Ziekteleer Pagina 111 t/m 120 Flashcards

1
Q

Welke vormen van slokdarmverwijding komen voor bij de hond, kat en het paard?

A

Een plaatselijke verwijding - bij de hond en kat bijvoorbeeld als gevolg van een vasculaire ring - en een algehele verwijding, de megaoesofagus of slokdarmachalasie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe ontstaat een vasculaire ring die een plaatselijke verwijding van de slokdarm veroorzaakt?

A

De vasculaire ring is het gevolg van een afwijkende embryonale ontwikkeling, waarbij niet de linker maar de rechterboog persisteert. Samen met de hartbasis, de arteria pulmunalis en het ligamentum arteriosum (bindweefselrest van de ductus arteriosis) vormt deze boog een ring rond de slikdarm, die de passage van voedsel bellemmert. Op de nduur ontstaat hierdoor een verwijding in het craniaal van de ring gelegen deel van de slokdarm.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zie je bij de megaoesofagus en bij welke dieren zie je dit?

A

De slokdarm is over de gehele lengte verwijd. Dit zie je bij de hond, kat en het paard.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is de oorzaak van megaoesofagus?

A

De oorzaak is niet altijd bekend. Bij de hond is 80% idiopatisch, maar in 20% kan er een primaire oorzaak zijn zoals lokale myasthenia gravis, hypothyreoïdie, hypoadrenocorticisme en myositis.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn bij honden en katten verschijnselen van slokdarmverwijding?

A

Bij honden en katten is regurgiteren het belangrijkste verschijnsel van ee nslokdarmverwijding. Daarnaast kunnen ook verschijnselen worden gezien van een longontsteking (aspiratie- of verslikpneumonie) omdat er tijdens de slaap gemakkelijk slokdarminhoud kan worden geaspireerd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe stel je de diagnose slokdarmverwijding?

A

De diagnose wordt gesteld op basis van de verschijnselen. Om een onderscheid te kunnen maken tussen een vasculaire ring en een megaoesofagus moeten röntgenfoto’s worden gemaakt van de thorax, al dan niet na het opnemen van voedsel met een röntgencontrastmiddel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe behandel je de slokdarmverwijding?

A

Er is geen behandeling voor de slokdarmverwijding, met uitzondering van de vasculaire ring, die chirurgisch kan worden behandeld (doorsnijden van het ligamentum arteriosum). De slokdarmverwijding heeft een gereserveerde tot matige prognose. Bij de idiopatische vorm is geen (medicamenteuze) therapie mogelijk, maar met ondersteunende maatregelen (zoals voeren vanaf een verhoogde plaats) is soms een redelijk normaal leven mogelijk. In het geval van de vasculaire ring is functioneel herstel onzeker. De prognose is beter als de verwijding minder ernstig is en de afwijking in een vroeg stadium wordt behandeld.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welke slokdarmverwijding ken je nog bij het rund en het paard en wat is de oorzaak?

A

Bij het rund en het paard komt een slokdarmverwijding ook voor als gevolg van een slokdarmverlamming. Deze zeldzaam voorkomende aandoening kan worden veroorzaakt door een meningo-encefalitis (Listeria), door botulisme of door een loodintoxicatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zie je bij een slokdarmverwijding als gevolg van slokdarmverlamming? Waar gaat het vaak mee gepaard?

A

Een slokdarmverwijding door slokdarmverlamming gaat vaak samen met een verlamming van de farynx. De dieren kunnen hierdoor moeilijk slikken en nemen bijna geen voedsel of water op. Als zij toch proberen te drinken, wordt het water soms weer ‘uitgehoest’. Paarden kunnen daarnaast ook regurgiteren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Bij welke dieren zie je vaker slokdarmverwijding door slokdarmverlamming?

A

Bij het Friese paard is er een relatief hoge prevalentie van de slokdarmverlamming, waarvan de exacte oorzaak onbekend is. Deze slokdarmverlamming gaat zelden gepaard met farynxverlamming.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoe noem je een ontsteking in de slokdarm en waar kan het door ontstaan?

