Ziekteleer Pagina 91 t/m 100 Flashcards

1
Q

Hoe stel je de diagnose etchyma?

A

De diagnose wordt gesteld op basis van de klinische verschijnselen. In twijfelgevallen kan men (elektronen)microscopisch onderzoek laten verrichten van materiaal uit de rand van jonge laesies. Bewijzend zijn insluitlichaampjes of virusdeeltjes.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat past er in de differentiële diagnose bij ecthyma?

A

De verschijnselen lijken op die van schapenpokken (aangifteplichtig), maar deze ziekte komt in Nederland niet voor. Bij de klinische screening in verband met MKZ blijkt het onderscheid hiermee soms lastig.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe behandel je exthyma?

A

De behandeling bestaat vooral uit ondersteunende maatregelen en het voorkomen van secundaire bacteriële infecties door lokale behandeling met milde desinfecterende stoffen. Bij ernstige secundaire bacteriële infecties is systemische behandeling met antibiotica geïnduceerd. Het isoleren van aangetaste lammeren en ooien kan verdere problemen beperken, maar het resultaat valt vaak tegen omdat het virus zich snel verspreidt. Vaccinatie voor of tijdens de uitbraak kan de duur van de infectie binnen een koppel verkorten, maar werkt onvoldoende immuniteit op om een volgende infectie op hetzelfde bedrijf te voorkomen. In het vaccin zit levend, volledig virulent virus. Mensen moeten dit vaccin met grote zorgvuldigheid hanteren zodat geen zelfinfectie kan optreden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is de prognose van Echtyma?

A

De prognose is meestal gunstig voor lammeren, waarbij alleen de bek is aangetast. Maar de ziekte heeft een slepend karakter en het herstel kan soms langer dan een maand duren, waardoor de economische schade groot kan zijn. Jonge lammeren kunnen sterven, meestal door secundaire infecties. De prognose van ecthyma aan de uier hangt af van het optreden van en de ernst van de secundair ontstane bacteriële mastitis. Regelmatig leidt een dergelijke mastitis tot het afsterven van de uierhelft of zelfs sterfte van de ooi.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welk virus veroorzaakt pokkendifterie bij pluimvee en vogels? Wat voor virus is dit?

A

Pokkendifterie is de naam voor infecties met Avipoxvirussen bij de kip en andere vogels, waarbij zowel laesies in de huid als in het mondslijmvlies kunnen optreden. Avipoxvirussen zijn DNA-virussen en er bestaan diverse varianten. Bekend zijn onder meer kippenpokken, kalkoenpokken, kwartelpokkenk, duivenpokken en kanariepokken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe vindt infectie met het kippenpokkenvirus plaats? Beschrijf ook de pathogenese.

A

Infectie met het kippenpokkenvirus geschiedt door mechanische transmissie via de beschadigde huid. Stekende insecten en ook de mijt Dermanyssus gallinae kunnen de infectie overbrengen. Horizontale transmissie tussen kippen geschiedt vrij langzaam. Infectie van de huid leidt na drie dagen tot virusproductie in de huid, voorafgegaan door hyperplasie van het epitheel. De incubatietijd bedraagt 4 tot 10 dagen. Een voorbijgaande viremie treedt op vanaf 4 dagen na infectie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Geef de verschijnselen van pokkendifterie bij pluimvee en vogels.

A

Huidlaesies worden gekenmerkt door hyperplasie en necrose van epitheelcellen en infiltratie van ongerliggend stroma, wat leidt tot prominerende met korst bedekte laesies: de typische pokken. Onbehandeld kunnen deze laesies wekenlang blijven bestaan. Ook in de bek kunnen dergelijke laesies optreden, maar omdat deze niet tot korsten indrogen, blijven deze zichtbaar als prominerende bleekgele plaques. Vaak zijn overeenkomstige delen van de onder- en bovensnavel aangetast, wat contactverpreiding mogelijk maakt. De larynx is extreem gevoelig en zou via oogvocht (ductus nasolacrimalis) worden geïnfecteerd. De laesies in de bek en de larynx leiden tot een verminderde voedselopname. De stank uit de bek kan opvallend zijn. Bij leggende hennen leidt de ziekte tot conditieverlies en verminderde productie. Bij sterk verminderde voedselopname is de krop leeg en wordt er weinig mest geproduceerd. Het dier vermagert dan sterk en er kan sterfte optreden als gevolg van cachexie. Omdat de laesies rond de larynx ruimte-innemend zijn, kunnen de dieren ook benauwd worden en zelfs stikken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe diagnosticeer je pokkendifterie?

