Ziekteleer Pagina 91 t/m 100 Flashcards
Hoe stel je de diagnose etchyma?
De diagnose wordt gesteld op basis van de klinische verschijnselen. In twijfelgevallen kan men (elektronen)microscopisch onderzoek laten verrichten van materiaal uit de rand van jonge laesies. Bewijzend zijn insluitlichaampjes of virusdeeltjes.
Wat past er in de differentiële diagnose bij ecthyma?
De verschijnselen lijken op die van schapenpokken (aangifteplichtig), maar deze ziekte komt in Nederland niet voor. Bij de klinische screening in verband met MKZ blijkt het onderscheid hiermee soms lastig.
Hoe behandel je exthyma?
De behandeling bestaat vooral uit ondersteunende maatregelen en het voorkomen van secundaire bacteriële infecties door lokale behandeling met milde desinfecterende stoffen. Bij ernstige secundaire bacteriële infecties is systemische behandeling met antibiotica geïnduceerd. Het isoleren van aangetaste lammeren en ooien kan verdere problemen beperken, maar het resultaat valt vaak tegen omdat het virus zich snel verspreidt. Vaccinatie voor of tijdens de uitbraak kan de duur van de infectie binnen een koppel verkorten, maar werkt onvoldoende immuniteit op om een volgende infectie op hetzelfde bedrijf te voorkomen. In het vaccin zit levend, volledig virulent virus. Mensen moeten dit vaccin met grote zorgvuldigheid hanteren zodat geen zelfinfectie kan optreden.
Wat is de prognose van Echtyma?
De prognose is meestal gunstig voor lammeren, waarbij alleen de bek is aangetast. Maar de ziekte heeft een slepend karakter en het herstel kan soms langer dan een maand duren, waardoor de economische schade groot kan zijn. Jonge lammeren kunnen sterven, meestal door secundaire infecties. De prognose van ecthyma aan de uier hangt af van het optreden van en de ernst van de secundair ontstane bacteriële mastitis. Regelmatig leidt een dergelijke mastitis tot het afsterven van de uierhelft of zelfs sterfte van de ooi.
Welk virus veroorzaakt pokkendifterie bij pluimvee en vogels? Wat voor virus is dit?
Pokkendifterie is de naam voor infecties met Avipoxvirussen bij de kip en andere vogels, waarbij zowel laesies in de huid als in het mondslijmvlies kunnen optreden. Avipoxvirussen zijn DNA-virussen en er bestaan diverse varianten. Bekend zijn onder meer kippenpokken, kalkoenpokken, kwartelpokkenk, duivenpokken en kanariepokken.
Hoe vindt infectie met het kippenpokkenvirus plaats? Beschrijf ook de pathogenese.
Infectie met het kippenpokkenvirus geschiedt door mechanische transmissie via de beschadigde huid. Stekende insecten en ook de mijt Dermanyssus gallinae kunnen de infectie overbrengen. Horizontale transmissie tussen kippen geschiedt vrij langzaam. Infectie van de huid leidt na drie dagen tot virusproductie in de huid, voorafgegaan door hyperplasie van het epitheel. De incubatietijd bedraagt 4 tot 10 dagen. Een voorbijgaande viremie treedt op vanaf 4 dagen na infectie.
Geef de verschijnselen van pokkendifterie bij pluimvee en vogels.
Huidlaesies worden gekenmerkt door hyperplasie en necrose van epitheelcellen en infiltratie van ongerliggend stroma, wat leidt tot prominerende met korst bedekte laesies: de typische pokken. Onbehandeld kunnen deze laesies wekenlang blijven bestaan. Ook in de bek kunnen dergelijke laesies optreden, maar omdat deze niet tot korsten indrogen, blijven deze zichtbaar als prominerende bleekgele plaques. Vaak zijn overeenkomstige delen van de onder- en bovensnavel aangetast, wat contactverpreiding mogelijk maakt. De larynx is extreem gevoelig en zou via oogvocht (ductus nasolacrimalis) worden geïnfecteerd. De laesies in de bek en de larynx leiden tot een verminderde voedselopname. De stank uit de bek kan opvallend zijn. Bij leggende hennen leidt de ziekte tot conditieverlies en verminderde productie. Bij sterk verminderde voedselopname is de krop leeg en wordt er weinig mest geproduceerd. Het dier vermagert dan sterk en er kan sterfte optreden als gevolg van cachexie. Omdat de laesies rond de larynx ruimte-innemend zijn, kunnen de dieren ook benauwd worden en zelfs stikken.
Hoe diagnosticeer je pokkendifterie?
De diagnose wordt gesteld op basis van het klinisch en postmortaal beeld. Pokken zijn typische laesies. Bij histologisch onderzoek worden de typische hyperplasie en de aanwezigheid van grote eosinofiele cytoplasmatische insluitlichaampjes (Bollinger bollen) waargenomen. Onderscheid tussen vaccin- en veldstammen kan worden gemaakt met een PCR. Pokkeninfectie kan ook worden vastgesteld door het aantonen van een specifieke humorale immuunrespons met immunodiffusietesten of met een ELISA
Geef de therapie van pokkendifterie.