A

Oesofagitis. Kan ontstaan door mechanische of chemische prikkeling. Mechanische prikkeling kan optreden door een scherp voorwerp (bij kat ook haarballen met het ruw oppervlak), door een langdurige aanwezigheid van een slokdarmobstructie of door het verwijderen van een voorwerp uit de slokdarm met instrumenten. Een chemische prikkeling van de oesofagus kan ontstaan door caustische stoffen of door blootstelling aan maaginhoud (bijvoorbeeld maagzuur) wanneer deze terugstroomt in de slokdarm (gastro-oesofagale reflux). Maar ook reflux van pepsine uit de maag of trypsine en gal uit de darm in de slokdarm kan een oesofagitis veroorzaken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wanneer zie je bij de hond gastro-oesofageale reflux?

A

Vooral bij chronisch braken en bij stoornissen van de maaglediging, maar ook tijdens anesthesie kan reflux optreden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wanneer ziej e bij het paard een refluxoesofagitis?

A

Bij het paard en vooral bij het jonge veulen kan een refluxoesofagitis ontstaan als complicatie van maagulcera.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wanneer zie je bij het rund een oesofagitis?

A

Vaak in het kader van mucosal disease.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Geef de algemene verschijnselen van oesofagitis.

A

Bij een oesofagitis zien we meestal dysfagie, speekselen, regurgiteren en soms anorexie. Vanwege de pijn zal het dier nauwelijks eten. Bij het rund kan de slijmvlieszwelling zo sterk zijn dat er tympanie optreedt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hoe diagnostiseer je oesofagitis?

A

Bij lichamelijk onderzoek worden meestal geen duidelijke afwijkingen gevonden. Bij zorgvuldige palpatie is de slokdarm zelden afwijkend. Een enkele keer kan een verwijde of gevoelige slokdarm worden gevoeld. Röntgen(contrast)onderzoek kan aanwijzing geven voor verwijding van de slokdarm of verminderd transport. Maar het bewijs voor een ontsteking kan alleen worden verkregen door endoscopie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Hoe behandel je een oesofagitis?

A

De behandeling is gericht op het wegnemen van de prikkel. Verdere mechanische beschadiging van de mucosa moet worden voorkomen, dus zal zacht voedsel gegeven moeten worden. Bij ernstige ontsteking zal soms zelfs totale rust aan de slokdarm gegeven moeten worden. en zal een maagsonde moeten worden ingebracht om voedsel te kunne ntoedienen. Het zal duidelijk zijn dat de prognose van een oesofagitis afhankelijk is van de oorzaak.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat is de krop en waar dient hij voor?

A

De krop is een verwijding in de slokdarm van veel vogelsoorten. Deze dient voor de tijdelijke opslag van voedsel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat kan zorgen voro infecties van de krop bij de duif? En welke zien we bij andere vogels?

A

Bij de duif worden infecties van de krop vooral veroorzaakt door de eencellige flagellaat Trichomonas gallinae. Dit organisme kan ook infecties veroorzaken bij parkieten en roofvogels. Bij parkieten en papegaaien komen vooral infecties met gisten voor (Candida spp.)/

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Wat zijn de verschijnselen van kropinfecties bij vogels?

A

De verschijnselen bestaan uit anorexie, dysfagie en regurgiteren. De krop is verwijd door een verdikking van de wand of door stase van voedsel. Bij Trichomoniasis zijn er typische gele necrotische plaques in de bek - trichomoniasis wordt ook wel ‘het geel’ genoemd - en er is een foetor ex ore.

21
Q

Hoe stel je de diagnose kropinfectie bij de vogel?

A

De diagnose stellen we op basis van de verschijnselen en de bevindingen bij microscopisch onderzoek van een uitstrijkje van de inhoud of de wand van de krop. Hierin kunnen de verwekkers zowel in een vers natief (Trichomonas) als in een gekleurd preparaat (Candida) worden aangetroffen.

22
Q

Wat staat er in je DDx bij een kropinfectie?

A

De DDx omvat zowel aandoeningen van de krop als processen buiten de krop en slokdarm. Bij jonge vogels die met de hand worden opgefokt, komen regelmatig kropverbrandingen voor door het voeren van te hete pap (magnetron). Bij volwassen papegaaie nwordt een kropverwijding soms ook gezien in het kader van kliermaag-dilatatieziekte, terwijl ook gedact moet worden aan een loodintoxicatie.

23
Q

Hoe behandel je een kropinfectie?

