1. Woordenlijst: Geest, gedrag en psychologische wetenschap Flashcards
Psychologie
Wetenschap van gedrag en mentale processen.
Experimenteel psycholoog
Psycholoog die onderzoek doet naar elementaire psychologische processen - in tegenstelling tot een toegepast psycholoog.
Docent psychologie
Psycholoog met als primaire taak het geven van onderwijs op bijvoorbeeld een hbo- of bacheloropleiding of aan een universiteit.
Toegepast psycholoog
Psycholoog die de door experimenteel psychologen vergaarde kennis gebruikt om problemen van mensen op te lossen.
Psychiatrie
Een medisch specialisme dat zich richt op de diagnose en behandeling van mentale stoornissen.
Pseudopsychologie
Niet-onderbouwde psychologische aanname dia als wetenschappelijke waarheden worden gepresenteerd.
Vaardigheden voor kritisch denken
- Wat is de bron?
- Is de bewering redelijk of extreem?
- Wat is het bewijsmateriaal?
- Kan de conclusie zijn beïnvloed door bias?
- Worden veelvoorkomende denkfouten vermeden?
- Zijn voor het oplossen van het probleem verschillende invalshoeken nodig?
Anekdotisch bewijsmateriaal
Getuigenissen die de ervaringen van iemand of enkele personen schetsen, maar ten onrechte voor wetenschappelijk bewijs worden aangezien.
Bias
Een vooroordeel, vervorming of vertekening van een situatie, meestal op basis van persoonlijke ervaringen en waarden.
Emotionele bias
De neiging om oordelen te vellen gebaseerd op attitudes en gevoelens, in plaats van op een rationele analyse van het bewijsmateriaal.
Confirmation bias (bevestigingsbias)
De neiging om informatie die niet bij je opvattingen aansluit te negeren of te bekritiseren en om in plaats daarvan informatie te zoeken waar je het wel mee eens bent.
Biologisch perspectief
Het psychologische perspectief dat de oorzaken van gedrag zoekt in het functioneren van de genen, de hersenen, het zenuwstelsel en hormoonstelsel.
Neurowetenschap
Het vakgebied dat zich richt op begrip van hoe de hersenen gedachten, gevoelens, motieven, bewustzijn, herinneringen en andere mentale processen creëren.
Evolutionaire psychologie
Een relatief nieuw specialisme in de psychologie dat gedrag en mentale processen beschouwt op basis van hun genetische aanpassingen aan overleving en voortplanting.
Introspectie
Beschrijving van je eigen innerlijke, bewuste ervaringen.
Structuralisme
Historische stroming binnen de psychologie die de basisstructuren van de geest en gedachten trachtte te ontrafelen. Structuralisten zochten ‘elementen’ van de bewuste ervaring.
Functionalisme
Historische stroming binnen de psychologie die meende dat psychische processen het beste begrepen kunnen worden in het licht van hun adaptieve nut en functie.
Cognitief perspectief
Een van de belangrijkste psychologische perspectieven, waarbij de nadruk ligt op mentale processen, zoals leren, geheugen, perceptie en denken als vormen van informatieverwerking.
Behaviorisme
Een historische school die ernaar streefde om van de psychologie een objectieve wetenschap te maken die zich alleen op gedrag richtte (en niet op mentale processen).
Behavioristisch perspectief
Een psychologische invalshoek die de bron van onze handelingen zoekt in stimuli vanuit de omgeving, in plaats van innerlijke mentale processen.
Psychodynamische psychologie
Een benadering die de nadruk legt op het begrijpen van het mensenlijk functioneren in termen van onbewuste behoeften, verlangens, herinneringen en conflicten.
Psychoanalyse
Een benadering van de psychologie die is gebaseerd op de veronderstellingen van Freud, die de nadruk legt op onbewuste processen. De term verwijst zowel naar Freuds psychoanalytische theorie als naar zijn psychoanalytische behandelmethode.