A

De diagnose wordt gesteld op basis van het klinisch en postmortaal beeld. Pokken zijn typische laesies. Bij histologisch onderzoek worden de typische hyperplasie en de aanwezigheid van grote eosinofiele cytoplasmatische insluitlichaampjes (Bollinger bollen) waargenomen. Onderscheid tussen vaccin- en veldstammen kan worden gemaakt met een PCR. Pokkeninfectie kan ook worden vastgesteld door het aantonen van een specifieke humorale immuunrespons met immunodiffusietesten of met een ELISA

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Geef de therapie van pokkendifterie.

A

Infecties met het pokkenvirus gaan meestal spontaan over. Bij dieren die niet meer willen eten of drinken moet dwangvoedering worden toegepast. Bij kanaries kan de inwendige vorm leiden tot sterfte. In noodzakelijke gevallen kunnen (particulier gehouden) kippen worden behandeld door het aanstippen van de laesies met topicale desinfectantia die jodium bevatten. Daarnaast is een adequate verpleging nodig in de vorm van dwangvoedering en rust. Bij goede behandeling geneest de ziekte meestal na enkele weken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe vaccineer je voor pokkendifterie?

A

Vaccinatie geschiedt met een ‘levend’ vaccin van een diersoortspecifiek pokkenvirus, dat in artifactiële huidwonden wordt aangebracht. Daartoe worden gaatjes in de huid gemaakt of veren uitgetrokken. Na 7 tot 10 dagen kan de ontstane pok als positief resultaat worden onderzocht. Een hervaccinatie, die niet tot pokvorming leidt, is eveneens een betrouwbaar controlemiddel. De vaccinatie kan ook als noodvaccinatie worden toegepast. In het geval van een uitbraak op een bedrijf met gevoelige dieren geschiedt een noodvaccinatie dan bij dieren die nog niet zijn aangetast.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Ander woordt voor bek- en verenrot

A

Psittacine beak and feather disease.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Bij welke dieren zie je psittacine beak and feather disease? Welk virus veroorzaakt deze ziekte? Welke dieren zijn gevoelig en hoe vindt de overdracht plaats?

A

Bij papegaaiachtigen (psittacidae). De ziekte wordt veroorzaakt door een Circovirus (DNA-virus). Het virus is zeer omgevingsresistent. Vooral vogels jonger dan drie jaar zijn zeer gevoelig. Het virus wordt via direct en indirect contact overgedragen, vooral via inhalatie en ingestie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat doet het virus van psittacine beak and feather disease?

A

Het virus tast de cellen van het immuunapparaat aan (bursa Fabricius en thymus) waardoor zowel de humorale als de celgemedieerde immuniteit wordt verstoord met veelal secundaire infecties als gevolg. Secundaire infecties zijn verantwoordelijk voor ongeveer 70% van de sterfte bij vogels die besmet zijn met dit virus. Daarnaast beschadigt dit virus de cellen die verantwoordelijk zijn voor de ontwikkeling van het verenkleed en in uitzonderlijke gevallen de snavel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoe ziet de chronische vorm van psittacine beak and feather disease eruit?

A

De chronische vorm van de infectie wordt gekenmerkt door een toenemend veerverlies. Aantasting van de snavel wordt veel minder gezien, maar is beschreven bij kaketoes. Hierbij treedt een aantasting van het palatum van de bovensnavel op en uiteindelijk ontstaan ook barsten en necrose in de snavel, waardoor deze kan afbrokkelen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hoe stel je de diagnose psittacine beak and feather disease?

A

De diagnose wordt gesteld op basis van onderzoek van materiaal van afwijkende huid of veren, waarin typische insluitlichaampjes worden gevonden. Met behulp van een PCR-test op huidweefsel (of elektronenmicroscopie) kan de diagnose worden bevestigd. Een PCR-test op gehepariniseerd volbloed kan worden gebruikt om dragers op te sporten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Is er een therapie voor psittacine beak and feather disease?

A

Er is geen therapie en geen vaccin voorhanden om de ziekte te bestrijden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Bij welke dieren zie je een acute vorm van psittacine beak and feather disease? Wat zie je dan? Geef ook de prognose.