A

Omdat er in veel gevallen sprake is van onvoldoende voedselopname gedurende korte of lange tijd, is de eerste actie gericht op stabilisatie van de energie- en vochtbalans. Bij een stase van voedsel moet de krop vaak eerst worden leeggemaakt, waarna via een sonde vloeibaar voedsel en medicijnen kunnen worden ingegeven. Vervolgens richt de behandeling zich op de primaire oorzaak. De prognose is meestal gunstig.

24
Q

Bij welke dieren zien we slokdarmtumoren en hoe vaak zien we ze? Van waaruit komen ze?

A

Slokdarmtumoren zien we vrijwel alleen bij de hond en de kat. Slechts 0,5% van het totale aantal tumoren bij deze diersoorten bestaat uit slokdarmtumoren. Het betreft dan vooral metastatische tumoren uit de schildklier, longen en de maag.

25
Q

Welke slokdarmtumoren zie je bij de hond het meest?

A

Bij de hond zijn de meest voorkomende primaire slokdarmtumoren osteosarcomen en fibrosarcomen. Fibrosarcomen kunnen worden veroorzaakt door infectie met Spirocerca lupi.

26
Q

Welke slokdarmtumoren zie je bij de kat?

A

Bij de kat komen vooral plaveiselcelcarcinomen voor, maar soms vinden we ook het maligne lymfoom (ook bij andere diersoorten). Ingestie van adelaarsvaren (Pteridium aquilinum) is bij katten en paarden in verband gebracht met oesofageale plaveiselcelcarcinomen.

27
Q

Welke goedaardige slokdarmtumoren zie je ook?

A

Papillomen.

28
Q

Geef de verschijnselen van slokdarmtumoren.

A

De verschijnselen zijn voroal afhankelijk van de grootte en de mate van obstructie en beïnvloeding van de slokdarmmotiliteit. Het meest voorkomende verschijnsel is regurgiteren en soms anorexie of ee nverslikpneumonie.

29
Q

Hoe stel je de diagnose slokdarmtumoren?

A

De diagnose wordt gesteld door middel van endoscopie en door histologisch en cytologisch onderzoek van de biopten. Een behandeling is meestal erg teleurstellend, met uitzondering van het maligne lymfoom, waarbij - zeker de kat - redelijke tot goede resultaten kunnen worden bereikt.

30
Q

Uit welke compartimenten bestaat de maag van een herkauwer?

A

De pens (rumen), de netmaag (reticulum), de boekmaag (omasum) en de lebmaag (abomasum). De eerste drie compartimenten worden aangeduide als de voormagen. De voormagen zijn aangepast aan de vertering van celwanden, die een groot deel uitmaken van het plantaardig rantsoen van de herkauwer. Het vierde compartiment, de lebmaag, is wat zijn functie betreft vergelijkbaar met de enkelvoudige maag van de meeste zoogdieren.

31
Q

Wat is tympanie? Welke twee vormen ken je?

A

onder tympanie verstaan we een situatie waarbij de hoeveelheid gas in de pens abnormaal groot is. Gebruikie benamingen voor tympanie zijn ‘opgelopen zijn’, ‘aan de wind staan’ ‘trommelzucht’ en in het Engels ‘bloat’. Er zijn twee vormen: tympanie met vrij gas (ook wel secundaire tympanie genoemd) en schuimtympanie (pimaire tympanie).

32
Q

Hoe wordt secundaire tympanie veroorzaakt?

A

Secundaire tympanie wordt veroorzaakt doordat het ructusmechanisme niet goed functioneert. Een excessieve gasproductie alleen kan geen tympanie veroorzaken, omdat het ructusmechanisme in staat is om in zeer korte tijd grote hoeveelheden gas uit de pens af te voeren. Pas als het ructusmechanisme op de een of andere wijze verstoord raakt, zal het gas zich in de pens ophopen. Tympanie is dus altijd secundair aan een ziektebeeld dat interfereert met het ructusmechanisme. De tympanie kan echter zo ernstig zijn dat de gasophoping alle andere verschijnselen overheerst en daardoor op een zelfstandig ziektebeeld lijkt.

