Tractus digestivus, maag tot anus Flashcards

1
Q

maag

A

intraperitoneaal; cardia, corpus, fundus, pars pylorica

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

spieren maag

A

stratum longitudunale (verlengde slokdarm), stratum circulare (kunnen maag kleiner maken en voedsel naar boven en beneden duwen), fibrae obliquea

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

duodenum

A

retroperitoneaal
- pars superior, descendens, horizontalis en ascendens

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

plicae ciruclares

A

opname van voedingsstoffen en kneden voedselbrok

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

afvoerbuizen pars descendens duodenum

A

d. choledocus, d. pancreaticus; monden uit in papil van Vater (papilla duodeni major)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Verschil tussen jejunum en ileum

A

begin jejunum is breder dan eind ileum; jejnum is sterk geplooid en ileum glad; in ileum Peyers patches

jejunum: lange vasa recta
ileum: meer vaatbogen en korte vasa recta

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

divertikel van Meckel

A

overblijfsel van verbinding dunne darm en navel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

valva ileocaecalis (Bauhin)

A

klep tussen ileum en caecum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

haustra coli

A

compartimenten dikke darm met teania coli die zorgen voor peristalitische beweging

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

ampulla recti

A

endeldarm; opslag van bolus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

sluiting rectus

A

m. sphincter ani exterior en interior, buitenste kan vrijwillig ontspannen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat gebeurt er bij een te hoge druk in ampulla?

A

bijv bij diarree; spieren ontspannen reflexmatig, is ook bij dwarslaesie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

route gal

A

lever > d. hepaticus sinister en dexter > d. hepaticus communis > d. cysticus en d. choledochus > papil Vater met sfincter van Oddi ( d. pancreaticus komt hierop uit ook)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Teveel gal?

A

gal borrelt op in d. choledocus > d. cysticus > galblaas

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

pancreas

A

maakt pancreassap, vreet vlees aan door hoge zuurgraad
- afvoergangen : d. pancreaticus major (Wirsung) en minor (accessorius of Santorini)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

3 hoofdaftakkingen abdominale aorta

A

tr. coeliacus, a. mesenterica superior en inferior

17
Q

tr. coeliacus

A

maag, duodenum, milt, lever, pancreas en galblaas

18
Q

splitsingen tr coeliacus

A

a. gastrica sinistra, a. hepatica communis en a. splenica

19
Q

aftakkingen a. hepatica communis

A

a. hepatica propria, gastrodudenale en a. gastrica dextra

20
Q

a. mesenterica superior

A

jejunum, caecum, colon ascendens en 1e deel colon transversum

21
Q

a. mesenterica inferior

A

laatste deel colon transversum en descendens, sigmoideum en rectum

22
Q

v. porta

A

bloed vanuit maagdarmkanaal naar lever

23
Q

Te hoge leverdruk

A

ontstaan anastomosen (aambeien, bloedingen slokdarm of stervormig teken navel = syndroom Medussa)

24
Q

intraperitoneaal

A

maag, ileum, jejunum, colon transversum, sigmoideum, lever, milt en staart pancreas

25
Q

retroperitoneaal

A

duodenum, colon ascendens, descendens, pancreas en nieren

26
Q

subperitoneaal

A

rectum, blaas, baarmoeder, eierstokken en prostaat

27
Q

bursa omentalis

A

ruimte dorsaal van de lever en de maag
- craniaal begrensd: lever
- caudaal: colon transversum
- ventraal: maag
- dorsaal: pancreas
- links: linker nier en bijnier
- rechts: foramen winslow

28
Q

foramen winslow

A

bursa omentalis kan worden bereikt

29
Q

omentum majus

A

vetschort over de dunne darm, tussen maag en lever

30
Q

Hoe kun je bursa omentalis bereiken?

A

Via omentum minus, bovenlangs colon transversum, door lig. gastrocolicum, onderlangs colon transversum, foramen winslow