A

Bij jonge grijze roodstaart papegaaien. Deze vogels zijn jonger dan zes maanden en worden aangeboden met de klacht dat ze plotseling slap zijn en niet meer willen eten. Bij bloedonderzoek wordt een ernstige leukopenie gevonden en soms ook een anemie. Bij sectie blijkt een ernstige levernecrose aanwezig te zijn. Vanwege de ernst van verschijnselen wordt euthanasie geadviseerd bij vogels, waarbij geen leukocyten in het bloed meer worden aangetroffen. De prognose is zeer slecht en vogels sterven vrijwel altijd als gevolg van secundaire infecties.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Komt psittacine beak and feather disease ook bij andere dieren voor? Geef ook verschijnselen en therapie

A

Bij duiven komt ook een infectie met Circovirus voor. Het virus geeft, vergelijkbaar met psittacine beak and feather disease, een immuunsuppressie als gevolg van aantasting van de bursa van Fabricius bij jonge duiven (meestal jonger dan 6 maanden). De duiven kunnen als gevolg daarvan diverse ziekteverschijnselen ontwikkelen, die veelal het gevolg zijn van het ontwikkelen van secundaire infecties. Vaak zijn de duiven sloom met een verminderde eetlust en er treedt verhoogde uitval in de koppel op. Daarnaast kunnen ook problemen optreden als gevolg van een gebrekkige respons op vaccinatie die uitblijft door de aantasting van het immuunapparaat. Omdat vaccinatie niet mogleijk is, richt preventie zich vooral op het nemen van managementtechnise maatregelen om het infectierisico te verminderen. Daarbij kan worden gedacht aan het voorkomen van overbevolking en (tijdelijk) stoppen van de kweek.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat is difterie bij het rund?

A

Difterie bij het rund is een necrotiserende ontsteking van het slijmvlies in de bek en de keel, die vooral voorkomt bij twee weken tot drie maanden oude kalveren, maar soms ook wordt gezien bij vaarzen.

20
Q

Waardoor wordt difterie bij het rund veroorzaakt?

A

De difterie wordt veroorzaakt door Fusobacterium necrophorum. Deze anaerobe gramnegatieve staaf is een normale omgevingsbacterie die zich op de slijmvliezen ken bevinden.

21
Q

Hoe ontstaat infectie met difterie bij het rund?

A

Infecties ontstaan meestal pas als het slijmvlies beschadigd is, bijvoorbeeld wanneer gebitselementen doorbreken of door harde delen van planten. Bij jonge dieren is het slijmvlies nog kwetbaar waardoor er gemakkelijk ontvellingen (excoriaties) kunnen ontstaan. Als zich op plaatsen waar het slijmvlies beschadigd is een lichte infectie ontwikkelt met bijvoorbeeld Trueperella pyogenes, krijgt Fusobacterium necrophorum de kans om zich te handhaven en te vermeerderen. Hierbij worden exotoxinen geproduceerd die coagulatienecrose opwekken. Ondanks dat Fusobacterium necrophorum niet per definitie een ziekteverwekker is, kan de infectie zich binnen het bedrijf gemakkelijk - bijvoorbeeld via speenemmers - naar andere dieren verspreiden (enzoötie)

22
Q

Waar zie je difterie bij het rund?

A

Afhankelijk van de plaats van e ontsteking onderscheiden we tongdifterie, wandifterie en larynxdifterie.

23
Q

Welke verschijnselen zie je bij difterie bij het rund?

A

De eerste verschijnselen zijn lusteloosheid en een verminderde eetlust. Het kalf drinkt minder en begint te speekselen. Er is een karakteristieke foetor ex ore, die wordt veroorzaakt door bacteriële eiwitafbraak en necrose met rotting door saprofyten. Bij tongdifterie valt vooral het speekselen op. Bij wangdifterie is de wang gezwollen, hard en pijnlijk. De dieren ‘pruimen’. De laesies bestaan uit geelgrijze stevige ulcera met een rode demarcatierand en zijn bedekt met een necrotische pseudomembraan. Ze zitten meestal achterin de bek en zijn moeilijk te zien en te behandelen. De keelstreek is pijnlijk bij palpatie. Bij larynxdifterie is stridor het meest opvallende verschijnsel.

24
Q

Hoe kan difterie bij het rund zich uitbreiden?

A

Difterie kan zich via de bloedbaan (embolieën) of door inhalatie verspreiden naar andere organen. Dit kan resulteren in ernstige complicaties, zoals necropurulente pneumonie waardoor hoesten en koorts optreedt. Sterfte door toxinaemie komt ook voor. Door encefalitis kunnen neurologische verschijnselen (nystagmus, dwangbewegingen, opisthotonus), verlammingsverschijnselen of - soms pas weken later - osteomyelitis van de wervels optreden.

25
Q

Hoe stel je de diagnose difterie bij het rund?

