Therapie IBD Flashcards

1
Q

behandel doelen IBD

A

inductie remissie, onderhouden remissie, voorkomen en behandelen complicaties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

volgorde behandelpiramide van laag naar hoog

A
  1. mesalazine
  2. corticosteroiden
  3. immunosuppresiva
  4. biologicals
  5. chirurgie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

mesalazine (5-ASA)

A

gebruikt bij mild tot matige ulcerosa, inductie en onderhoud therapie, kunnen via klysma of oraal, elk jaar bloedcontrole

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Bijwerkingen mesalazine

A

hoofdpijn, misselijkheid, pancreatitis, intersitiele nefritis, bloedverlies door opvlamming ziekte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

corticosteroiden

A

prednison of budesonide

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wanneer wordt prednison gebruikt

A

inductie bij crohn en ulcerosa, zorgt voor acute vermindering ontsteking, max. 12 weken, oraal of IV

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wanneer wordt budesonide gebruikt?

A

milde crohn in ileocecaal regio

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe werkt budesonide

A

topicaal, bij rechtszijdige colon en ileocecaal regio, minder toxisch dan prednison dus mag langer gebruikt worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Bijwerkingen steroiden

A

emotionele instabiliteit, acne, oedeem, hypertensie, infecties, diabetes, gewichtstoename en osteoporose

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

immunosupprevia

A

MTX (methotrexaat) of azathioprine, inwerktijd van 3 maanden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Bijwerkingen thiopurines

A

beenmergtoxiciteit, pancreatitis, griepachtige verschijnselen, leverontsteking en lymfoom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Bijwerkingen methotrexaat

A

leverontsteking, kaalheid, griepachtige verschijnselen en tetrogeniteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wanneer mag je MTX niet geven

A

zwangerschap

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat doet anti TNF alfa?

A

(infliximab of adalimunab); TNF is verhoogd bij crohn en ulcerosa, anti TNF kan slijmvlies helen een zorgen voor remissie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Bijwerkingen anti TNF

A

veel kans op infectie, mogen geen levende vaccins krijgen (beperkt in reismogelijkheden)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

vedolizumab

A

gegeven als anti TNF niet werkt, cellen kunnen hiermee niet aan bloedvatwand hechten

17
Q

JAK STAT

A

cytokinereceptor heeft JAK eiwitten, bij activering binden STAT transcriptiefactoren en zorgen voor celproliferatie en differentiatie

vooral effectief bij chronisch inflammatoire ziektes, nu nog in onderzoek

18
Q

ileocoecaal resectie

A

einde van ileum en caecum weggehaald > verbinding tussen ileum en colon

Kan leiden tot galzouten diarree, tekort aan foliumzuur en B12

19
Q

ileo-stoma

A

Pouch gemaakt vroeger van terminale ileum, in jaren 80 ileo-anale anastomose (reservoir)

20
Q

chirurgie ulcerosa

A

curatief, (sub)totale colectomie

21
Q

chirurgie crohn

A

niet curatief, (ileo)colische segmentele resectie