ZO 8.0 Flashcards
Wat gebeurt er bij denaturatie van een eiwit?
Dan verliest hij zijn secundaire en tertiaire structuur.
Wat is de Henderson-Hasselbach equation?
pH = pKa + log (A- / HA)
Wat is de geconjugeerde base van melkzuur?
Lactaat
Wat is de pH van het bloed ongeveer?
7,4
Wat is de intracellulaire pH?
7,2
Wat is de belangrijkste buffer van urine?
NH4+/NH3
Noem nu twee factoren die de buffercapaciteit van een buffer bepalen.
Concentratie geconjugeerd zuur+geconjugeerde base: hoe hoger hoe sterker.
pH in relatie tot de pKa: hoe dichter de pH bij de pKa, des te groter de buffercapaciteit voor zowel zuur als base.
Op welke dag en waar groeien de longen en de trachea uit de voordarm?
De trachea en de longen groeien vanaf dag 22 caudaal van de farynx ventraal uit de primitieve voordarm.
Waar ontstaan de longknoppen?
Bij het vertakken van de trachea ontstaan de longknoppen.
Waar ontstaat de lever?
De lever ontstaat caudaal van de longaanleg.
Wat ontstaat er tussen de lever en de longaanleg?
Tussen de lever en de longaanleg ligt het septum transversum, waaruit het diafragma zal ontstaan.
Het laterale mesoderm splitst kort na de vorming in 2 mesodermlagen:
- Lateraal mesoderm grenst aan het endoderm. Dit is het viscerale (of splanchnisch) mesoderm.
- Lateraal mesoderm grenst aan het ectoderm. Dit is het pariëtale (of somatische) mesoderm
Hoe wordt de ruimte tussen het viscerale en het pariëtale mesoderm genoemd?
De ruimte tussen het viscerale en pariëtale mesoderm wordt het intra-embryonale coeloom (IEC) genoemd.
Wat is er bij het begin van de ontwikkeling van de middendarm?
Bij de middendarm staat het IEC in eerste instantie in open verbinding met een extra-embryonale ruimte, het extra-embryonale coeloom (EEC = chorionholte).
De overgang tussen intra- en extraembryonaal coeloom is met de dikke zwarte pijlen aangegeven.
Wat is het intra-embryonale coeloom (IEC) en waar is het de voorloper van?
Het intra-embryonale coeloom (IEC) vormt één holte binnen het embryo. Deze holte heeft de vorm van een hoefijzer en is de voorloper van de latere lichaamsholten: pericard-, pleura- en peritoneaalholte. In de bocht van het ‘hoefijzer’ ontstaat de pericardholte. De ‘poten’ van het hoefijzer worden de pleura (ook wel pericardio-peritoneale) kanalen genoemd. Hieruit ontstaan de pleuraholtes.