A

De diagnsoe wordt gesteld op grond van de karakteristieke veranderingen in het slijmvlies van de bek. Omdat laesies in het achterste deel van de bek (wang en farynx) moeilijk zijn te zien, moet de bek grondig worden geïnspecteerd met een buisspeculum. Ook moet worden gelet op eventuele oorzaken voor slijmvliesbeschadiging, zoals vreemde voorwerpen of scherpe punten aan de kiezen. Bacteriologisch onderzoek van een swab diep uit de laesie kan de diagnose bevestigen.

26
Q

Wat zit er in de DDx bij difterie bij het rund?

A

Bij pinken en oudere dieren moet worden gedacht aan actinobacillose van de tong, maar hierbij zien we bijna nooit necrose

27
Q

Wat is de therapie bij difterie bij het rund?

A

De therapie bestaat uit het parenteraal toedienen van antibiotica. Daarnaast moeten hygiënemaatregelen worden genomen om verspreiding via bijvoorbeeld speenemmers te voorkomen.

28
Q

Wat is de prognose bij difterie bij het rund?

A

De prognose van difterie is in het algemeen gunstig. Alleen larynxdifterie en door embolie gecompliceerde vormen hebben een slechte prognose.

29
Q

Wat is actinobacillose bij het rund? Welke bacterie veroorzaakt dit?

A

Actibobacillose bij het rund is een bacteriële infectie van de weke delen van de bek, die een pyogranulomateuze ontsteking veroorzaakt. De infectie wordt gekenmerkt door veel pyogranulomen die zijn omgeven door slap bindweefsel. Om het totale ontstekingsproces is vaak een stevig bindweefselkapsel gevormd. De ziekte wordt veroorzaakt door de facultatief anaeurobe gramnegatieve staaf Actinobacillus lignieresii, dis zich als commensaal op de slijmvliezen kan bevinden.

30
Q

Bij welke dieren komt actinobaccillose voor?

A

Bij het rund en bij het schaap. Actinobacillose komt sporadisch voor bij schapen, waarbij de laesies voorkomen in de lippen, wangen en de neus of in de huid tussen onderkaak en het sternum

31
Q

Hoe treedt infectie met actinobacillose op? Geef ook de verschijnselen en de verspreiding.

A

Infectie kan optreden door wondjes in het mondslijmvlies, bijvoorbeeld als gevolg van scherpe stukjes voer of corpora aliena. Vooral de tong, de farynx en de larynx worden aangetast. In de tong is het proces soms zeer uitgebreid (we spreken dan van houttong), soms nodulair en aan de oppervlakte paddenstoelvormig, terwijl elders voornamelijk de circumscripte granulomen worden gezien. De aandoening komt sporadisch voor in neusgangen, de slokdarm, de voormagen, de longen en de huid. In de meeste gevallen zijn de regionale lymfeknopen aangetast. De ziekte is niet erg besmettelijk en doet zich meestal slechts bij een enkel dier voor. Soms kan de infectie endemisch optreden bij jong rundvee op stal. Dit gebeurt echter alleen als er ook predisponerende factoren aanwezig zijn die leiden tot een hoge incidentie van mondslijmvliesbeschadiging.

32
Q

Wanneer zie je actinobacillose?

A

De infectie verloopt vaak zonder duidelijke verschijnselen en wordt dan pas bij het slachten ontdekt. In ernstige gevallen van tongactinobacillose speekselt het rund en kan het moeilijk grazen, kauwen en slikken. Soms is de tong zo sterk in omvang toegenomen en door bindweefselvorming verhard (houttong) dat het dier geen ruwvoer kan pakken en de bek niet meer kan sluiten. Bij keelactinobacillose ontstaan slikproblemen en soms ook een inspiratoire stridor.

33
Q

Hoe stel je de diagnose actinobacillose?

A

De diagnose van tongactinobacillose wordt gesteld door inspectie en palpatie van de tong en door microscopisch en bacteriologisch onderzoek van purulent exsudaat of een biopt.

34
Q

Hoe behandel je actinobacillose?

A

Der infectie kan worden behandeld door middel van een langdurige antibioticakuur. Bij gelokaliseerde actinobacillose dringt het antibioticum vanwege bindweefselvorming vaak slecht door tot de infectiehaard. Hierdoor is er een vrij grote kans op een recidief. Bij de diffuse vorm (houttong) zijn de veranderingen irreversibel en is de prognose slecht.

35
Q

Wat is actinomycose en bij welke dieren zie je het?

A

Actinomycose is een chronische ontsteking van het skelet (osteomyelitis) met talrijke pyogranulomen. De aandoening wordt vooral gezien bij het rund en tast vooral de onderkaak aan. De morbiditeit is laag.

36
Q

Hoe onderscheidt je actinomycose van actinobacillose?

A

De ontsteking is op basis van de klinische verschijnselen niet van actinobacillose te onderscheiden.

