentele attributiefout

33
Q

Omschrijf de fundamentele attributiefout als het aankomt op het beoordelen van mensen.

A

Het misverstand dat de handelingen van anderen, vooral waar ze geïnterpreteerd worden als irritant, onhandig, ongepast of anderszins ongewenst gedrag, voortkomen uit hun persoonlijkheid en niet uit de situatie.

34
Q
A