Ziekteleer pagina 202 t/m 224 Flashcards
Beschrijf een rotavirusinfectie
Jonge dieren (1-8 weken). Op basis van genetische en antigenetsiche eigenschappen worden de viri ingedeeld in verschillende groepen (A-F). C en E worden alleen bij varken gevonden. Met name groep A is zoönotisch, maar de andere groepen hebben potentie voor zoönose. Daarnaast worden ook recombinaties van humane en veterinaire stammen gevonden.
Beschrijf rota- en coronavirusenteritis bij het kalf.
Rotavirus tast hierbij het bovenste tweederde deel van de darmvlokken aan, waar het neecrose veroorzaakt, waardoor een regeneratieve vlokatrofie ontstaat. Hierdoor ontwikkelt malabsorptie en maldigestie.
Virus komt voor op alle bedrijven, nagenoeg elk kalf raakt besmet, lang niet altijd verschijnselen. Kalveren die net zijn hersteld zijn belangrijkste infectiebron. Incubatietijd is 24 tot 72 uur en incidentie stijgt tijdens stalseizoen.
Kalverdiarree wordt echter meestal veroorzaakt door mengingecties van rotavirus en coronavirus.
Verschijnselen: eerst sloomheid en minder drinken, na enkele uren diarree. Waterdunne, wit/.gele diarree met brokken. Na enige tijd ook slijm en bloedsliertjes in de mest en de temperatuur raakt verhoogt. Infectie zelden langer dan 5 dagen.
Diagnose op basis van verschijnselen en leeftijd, eventueel kan met ELISA virus worden aangetoond in feses
DDx: coronavirusinfectie, maar therapie en prognose gelijk, alleen onderscheid voor preventieve maatregelen.
Therapie: symptomatisch, rehydratie met elektrolytendrank. Bij dieren met ernstige dehydratie en metabole alkalose is intraveneuze rehydratie nodig. Het voederregime moet worden aangepast, om het verminderde absorberend vermogen van de darm niet te overschrijden. Antibiotica kunnen worden gebruikt bij ernstige secundaire bacteriële infectie.
Goede biestvoorziening is basis van prefectie, naast hygiëne en gescheiden huisvesting. Hierdoor komen de dieren niet in nauw contact met grote hoeveelheden virus en kunnen ze actief afweer opbouwen. Bij hardnekkige situaties kunnen moederdieren gevaccineerd worden, waardoor concentratie aan antilichamen in biest groter is.
Beschrijf rotavirusenteritis bij het veulen.
Meestal 100% veulens besmet en verloopt infectie hetzelfde als bij het kalf. Sommige veulens nauwelijks ziek, andere sloom, drinken minder en hebben diarree. Diagnose op basis van verschijnselen en aantonen virus in feces met ELISA
DDx: coronavirus, salmonellose en clostridium infectie
Behandelen: symptomatisch. Vergt enige tijd om de darmvlokken te laten herstellen, waardoor diarree langer kan aanhouden dan infectie. Soms krijgen ze door vlokatrofie lactoseintolerantie, lactase moet dan vworden toegediend.
Beschrijf rotavirusenteritis bij de big.
Komt ook bij het varken veel voor. Groep C veroorzaakt neonatale diarree, groep A, B en E komen voor bij biggen ouder dan 2 weken. De incubatietijd is 8-24 uur en de infectie kan bij gespeende biggen gecompliceerd worden door een secundaire e. coli infectie, waarbij de verschijnselen veel ernstiger zijn.
Bij klinische manifestatie zijn de dieren sloom, hebben ze een verminderde eetlust en braken ze soms. De profuse diarree kan 4 tot 6 dagen aanhouden, waardoor de biggen snel gedehydreerd rake nen een verminderde eetlust hebben. De darm vertoont een catarrale enteritis met hyperregeneratieve vlokatrofie, waardoor het bij biggen die de infectie overleven wel twee weken kan duren voor de feces weer normaal worden. De diagnose wordt gesteld door ELISA onderzoek van de feces.
DDx: E. coli, isospora suis, clostridium perfringens.
Behandeling is symptomatisch, frequent verstrekken van kleine hoeveelheden voedsel en toedienen elektrolytendrank is belangrijk.
Beschrijf de rotaviruenteritis bij de fret.