33
Q

Noem een aantal aandoeningen die tympanie kunnen veroorzaken

A

Slokdarmverstopping, druk op de oesofagus door ruimte-innemende processen in de borstholte, cardiafibromen of een traumatische reticuloperitonitis. Soms kunnen koeien die langdurig geheel op hun zij liggen - bijvoorbeeld tijdens de partus - ook een lichte vorm van tympanie krijgen. In deze positie is de afvoer van gas niet mogelijk. Als deze koeien in normale sternale ligging worden gebracht, verdwijnt de tympanie weer.

34
Q

Geef een ander woord voor primaire tympanie en geef aan wat het is.

A

Schuimtympanie. Dit is een fermentatiestoornis, die ontstaat door een interactie tussen oppervlaktespanning verhogende stoffen in het voer (eiwitten) en de pensflora. Daardoor ontstaat een stabiele schuimmassa, waarin CO2 in de vorm van fijne belletjes wordt vastgehouden. De aandoening komt vooral voor bij het rund, maar ook bij schapen en andere herkauwers. In Nederland treedt schuimtympanie vooral op bij beweiding van zwaar bemest grasland of van etgroen.

35
Q

Wat zijn de verschijnselen van tympanie?

A

De verschijnselen van beide vormen van tympanie zijn identiek. Het meest opvallend is de sterke toename van de buikomvang, vooral in de linker hongergroeve. Daarbij komt de linker buikwand soms boven het niveau van de rugwervels uit. De dieren willen niet eten en worden onrustig. Ze kijken naar de buik, krommen de rug en strekken de hals en kop. Als de dilatatie verder toeneemt, vertonen de dieren koliek en produceren in hun onrust regelmatig urine en ontlasting. Als er niet wordt ingegrepen raken de dieren in schock door de druk op de buikorganen, grote vaten, hart en longen, als gevolg waarvan zij sterven.

36
Q

Hoe stel je de diagnose tympanie?

A

De diagnose wordt gesteld op grond van de verschijnselen. Vervolgens moeten we op zoek gaan naar de achterliggende oorzaak.

37
Q

Hoe behandel je tympanie?

A

De therapie bestaat in eerste instantie uit het opheffen van de dilatatie door het inbrengen van een dikke rubber sonde (sonde van Marek) of door het percutaan inbrengen van een schroeftrocart volgens Buff. Als er sprake is van tympanie met vrij gas zal het gas via de sonde of trocart ontsnappen. De spoedeisende situatie is hierbij opgeheben en de diagnostiek kan worden gericht op de primaire oorzaak. Bij schuimtympanie haalt het inbrengen van een trocart of sonderen niet veel uit. Het fijn verdeelde gas kan niet ontsnappen en er kan evenmin pensvloeistof worden afgeheveld. Door middel van orale toediening van slaolie of andere stoffen die de oppervlaktespanning verlagen (zoals poloxalene) kan geprobeerd worden het schuim af te breken.

38
Q

Wat is de prognose bij tympanie?

A

Secundaire tympanie kan adequaat worden behandeld, maar de prognose is uiteindelijk afhankelijk van de primaire oorzaak.

39
Q

Waar zijn voedingsstoornissen bij het rund vaak een belangrijke oorzaak van? Hoe komt dit?

A

Van diarree. Dit komt onder meer omdat een hoge melkproductie krachtvoerrijke rantsoenen vergt. Het voeren van krachtvoerrijke rantsoenen wordt vaak gekenmerkt door een tekort aan traag fermenteerbare componenten, wat vervolgens een afwijkende pensfermentatie tot gevolg kan hebben. Hierdoor kunnen extreme pH-veranderingen in de pens optreden, vooral pensacidose. Eiwitrijke rantsoenen kunnen aanleiding geven tot een pensalkalose. Het vertrekken van ondeugdelijk voer kan een pensvervuiling tot gevolg hebben. Bij kalveren komt een chronisch recidiverende tympanie voor, die het gevolg is van voedingsfouten rond de speenperiode. Tot slot kunnen niet gespeende kalveren door een verkeerd voerregime gaan pensdrinken, met fermentatiestoornissen tot gevolg.

40
Q

Wat is pensacidose?

A

Onder pensacidose verstaan we een toestand waarin de pH van de pensvloeistof zo ver daalt dat de pensfermentatie verstoord raakt. Dit is het geval als de pH langdurig onder de 5,5 daalt. De mate van de pH-daling is afhankelijk van de hoeveelheid en de fermentatiesnelheid van het opgenomen voer.