Infecties met het pokkenvirus gaan meestal spontaan over. Bij dieren die niet meer willen eten of drinken moet dwangvoedering worden toegepast. Bij kanaries kan de inwendige vorm leiden tot sterfte. In noodzakelijke gevallen kunnen (particulier gehouden) kippen worden behandeld door het aanstippen van de laesies met topicale desinfectantia die jodium bevatten. Daarnaast is een adequate verpleging nodig in de vorm van dwangvoedering en rust. Bij goede behandeling geneest de ziekte meestal na enkele weken.
Hoe vaccineer je voor pokkendifterie?
Vaccinatie geschiedt met een ‘levend’ vaccin van een diersoortspecifiek pokkenvirus, dat in artifactiële huidwonden wordt aangebracht. Daartoe worden gaatjes in de huid gemaakt of veren uitgetrokken. Na 7 tot 10 dagen kan de ontstane pok als positief resultaat worden onderzocht. Een hervaccinatie, die niet tot pokvorming leidt, is eveneens een betrouwbaar controlemiddel. De vaccinatie kan ook als noodvaccinatie worden toegepast. In het geval van een uitbraak op een bedrijf met gevoelige dieren geschiedt een noodvaccinatie dan bij dieren die nog niet zijn aangetast.
Ander woordt voor bek- en verenrot
Psittacine beak and feather disease.
Bij welke dieren zie je psittacine beak and feather disease? Welk virus veroorzaakt deze ziekte? Welke dieren zijn gevoelig en hoe vindt de overdracht plaats?
Bij papegaaiachtigen (psittacidae). De ziekte wordt veroorzaakt door een Circovirus (DNA-virus). Het virus is zeer omgevingsresistent. Vooral vogels jonger dan drie jaar zijn zeer gevoelig. Het virus wordt via direct en indirect contact overgedragen, vooral via inhalatie en ingestie.
Wat doet het virus van psittacine beak and feather disease?
Het virus tast de cellen van het immuunapparaat aan (bursa Fabricius en thymus) waardoor zowel de humorale als de celgemedieerde immuniteit wordt verstoord met veelal secundaire infecties als gevolg. Secundaire infecties zijn verantwoordelijk voor ongeveer 70% van de sterfte bij vogels die besmet zijn met dit virus. Daarnaast beschadigt dit virus de cellen die verantwoordelijk zijn voor de ontwikkeling van het verenkleed en in uitzonderlijke gevallen de snavel.
Hoe ziet de chronische vorm van psittacine beak and feather disease eruit?
De chronische vorm van de infectie wordt gekenmerkt door een toenemend veerverlies. Aantasting van de snavel wordt veel minder gezien, maar is beschreven bij kaketoes. Hierbij treedt een aantasting van het palatum van de bovensnavel op en uiteindelijk ontstaan ook barsten en necrose in de snavel, waardoor deze kan afbrokkelen.
Hoe stel je de diagnose psittacine beak and feather disease?
De diagnose wordt gesteld op basis van onderzoek van materiaal van afwijkende huid of veren, waarin typische insluitlichaampjes worden gevonden. Met behulp van een PCR-test op huidweefsel (of elektronenmicroscopie) kan de diagnose worden bevestigd. Een PCR-test op gehepariniseerd volbloed kan worden gebruikt om dragers op te sporten.
Is er een therapie voor psittacine beak and feather disease?
Er is geen therapie en geen vaccin voorhanden om de ziekte te bestrijden.
Bij welke dieren zie je een acute vorm van psittacine beak and feather disease? Wat zie je dan? Geef ook de prognose.
Bij jonge grijze roodstaart papegaaien. Deze vogels zijn jonger dan zes maanden en worden aangeboden met de klacht dat ze plotseling slap zijn en niet meer willen eten. Bij bloedonderzoek wordt een ernstige leukopenie gevonden en soms ook een anemie. Bij sectie blijkt een ernstige levernecrose aanwezig te zijn. Vanwege de ernst van verschijnselen wordt euthanasie geadviseerd bij vogels, waarbij geen leukocyten in het bloed meer worden aangetroffen. De prognose is zeer slecht en vogels sterven vrijwel altijd als gevolg van secundaire infecties.
Komt psittacine beak and feather disease ook bij andere dieren voor? Geef ook verschijnselen en therapie
Bij duiven komt ook een infectie met Circovirus voor. Het virus geeft, vergelijkbaar met psittacine beak and feather disease, een immuunsuppressie als gevolg van aantasting van de bursa van Fabricius bij jonge duiven (meestal jonger dan 6 maanden). De duiven kunnen als gevolg daarvan diverse ziekteverschijnselen ontwikkelen, die veelal het gevolg zijn van het ontwikkelen van secundaire infecties. Vaak zijn de duiven sloom met een verminderde eetlust en er treedt verhoogde uitval in de koppel op. Daarnaast kunnen ook problemen optreden als gevolg van een gebrekkige respons op vaccinatie die uitblijft door de aantasting van het immuunapparaat. Omdat vaccinatie niet mogleijk is, richt preventie zich vooral op het nemen van managementtechnise maatregelen om het infectierisico te verminderen. Daarbij kan worden gedacht aan het voorkomen van overbevolking en (tijdelijk) stoppen van de kweek.