Op fokbedrijven komen uitbraken voor die gepaard gaan met hoge morbiditeit en mortaliteit bij pups. Verschijnselen zijn diarree, die groen en slijmerig is. Op basis van de verschijnselen wordt ook de diagnose gesteld. Behandeling is symptomatisch en bestaat uit oraal of parenteraal toedienen van elektrolytenvloeistof.
Beschrijf rotavirusenteritis bij het konijn.
Komt voor op konijnenfokkerijen door afname van maternale immuniteit. De infectie wordt vaak gecompliceerd door een secundaire E. coli, waardoor de morbiditeit en mortaliteit toeneemt. Verschijnselen zijn slijmerige tot groengele waterige diarree, dehydratie en anorexie. Diagnose wordt pas postmortaal vastgesteld, waarbij vlokatrofie en gezwollen enterocyten kenmerkend zijn.
DDx: coronavirus
Therapie is symptomatisch, voorkomen van uitdroging en dwangvoeren bij anorexie. Preventie bestaat uit verminderen stress, door minder dieren in een hok te stoppen, dominante dieren verwijderen, stoppen met fokken, bevorderen van hygiëne en geven van voer wat sterk rijk is aan ruwe vezels.
Beschijf coronavirusenteritis bij het varken.
TGE en PED worden beiden veroorzaakt door coronavirus en veroorzaken ernstige gastro-enteritis. Het ziektebeeld van PED is minder dramatisch dan van TGE. Verschijnselen bestaan uit verminderde eetlust, diarree en soms braken. Bij zeugen kan de melkgift ophouden. Bij jonge biggen is de diarree waterig en hebben de dieren veel dorst. De ontlasting is bleek en bevat vaak stukjes gestremde melk. De biggen sterven na enkele dagen, overleven ze het wel dan hebben ze een beperkte groeivertraging. De diagnose wordt gesteld door onderzoek van een vriescoupe van de dunne darm van een dier dat in de acute fase van de ziekte is gestorven. Er is geen specifieke therapie. Als er geen complicaties optreden is sterfte gering en zijn de dieren na een week weer hersteld.
Beschijf coronavirusenteritis bij volwassen runderen.
De meeste runderen hebben immunitiet opgebouwd, toch kan het bij enkele dieren winterdysenterie geven. De aandoening wordt gekenmerkt door een profuse diarree, die zich snel verspreid en gepaard gaat met een acute daling in de melkproductie. Er treedt vrijwel altijd een snel herstel op.
beschrijf coronavirusenteritis bij het konijn.
RECV treedt vooral op bij jonge konijnen. Verschijnselen zijn sloomheid, diarree en een gezwollen buik. De diagnose wordtd meestal postmortaal gesteld. Het caecum bevat dunne, vloeibare inhoud en bij histologisch onderzoek wordt degeneratie en necrose van enterocyten gezien. De diagnose kan bevestigd worden door isolatie van het virus.
Beschrijf feline oronavirusenteritis bij de kat
Twee groepen: FIP en FeCV. FeCV wordt vooral gezien bij kittens van 6 tot 12 weken. De verschijnselen bestaan uit braken en diarree, die in zeldzame gevallen hemorragisch is. Behandeling is symptomatisch.
Beschrijf parvovirusenteritis bij de hond.
Veroorzaakt door canine parvovirus type 2. Door vaccinatie komt de ziekte alleen nog voor bij jonge pups die de maternale immuniteit verliezen. Incubatietijd is 3 tot 8 dagen. CPV2 veroorzaakt een acute, necrohemorragische enteritis. De eerste verschijnselen zijn sloomheid, niet eten en braken. Dit wordt gevolgd door diarree, waardoor de pups ernstig gedehydreerd raken. De feces zijn zacht, vloeibaar en grijs-roodbruin door bloedbijmengingen. Bij pups jonger dan 8 weken kan het virus myocarditis veroorzaken, waardoor ook verschijnselen van acuut hartfalen optreden.
Diagnose door het virus aan te tonen in de ontlasting door middel van ELISA. bij dieren die langere tijd ziek zijn kan een fals-negatief optreden. Bij sectie is de dunne darm plaatselijk verwijd, zijn de serosa rood en zijn puntbloedingen te zien. De darm is leeg of bevat een gele tot hemorragische inhoud.