41
Q

Welke factoren in het rantsoen werken een te snelle of te grote daling van de pH in de pens in de hand?

A
  1. Een hoog krachtvoeraandeel (met in verhouding weinig ruwvoer)
  2. Krachtvoer met veel snel fermenteerbare organische stoffen (zetmeel en suikers)
  3. Weinig structuur in het rantsoen
  4. Een hoge droge stof opname.
42
Q

Hoe kan de pH dalen in de pens? En waar leidt dit toe?

A

De daling van de pH ontstaat als de fermentatiesnelheid te hoog wordt en leidt tot een snelle stijging van de productie van vluchtige vetzuren. Naast een toename in de hoeveelheid gevormde vluchtige vetzuren wijzigt de onderlinge verhouding van de geproduceerde vluchtige verzuren ten gunste van propionzuur. Wanneer de afvoer van de vluchtige verzuren en de buffering van de pensinhoud niet toereikend zijn, zal de pH dalen. Dit leidt tot een zodanige verandering van de pensflora dat er steeds meer lactaat wordt geproduceerd. Hierdoor kan de pH verder dalen en versterkt het proces zichzelf.

43
Q

Welke twee vormen van pensacidose ken je?

A

De acute pensacidose, de meest ernstige en extreme vorm, en de mildere chronische pensacidose.

44
Q

Wat gebeurt er bij de acute pensacidose?

A

De actute pensacidose wordt veroorzaakt door een plotselinge grote opname van snel fermenteerbare koolhydraten en eiwitten die onder andere in veel krachtvoerders aanwezig zijn. Het meest opvallende verschijnsel is de complete anorexie in korte tijd. In het acute stadium is er sprake van een verminderde motoriek van de voormagen, die kan leiden tot duidelijke tympanie. Na enkele uren ontwikkelt zich een ernstige profuse diarree met zuurstinkende, vrij gele mest. In ernstige gevallen ontwikkelt zich binnen enkele uren een metabole acidose als gevolg van absorptie van melkzuur uit de pens. De metabole acidose gaat gepaard met depressie, spierzwakte en ataxie. Deze koeien kunnen binnen 24 uur sterven.

45
Q

Hoe kun je een acute pensacidose behandelen en wat is de prognose?

A

Er is een groot scala aan therapeutische mogelijkheden, die variëren van eenvoudige rantsoenmaatregelen tot corrigerende infusen en rumenotomie. Afhaneklijk van de ernst van de acidose varieert de prognose van redelijk gunstig tot slecht.

46
Q

Geef de verschijnselen van een chronische pensacidose.

A

De verschijnselen van een chronische pensacidose zijn veel minder ernstig dan die van de acute vorm Vaak zijn nauwelijks verschijnselen te zien. Soms wordt chronische diarree, intermitterende voederweigering, laag melkvetgehalte of - na enkele weken - chronische klauwbevangenheid waargenomen. het is daarnaast mogelijk dat er leverabcessen ontstaan en dat er (parakeratotische) hyperkeratose van de pens optreedt. Als er aanwijzingen zijn voor chronische pensverzuring, moet het rantsoen worden aangepast. De prognose is goed.

47
Q

Wat is pensalkalose en waar is het het gevolg van?

A

Pensalkalose wordt gekenmerkt door een te hoge pH van de pensvloeistof (> 7,5). De aandoening komt veel minder vaak voor dan pensacidose. Pensalkalose is het gevolg van ondervoedering met eiwit of met niet-eiwit stikstofproducten, waarbij een overmaat van ammoniak wordt gevormd. Bij een duidelijke ondervoeding met eiwit treedt een overmatige productie van ammoniak vaak niet op de voorgrond, maar ontstaat er een dysbacteriose.

48
Q

Wat is pensvervuiling en hoe ontstaat het?

A

Pensvervuiling is een verzamelnaam voor alle overige situaties die gekenmerkt worden door een afwijkende pensfermentatie. Voedermiddelen die de fermentatie nadelig beïnvloeden zijn bijvoorbeeld rotte kuil, bevroren of rot voer, voer dat sterk is beschimmeld of is verontreinigd met mest. Het onderscheid tussen pensalkalose en pensvervuiling is niet altijd even duidelijk.