HC 7.8 Fysiologie tractus circulatorius Flashcards
Wat vindt er in de macrocirculatie plaats?
In de macrocirculatie vindt via het arteriële stelsel verdeling van het bloed plaats en via het veneuze stelsel verzameling.
Wat vindt er in de microcirculatie plaats?
In de microcirculatie vindt diffusie en filtratie plaats.
Hoe is de wand van vaten opgebouwd?
- tunica adventitia
- tunica media
- tunica intima
Waaruit bestaat de tunica adventitia?
Endotheliale buitenbekleding van het vat, bestaat uit bindweefsel.
Waaruit bestaat de tunica media?
Bevat glad spierweefsel met een elastische bindweefsellaag die kunnen zorgen voor contractie en vasoconstrictie. Het tunica media wordt geïnnerveerd door het autonome zenuwstelsel met zenuwuiteinden die noradrenaline geven.
Waaruit bestaat de tunica intima?
Binnenste laag met endotheel, gevolgd door een basaalmembraan, bindweefsel. De tunica intima wordt afgescheiden van de tunica media door een elastisch membraan.
Waar vertakken arteriën zich tot en wat is het verloop in diameter?
Arteriën vertakken zich tot eerste orde arteriolen (d = 60 micrometer). Deze vertakken zich via een tweede en derde orde naar de vierde orde arteriolen (d = 6 micrometer). Wanneer de arteriolen op hun kleinst zijn en het haarvatennetwerk ingaan, zijn het terminale arteriolen en hebben ze een diameter van slechts 6 micrometer.
Hoe groot is een erytrocyt en hoe komt die door de capillairen heen?
De erytrocyt is iets groter dan 6 micrometer en moet dus met enige druk door het haarvat worden geperst.
Hoe gaat het samenvoegen van takken na de capillairen?
Na de capillairen komen de postcapillaire venulen samen tot vierde orde venulen. Deze komen samen tot vierde, derde, tweede en eerste orde venulen (d = 60 micrometer). Deze komen samen in de vena cava.
De bloedvaten bestaan uit dezelfde lagen , maar wat is het verschil?
De verhouding tussen de lagen is verschillend.
Hoe ziet de vaatwand van de aorta eruit?
De aorta is van het elastische type (bevat veel elastine en minder glad spierweefsel) net als andere grote arteriën.
Hoe ziet de vaatwand van kleinere arteriolen eruit?
De kleinere arteriolen zijn van het musculeuze type (weerstandsvaten, bevat veel glad spierweefsel).
Wat kan er gezegd worden over de grootte van de arterie tegenover de samenstelling van de vaatwand?
Hoe kleiner de arterie, hoe dikker deze gladde spierweefsel laag wordt.
Waaruit bestaan capillairen?
Capillairen bestaan alleen uit endotheelcellen.
Waaruit bestaan sphincters?
Uit veel glad spierweefsel.
Wat is kenmerkend aan precapillaire sphincters?
Ze kunnen een heel vaatbed afsluiten.
Wat bevatten de vaatwanden in het veneuze stelsel?
Het veneuze stelsel bevat relatief veel collageen vezels. Daarmee zijn de venen minder elastisch, maar kunnen ze wel goed rekken voor drukveranderingen.
Waaruit bestaat de vaatwand bij een venule?
Een venule bevat veel gladspierweefsel en bindweefsel, waardoor ze goed kunnen uitrekken en vloeistof op kunnen slaan.
Wat hebben arteriën dankzij hun samenstelling en wat is daarvan de functie?
Een windketelfunctie. Het hart zorgt voor een pulserend systeem. De drukverschillen tussen systole en diastole moeten in de arteriën worden afgebouwd om de diffusie op orgaanniveau te kunnen laten plaatsvinden. Door de elastische eigenschappen vangen de arteriewanden de drukstoot van de ventrikels op en uiteindelijk wordt de bloeddruk constant.