DDx: ernstige infectie met haakowrmen, isospora, rotavirus en coronavirus.
Behandeling: rehydratie en antibiotica tegen secundaire infectie. Omdat het virus via de feces wordt uitgescheiden is hygiëne van groot belang. In kennels dienen de hokken goed gereinigd te worden, vanwege de resistentie van CPV2
Beschrijf parvovirusenteritis bij de kat.
Beter bekend als FPLV of kattenziekte. Vooral bij jonge kittens met een invubatietijd van 2 tot 10 dagen.
Virus veroorzaakt hemorragische of fibrinonecrotische enteritis, die gepaard gaat met leukopenie. Bij de acute vorm zijn de dieren sloom, eten ze niet, braken ze en hebben ze een waterige, stinkende diarree. Bij de chronische vorm kan de diarree weken tot maanden aanhouden, door necrose van de epitheelcellen. Infectie bij drachtige poezen kan leiden tot infectie van de foetus, waardoor grote kans op cerebellaire hypoplasie bestaat.
Diagnose op basis van aantonen van het virus i nde feces met ELISA. Bij sectie is een deel van de darm wijd en hyperemisch. Histologisch vertoont de darm uitgebreide necrose van crypte-epitheel.
DDx: isospora spp, rotavirus en coronavirus.
Behandeling: rehydratie en ondersteunende antibiotica. Ook hier is hygiëne en vaccinatie belangrijk.
De acute vorm verloopt echter bijna altijd dodelijk
Beschrijf parvovirusenteritis bij de nerts en de fret.
Ook wel aleutian disease virus (ADV), een parvovirus. Ziekte vooral bij jonge dieren: lusteloosheid, anorexie en verslechtering van de vacht. Na verloop van tijd ontstaat anemie en eventueel nierfalen. Alle verschijnselen worden veroorzaakt door vastlopende immuuncomplexen in de organen.
Diagnose wordt bevestigd door het aantonen van antilichamen met CIEP (counterimmuno-elektroforese)
Er bestaat geen geschikte therapie, alleen ondersteuning met vloeistof, dwangvoeding en NSAIDs mogelijk.
Beschrijf BVD en MD
Bovine virusdiarree wordt veroorzaakt door het bovine virus diarree virus (pestivirus) waarvan type 1 belangrijk is in europa. Er is een acute, dodelijke verlopende aandoening, die kan optreden bij dieren met een chronische persisterende infectie (MD) en een subacute vorm (BVD).
Via de bloedbaan kan de foetus in uterus worden geïnfecteerd, wat kan leiden tot abortus, mummificatie van de vrucht of congenitale afwijkingen. Ook worden persisterend geïnfecteerde kalveren geboren, die geen verschijnselen vertonen, maar wel continu virusdeeltjes uitscheiden. Deze dieren zijn geïnfecteerd met een niet-cytopathogeen virus, die ze als lichaamseigen herkennen en waar ze dus geen antilichamen tegen aanmaken. Wanneer ze echter worden geïnfecteerd met een nauwe verwant, of wanneer mutatie ontstaat, kan Mucosal Disease ontstaan.
Verschijnselen van BCD zijn verminderde eetlust, verhoogde temperatuur, diarree, die bruin/grauwgroen en stinkend is, multifocale hyperemische plekken in de bek en abortus bij drachtige dieren.
Verschijnselen van MD zijn veel ernstiger en bestaan uit anorexie, ernstige diarree, hyperemisch slijmvlies, verhoogde temperatuur, slijmvliesulceraties in de bek, afwezige pensbewegingen, slappe pensinhoud en een ontstoken kroonrand en tussenklauwhuid.
Diagnose stellen door virus PCR of ELISA. Bij sectie vinde nwe hyperemie, bloedingen en erosies en ulceraties over de hele tractus.
DDX: BXK, MKZ, runderpers, bluetongue en vesiculaire stomatitis. BVD vereist geen behandeling, MD verloopt altijd dodelijk. Snel verwijderen van PI-kaleveren is essentieel voor de bestrijding. Daarnaast kan intra-uteriene infectie worden voorkomen door vaccinatie minstens vier weken voor inseminatie.
TGE
Transmissible Gastro-enteritis. Komt voor bij varken door coronavirus