Microscopie maag anus

Question 1

Wat doet de parietale cel?

Answer 1

productie maagzuur en intrinsic factor voor B12 opname; grote celkern met kleine nucleolus en veel donker cytoplasma

Question 2

Wat doen mucus cellen?

Answer 2

slijmproductie, cytoplasma van cellen is helder; slijm beschermt tegen zuur; produceert ook water, glycoproteinen en surfactant

Question 3

hoofdcellen

Answer 3

donker, korrelig cytoplasma door veel ER
- pepsinogeen productie > pepsine > afbraak eiwitten
- lipase en leptine

Question 4

slijmnapcellen

Answer 4

vooral gelegen in bovenste laag epitheel; cilindrisch epitheel met kern aan basale zijde
- gastric surfactant, mucine, water

Question 5

ECL cellen

Answer 5

liggen in buurt van parietale cellen, geven histamine af > productie zuur door parietale cellen

Question 6

endocriene cellen

Answer 6

sturen alle cellen aan, klein cytoplasma en compacte celkern

Question 7

endocriene cellen antrum

Answer 7

G cellen en D cellen

Question 8

G cellen

Answer 8

maken gastrine wat parietale cellen activeert

Question 9

D cellen

Answer 9

maken somatostatine, remt zuurproductie af door remmen protonpompen

Question 10

Wat voor cellen liggen in cardia?

Answer 10

mucus producerende om zo min mogelijk reflux te krijgen

Question 11

Wat voor cellen in fundus?

Answer 11

klierweefsel; produceert zuur en pepsinogeen

Question 12

Wat voor cellen pylorus?

Answer 12

minder klierweefsel en hoofdcellen, vooral veel slijm producerende om zuur te neutraliseren

Question 13

Wat doen G en D cellen?

Answer 13

feedback aan parietale cellen > balans > zuurproductie gereguleerd

Question 14

Wat doen slijmbekercellen?

Answer 14

surfactant maken en beschermen cellen tegen zure omgeving

Question 15

Acute reparatie (bescherming)

Answer 15

hyperemie > meer bloed aangeboden en regeneratie gestimuleerd > mucoid cap
- extra slijm geproduceerd

Question 16

Helicobacter pylori

Answer 16

hecht aan epitheelcellen > geeft toxische substantie af > acute en chronische reactie
- zuurproductie omhoog door hoge gastrinelevels
- kan leiden tot ulcus

Question 17

Waar voor kan helicobacter zorgen?

Answer 17

ulcus, grote bloedingen, atrofie slijmvlies, afname klierweefsel > minder zuur en enzym > diarree en minder B12 opname door minder intrinsic factor, maligniteiten

Question 18

opbouw dunne darm

Answer 18

plicae met vili en microvili
- epitheel mucosa: enterocyten en gobletcellen

Question 19

enterocyten

Answer 19

cilindrisch met grote basale celkern; zitten aan luminale zijde dicht op elkaar, basaal meer ruimte er tussen

Question 20

Paneth cellen

Answer 20

granulair en produceren lysozymen, belangrijk voor versterking afweer

Question 21

Brunner llieren

Answer 21

in submucosa duodenum, voor neutralisatie maagzuur > productie HCO3- en glycoproteinen

Question 22

Peyers patches

Answer 22

in ileum, lymfoid weefsel (bestrijding bacterien)

Question 23

M cellen

Answer 23

ileum, nemen bacterien waar en transporteren in Peyers patches

Question 24

opbouw colon

Answer 24

vlak mucosa zonder uitstulpingen, wel crypten. Meer slijmproducerende cellen en minder enterocyten; neuro-endocriene weefsels tussen epitheelcellen, continue regeneratie epitheel

Question 25

colitis ulcerosa

Answer 25

continue, distale en oppervlakkige ontsteking mucosa
- meer ontstekingscellen in lamina propria
- submucosa niet aangedaan

Question 26

morbus crohn

Answer 26

discotinue, focale en transmurale ontsteking, hele laag gefibroseerd, kan leiden tot stenose
- skip laesies, diepe ontstekingen en granulomen