37
Q

Waardoor wordt actinomycose veroorzaakt?

A

Actinomycose wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door Actinomyces bovis, een anaerobe en niet-sporenvormende grampositieve staaf, die een normale bewoner is van het mondslijmvlies. Een enkele maal wordt Actinomyces israelii gevonden, de veroorzaker van kaakacticomycose bij de mens.

38
Q

Hoe treedt infectie met actinomycose op?

A

Infectie kan optreden door wondjes in het mondslijmvlies als gevolg van scherpe stukjes voer en corpora aliena bij jonge dieren als gebitselementen doorbreken. Gewoonlijk blijft de kiem beperkt tot de primaire laesie en bijbehorende lymfeknoop en vindt er geen lymfogene verspreiding plaats.

39
Q

Wat zijn de verschijnselen van actinomycose?

A

De verschijnselen bestaan uit moeilijk kauwen en deformiteiten van de kaak. De zwelling is hard, niet verplaatsbaar en aanvankelijk meestal niet pijnlijk. In een later stadium kan het pijnlijk zijn bij aanraking en kan het proces doorbreken. Hierbij komt plakkerig purulent exsudaat vrij dat kleine, harde, geelwitte granulae bevat.

40
Q

Hoe stel je de diagnose actinomycose?

A

De diagnose wordt gesteld op grond van de verschijnselen. Om zekerheid te krijgen is aanvullend onderzoek gewenst. DIt omvat röntgenonderzoek van de kaak en bacteriologisch onderzoek. Vanwege de matige prognose is behandeling van actinomycose neit zinvol.

41
Q

Bij welke dieren komen hyperplasieën van de gingiva vooral voor?

A

Bij brachycefale rassen. De afwijking wordt meestal aangeduid met de term gingivahyperplasie.

42
Q

Wat is een goedaardig neoplasie van mond die je vaak tegenkomt?

A

Een epulis. Histopathologisch is hierbij onderscheid te maken tussen de fibromateuze epulis en ossificerende epulis. De epuliden vinden hun oorsprong in het ondersteunende weefsel van de gebitselementen. Epuliden komen vooral voor bij de hond, in het bijzonder bij brachycefale rassen, aan de labiale en buccale zijde van de gingiva. In de literatuur wordt aangegeven dat 30% van de boxers ouder dan 5 jaar aan deze aandoening lijdt.

43
Q

Hoe zien goedaardige epuliden eruit?

A

Epuliden zijn stevig tot hard, bleekroze van kleur en hebben een glad oppervlak. Naast bindweefsel (fibromateus) kunnen ze ook veldjes beenweefsel (ossificerend) bevatten. De fibromateuze en ossificerende epuliden zijn goedaardig en moeten niet verward worden met het acanthomateuze ameloblastoma dat lokaal invasief in het kaakbot ingroeit maar zelden op afstand metastaseert.

44
Q

Welke soorten kwaadaardige neoplasieën zie je in de bek vooral?

A

Plaveiselcelcarcinoom, fibrosarcoom en maligne melanoom. Deze neoplasieën zijn macroscopisch niet van elkaar te onderscheiden, met uitzondering van het melanotisch melanoom, dat soms een kenmerkende zwarte kleur heeft. Neoplasieën komen voornamelijk voor in de bek en betrekkelijk weinig in de keelstreek.

45
Q

Hoe zien hyperplasie in de bek er meestal uit?

A

Hoewel hyperplasiteën een flinke omvang kunnen bereiken, zijn de verschijnselen meestal beperkt tot de aanwezigheid van een knobbelvormige zwelling van de gingiva rond de gebitselementen. De zwelling kan zo groot worden dat de gingiva boven het niveau van de (snij)tanden uitgroeit. Hierbij kan het slijmvlies beschadigd raken en kunnen er bloedingen optreden.

46
Q

Hoe zien neoplasieën in de bek eruit?

A

De neoplasaieën kunnen aanvankelijk lijken op een epulis, maar hun ligging is niet beperkt tot de gingiva en zij bereiken een veel grotere omvang. Door hun omvang en ligging veroorzaken zij moeilijkheden bij eht eten en slikken (toegenomen speekselvloed). In grote neoplasieën treedt vaak beschadiging op van de bedekkende mucosa en ulceratie van de tumor. Dit kan leiden tot stank uit de mond. De lokale en regionale lymfeknopen (mandibulair en retrofaryngeaal) zijn vaak gezwollen door de begeleidende ontsteking of door uitzaaiingen. Bij veel ulceratie of necrose en bij metastasering op afstand kan er algemene malaise zijn en gewichtsverlies.