Zuurgerelateerde problemen tr. dig Flashcards

1
Q

voedselinname

A

gastrineproductie > maagzuur > desinfectie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

dyspepsie

A

verzamelnaam voor maag gerelateerde bovenbuikklachten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

ulcus

A

wond in het epitheel met een diameter > 0,5 cm en doorgedrongen tot in de submucosa

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Billroth 1

A

deel van maag werd met ulcus > duodenum opgetrokken en vastgetrokken aan corpus maag
- leidde tot ontstekingen en nieuwe ulcera

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Billroth 2

A

antrum van maag weggehaald > minder gastrine productie; pasrs horizontale vastgehecht aan maag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

ulcus duodeni

A

als zuur nog niet voldoende is gebufferd vaak direct achter pylorus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

belangrijkste oorzaken ulcus

A

H. Pylori en gebruik NSAID’s

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

H. Pylori

A

leeftijd cohort speelt een rol, ieder zoogdier heeft een eigen vorm

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

maagkanker

A
  • tast de slijmlaag aan > ulcus
    behandeling door zuurremmers, H2-antagonisten en PPI
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Zollinger-Ellison syndroom

A
  • maligniteit in G-cellen > te veel gastrine > veel ulcera op verschillende plekken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

complicaties ulcera

A

bloeding of dat de wond zo diep wordt dat het de maagwand perforeert

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat doen bij een bloedende ulcus?

A
  1. circulatie stabiel houden (bloedtransfusie)
  2. bloeding moet stoppen (adrenaline > vasoconstrictie)
  3. dichtklippen bloeding
  4. chirurgie/angiografie
  5. recidief voorkomen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

risicofactoren zure reflux

A

hernia diafragmatica, overgewicht en roken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

plaveiselcelepitheel carcinoom

A

zit hoger in de slokdarm en is niet gerelateerd aan de zure reflux, maar wel aan roken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly