Ziekteleer Pagina 71 t/m 80 Flashcards

1
Q

Hoe noem je het tandloze gedeelte van de onderkaak en waar ligt het? Hoe noemen we dit in de paardenwereld?

A

Dit is het diastema. Het ligt tussen de snijtanden en de kiezen: het pars interalveolaris mandibulae. In de paardenwereld worden deze de ‘lagen’ genoemd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Bij welke dieren zien we een fractuur in het diastema? En hoe ziet die er dan uit?

A

Een fractuur in het diastema wordt vooral bij het paard aangetroffen. Als de fractuur eenzijdig is, staat het snijtandgedeelte van de onderkaak meer of minder scheef ten opzichte van dat van de bovenkaak. De fractuur kan ook beiderzijds aanwezig zijn. Dan hangt het gehele snijtandgedeelte van de onderkaak naar beneden af. De fractuur kan open of gesloten zijn. Bij palpatie in de mond is te voelen dat er een onderbreking is van de onder de gingiva gelegen botstructuren, dat door de dislocatie ter plaatse van de fractuur de botdelen ten opzichte van elkaar verspringen en dat er abnormale beweeglijkheid is. Door middel van röntgenologisch onderzoek kan de fractuur verder geïnventariseerd worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn de mogelijkheden wat betreft het behandelen van een fractuur in het diastema bij een paard?

A

Er zijn verschillende mogelijkheden om na de repositie de fractuurstukken tegen elkaar te fixeren en gefixeerd te houden. De keuze hangt ervan af of de fractuur eenzijdig of beiderzijds is, of de fractuur open of gesloten is en van het verloop van de fractuur. De behandeling vereist specialistische kennis en vaardigheden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke benadering past bij een (meestal beiderzijdse) diastemafractuur bij pasgeboren kalveren en veulens en hoe ontstaat dit fractuur?

A

De fractuur is meestal het gevolg van te sterke tractie, uitgeoefend aan de onderkaak door de verloskundige tijdens de geboorte. In tegenstelling tot oudere paarden is een behandeling met cerclagedraden of een beugel bij het pasgeboren veulen niet mogelijk, omdat het gebit nog onvoldoende ontwikkeld is. De fractuur kan dan behandeld worden door middel van een interne fixatie met behulp van een pin in beide kaakhelften. Adhankelijk van de plaats en de richting (het verloop) van de fractuur, is in een aantal gevallen bij deze veulens een eenvoudigere methode toepasbaar, namelijk het intapen van de snuit. Na repositie van het afhangende snijtandgedeelte wordt de snuit omwikkeld met zwachtels van elastisch en zelfklevend materiaal.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe geneest een diastemafractuur en waar is dit van afhankelijk?

A

Het genezingsverloop van de fractuur is sterk afhankelijk van de mate waarin de fractuurstukken stabiel ten opzichte van elkaar gefixeerd kunnen worden. Iedere beweeglijkheid in het gractuurgebied remt de genezing. Een andere belangrijke factor, vooral bij open fracturen, is de mate van contaminatie en de infectie van het kaakbot die zich daaruit kan ontwikkelen. Een en ander leidt ertoe dat de prognose in sommige gevallen gunstig en in andere gevallen ongunstig is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe verloopt een fractuur in het corpus mandibulae vaak? Wat zie je aan de buitenkant?

A

Een fractuur in het corpus mandibulae loopt vaak door de alveole van één of meer kiezen. De kaak is plotseling dik geworden, en door de betrokkenheid van alveolen of kiezen ontstaan vaak ernsige kauwstoornissen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is van belang voor het verloop van de fractuurgenezing bij een fractuur in het corpus mandibulae?

A

Voor het verloop van de fractuurgenezing is het van belang na te gaan of de fractuur open of gesloten is. Een open fractuur kan leiden tot infectie met botnecrose en sequestervorming. Dit kan resulteren in een vertraagde fractuurgenezing en in de vorming van abcessen en fistels. Ook kan een alveolitis ontstaan. De fractuur kan open zijn aan de buitenkant van de kaak (uitwendig wond zichtbaar) maar ook aan de binnenzijde (een gingivadefect waarneembaar bij mondinspectie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wanneer is directe behandeling van een fractuur in het corpus mandibulae niet nodig?

A

Als de fractuur is gelokaliseerd in het gebied van de kiezen, is door de stevige verbinding tussen de kiezen en het kaakbot de mate van dislocatie en abnormale beweeglijkheid vaak gering. In dat geval is directe behandeling van de fractuur niet nodig, maar wordt een conservatieve behandeling ingesteld. Zonodig kunnen pijnstillers worden toegediend.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is de behandeling van een fractuur in het corpus mandibulae als er wel dislocatie of beweeglijkheid ter plaatse van de fractuur bestaat?

A

Als er wel veel dislocatie of beweeglijkheid ter plaatse van de fractuur bestaat, kan een chirurgische behandeling worden ingesteld door middel van een uitwendige of inwendige fixatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe vaak komt een fractuur in het ramus mandibulae voor en wat zie je dan?

A

Een fractuur in de ramus mandibulae komt zelden voor. Er bestaat een acute zwelling ter plaatse van de fractuur. Het dier heeft vaak ernstige acute kauwstoornissen. Soms staat de onderkaak scheef ten opzichte van de bovenkaak. Na enige tijd ontstaat een zichtbare atrofie van de m. masseter.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoe behandel je een fractuur van de ramus mandibulae?

A

De mate van dislocatie kan gering zijn omdat de ramus mandibulae beschermd ligt tussen de m. masseter aan de buitenkant en de m. pterygoideus medialis aan de binnenzijde. In dit geval kan een conservatieve en expectatieve behandeling worden ingesteld: aanpassen van het rantsoen en zonodig verstrekken van pijnstillende middelen. Een chirurgische behandeling door middel van interne fixatie met een plaat is in principe wel mogelijk, maar moeilijk uitvoerbaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Ander woord voor vreemd lichaam

A

Corpora aliena

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Bij welke dieren zie je een corpora aliena in de mondholte?

A

Vreemde voorwerpen in de mondholte en keel kunnen bij alle diersoorten voorkomen, maar we zien ze het meest bij jonge honden en katten. Vooral bij herkauwers zijn corpora aliena, zoals grasaren en ijzerdraad, bekend als veroorzaker van een faryngitis. Paarden zijn kieskeurige eters, hebben zeer gevoelige lippen en ondervinden dus zelden problemen met corpora aliena in de monholte.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wanneer zie je problemen bij honden en katten met een corpora aliena in de mond en keel?

A

Bij de hond en de kat ontstaan de meeste problemen door scherpe voorwerpen en draadvormige objecten. Voorbeelden van scherpe voorwerpen zijn botsplinters, visgraten, naalden, satéstokjes en grasaartjes. Het bekendst zijn houtfragmenten na het spelen met stokken (hond) en draadvormige voorwerpen, die na doorslikken vastlopen onder de tong. Elastiekjes kunnen zich rond de tongbasis vastzetten en ernstige circulatieproblemen veroorzaken, met als gevolg necrose van de tong.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat zie je bij katten veel wat betreft corpora aliena in de mond en keel?

A

Bij katten komt nogal eens een karakteristiek beeld voor als een grasspriet in de nasofarynx terechtkomt. Na het opeten van gras en weer uitbraken, schiet een grasspriet soms boven het palatum molle in de nasofarynx en blijft daar zitten. De katten vertonen vaak kokhalzen, speekselen, mooilijk slikken en na verloop van tijd neusuitvloeiing.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Waar kunnen corpora aliena ook terecht komen?

A

Corpora aliena kunnen ook worden doorgeslikt en dan beschadiging geven van de slokdarm, maag en darmen. Regelmatig worden dieren (vooral eenden en andere watervogels) aangeboden die een visdraad met vishaak hebben ingeslikt, waarbij we dan een combinatie van problemen zien. Berucht is ook het stoktrauma bij honden, die tijdens het spelen een stok in hun farynx krijgen. Dit kan gepaard gaan met ernstige verwondingen diep in de keel. Houten satéstokjes kunnen een lange reis door het lichaam maken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Welke verschijnselen zien we bij corpora aliena in de monholte en keel.

A

De verschijnselen hangen af van de aard van het voorwerp. De dieren kunnen krabben aan de bek, met hun kop over de grond schuren, kokhalzen, speekselen en veelvuldig slikbewegingen maken. Stokken kunnen de wand van de farynx perforeren en ernstige ontstekingsprocessen veroorzaken in de keelstreek. Draadvormige voorwerpen reiken vaak tot in het darmkanaal. Hier worden zij meegevoerd door de peristaltiek, maar omdat het voorwetp ana de tongbasis wordt tegengehouden, stroopt de darmwand zich op rond het voorwerp. Dit leidt er uiteindelijk toe dat de draad aan de binnenbocht door de darmwand heen snijdt, waardoor een (septische) peritonitis kan ontstaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Hoe stel je de diagnose corpus alienum in de mond- en keelholte?

A

De diagnose stellen we door middel van een grondige inspectie van de bek en de keel, Bij gezelschapsdieren is ee ngoede inspectie alleen mogelijk als de patiënt onder algehele anesthesie wordt gebracht. Wanneer runderen goed gefixeerd kunnen worden, is het mogelijk de keelholte manueel te inspecteren met behulp van een mondsperder. De orofarynx van het paard kan vaak enkel grondig geïnspecteerd worden onder volledige anesthesie, de nasopharynx kan bij het staande paard endoscopisch worden geïnspecteerd via de neus.

19
Q

Welke corpora aliena in de mond kunnen gemakkelijk aan de aandacht ontsnappen?

A

Draadvormige voorwerpen onder de tong snijden door het frenulum heen. Zij komen hierdoor diep in het weefsel te liggen en kunnen dan gemakkelijk aan de aandacht ontsnappen. Röntgenfoto’s van de buik kunnen aanwijzingen geven over de aanwezigheid van een draadvormig voorwerp in de vorm van een karakteristiek patroon van opgestroopte darmlissen. In dergelijke gevallen moet de bek altijd grondig worden geïnspecteerd, waarbij de aandacht zich vooral richt op de onderkant van de tongbasis.

20
Q

Welke therapie stel je in bij corpora aliena in de mond en keel?

A

De therapie bestaat uit het verwijderen van het corpus alienum. Bij een ontsteking is toediening van antibiotica geïndiceerd. Draadvormige voorwerpen kunnen we onder de tong doorknippen, maar dat is niet voldoende. Ook als het voorwerp niet meer onder de tongbasis is gefixeerd, kan het de darmwand opstropen en perforeren. Het voorwerp moet daarom chirurgisch uit de darm worden verwijderd. De verwondingen onder de tong behoeven meestal geen behandeling. Bij elastiekjes die necrose van de tongpunt hebben veroorzaakt, zal een partiële resectie van de tong moeten worden uitgevoerd. Uitgangspunt is wel dat de patiënt na de resectie nog wel zelfstandig moet kunnen eten.

21
Q

Wat is de prognose bij een corpus alienum in de mond en keel?

A

De prognose van de draadvormige voorwerpen is afhankelijk van de schade aan de darmwand. Bij perforatie van de darmwand is de prognose gereserveerd.

22
Q

Ontsteking van het slijmvlies in de mond en bek

A

Stomatitis

23
Q

Ontsteking van de lippen

A

Cheilitis

24
Q

Ontsteking van het tandvlees

A

Gingivitis

25
Q

Waardoor kunnen ontstekingen zoals gingivitis, stomatitis en cheilitis worden veroorzaakt?

A

Infectieziekten (vooral herkauwer en vogel) en gebitsafwijkingen

26
Q

Wat zien we bij het uremiesyndroom?

A

Bij diverse diersoorten komt een erosieve en/of ulceratieve stomatitis voor in het kader van het zogenaamde uremiesyndroom. De veranderingen zijn gelokaliseerd langs de randen van de onderzijde van de tong en in het slijmvlies van de lip en de wang, in het bijzonder naast de opening van de speekselgangen. De necrose wordt mogelijk veroorzaakt door uitscheiding in het speeksel van stikstofhoudende metabolieten, waardoor ook de ammoniakgeur verklaard word. Er is echter geen duidelijke correlatie tussen de ernst van de uremie en het ontstaan van de laesies. Ook treedt er in het kader van uremie vasculitis op die kan bijdragen aan het ontstaan van de laesies.

27
Q

Bij welke dieren zien we een faryngitis? Wat is dan de oorzaak?

A

Hoewel een ontsteking van het slijmvlies van de farynx bij alle diersoorten kan voorkomen, zien we een faryngitis het meest bij het paard en de herkauwers. Bij deze diersoorten kan een faryngitis zowel een fysische als een infectieuze oorzaak hebben. Voorbeelden van fysische oorzaken zijn trauma door het geven van een orale behandeling (‘drench’ pistool, maagsonde), opname van irriterende hete of koude substanties en opname van corpora aliena

28
Q

Hoe kunnen infectieuze agentia ee nfaryngitis induceren?

A

Infectieuze agentia kunnen zowel primair als secundair een faryngitis induceren. Een secundaire faryngitis ontstaat bijvoorbeeld bij beschadiging door fysische oorzaken. Een infectieuze faryngitis bij het paard en de herkauwers is meestal secundair aan andere aandoeningen. Bij het paard is een faryngitis vooral geassocieerd met infecties van het respiratieapparaat, terwijl er bij de herkauwers vooral een verband is met infectieuze aandoeningen van het digestiestelsel.

29
Q

Geef de verschijnselen van een faryngitis.

A

Het belangrijkste verschijnsel is moeilijk slikken (dysfagie). Daarnaast kan er een stridor zijn en bij herkauwers een toegenomen speekselvloed. Andere verschijnselen zijn hoesten, een wisselende eetlust en in ernstige gevallen regurgitatie door de neusgaten. De retrofaryngeale lymfeknopen zijn meestal vergroot. Bij een secundaire infectieuze faryngitis kunnen ook andere verschijnselen van de primaire infectie bij het individuele dier of in de koppel worden waargenomen.

30
Q

Hoe stel je de diagnose faryngitis?

A

De diagnose van een faryngitis wordt gesteld op basis van de verschijnselen en de bevindingen bij het lichamelijk onderzoek, vooral inspectie en palpatie van de bek en de keel. Endoscopisch en röntgenologisch onderzoek kunnen belangrijke diagnostische hulpmiddelen zijn.

31
Q

Hoe behandel je een faryngitis?

A

Aangezien faryngitis vaak secundair is aan andere aandoeningen, is de therapie gericht op de behandeling van de primaire oorzaak. De prognose is dan ook afhankelijk van de primaire oorzaak.

32
Q

Geef het voorkomen van ontstekingsprocessen in de keel bij de hond en kat.

A

Ontstekingsprocessen in de keelstreek worden vooral gezien bij de hond. Zij zijn meestal het gevolg van het binnendringen van houtfragmenten via de farynx na het spelen met stokken. Bij vechtende katten kunnen abcessen ontstaan in de keelstreek door verwondingen die met de nagels zijn toegebracht

33
Q

Wat zijn de verschijnselen van ontstekingsprocessen in de keel bij de hond en kat?

A

De zwelling is slecht begrensd, warm en pijnlijk. De consistentie varieert van stevig tot week, afhankelijk van de fase waarin het proces zich bevindt. Vaak zijn er verschijnselen die horen bij een infectie, zoals koorts, algemene malaise en het niet willen eten.

34
Q

Hoe stel je de diagnose voor ontstekingsprocessen in de keel bij de hond en kat?

A

De diagnose wordt gesteld met behulp van een punctie van de dikte. In de acute fase kan meestal slechts een geringe hoeveelheid materiaal worden afgezogen. Als de zwelling al enige dagen bestaat en zich tot een abces heeft ontwikkeld, wordt bij punctie purulent exsudaat verkregen. Om een compleet beeld te krijgen moet de farynx in algehele anesthesie worden geïnspecteerd op eventuele perforaties. Vreemde voorwerpen zoals houtsplinters kunnen soms worden opgespoord met echografie.

35
Q

Wat staat er in je DDx bij onstekingsprocessen bij de hond en kat?

A

Ontstekingsprocessen moeten worden onderscheiden van speekselcysten en neoplasieën. Het onderscheid wordt gemaakt met behulp van een punctie, eventueel gevolgd door cytologisch onderzoek van het verkregen materiaal.

36
Q

Hoe behandel je ontstekingsprocessen in de keelstreek bij de hond en kat?

A

De behandeling richt zich in eerste instantie op het bestrijden van de infectie. Het proces wordt opengelegd en gedraineerd. Antibiotica zijn alleen nodig bij een acute ontsteking met ernstige algemene ziekteverschijnselen. Als de ontsteking tot rust is gekomen, moet een eventueel corpus alienum operatief worden verwijderd. In sommige gevallen moet ook de wond in de farynx worden gesloten. Vanwege de vele kwetsbare structuren in de keelstreek, zoals de a. carotis en n. recurrens, is het verstandig om de ingreep over te laten aan een specialist.

37
Q

Wat is mond-en-klauwzeer en door wie wordt het veroorzaakt? Waar komt het voor?

A

Mond-en-klauwzeer is een zeer besmettelijke virusziekte bij runderen, varkens en andere evenhoevigen. MKZ wordt veroorzaakt door een RNA-virus uit het genus Aphtovirus dat behoort tot de familie Picornaviridae. Er zijn zeven verschillende serotypen bekend en per serotype vaak weer vele subtypen. In Europa zijn de meest voorkomende serotypen A, O, C en Asia 1. MKZ is endemisch in Afrika, Zuid-Amerika en Azië. Noord-Amerika, Japan, Australië en Nieuw-Zeeland zijn vrij van MKZ

38
Q

Is MKZ besmettelijk voor de mens?

A

Het MKZ-virus is niet besmettelijk voor de mens. Mensen kunnen wel gedurende enkele dagen drager zijn van het virus en het virus op deze wijze verspreiden. Er bestaat bij mensen wel een ziekte die lijkt op MKZ, namelijk hand-, voet- en mondziekte (HVM). Deze ziekte, die gepaard gaat met blaarvorming op de handen en voeten, komt voor bij kinderen en jonge mensen, maar wordt veroorzaakt doro een ander virus.

39
Q

Wat doen we met mond en klauwzeer?

A

Mond-en-klauwzeer is een aangifteplichtige ziekte. In Nederland werd van 1953 tot 1992 tegen MKZ gevaccineerd, waardoor het aantal uitbraken sterk verminderde. In 1992 werd in verband met een Europees ‘non-vaccinatiebeleid’ uit economische overwegingen besloten om te stoppen met vaccineren. De laatste uitbraak in Nederland was in 2001. In 2007 zijn in de UK meerdere bedrijven geïnfecteerd geraakt met een MKZ-virus dat was ‘ontsnapt’ uit een laboratorium

40
Q

Welke dieren zijn gevoelig voor MKZ?

A

Alle gedomesticeerde en wilde evenhoevige dieren zijn gevoelig voor infectie met het MKZ-virus. De gevoeligheid is voor de verschillende diersoorten niet gelijk en er lijkt afhankelijkheid te zijn van het subtype van het MKZ-virus. De verschillen tussen stammen zijn echter zodanig klein dat een stamspecifieke bestrijdingsaanpak niet zinvol is. In Nederland zijn runderen, varkens, schapen en geiten de belangrijkste doeldiersoorten. Bij de bestrijding moet echter ook rekening worden gehouden met diersoorten die op meer individuele basis worden gehouden, zoals lama’s en kamerlen. Ook dieren in de wilde fauna, zoals reeën, herten en wilde zwijnen zijn gevoelig voor infectie met het MKZ-virus

41
Q

Hoe vindt besmetting met MKZ plaats?

A

Besmetting met het MKZ-virus vindt voor een belangrijk deel plaats door direct en indirect contact met ademlucht, mest, urine, speeksel, sperma, eicellen, bloed en melk van virusuitscheiders. Verspreiding tussen bedrijven vindt vooral plaats via transportmiddelen en dierbewegingen. In aerosolen kan het virus zich gemakkelijk verspreiden, onder gunstige omstandigheden tot vele kilometers. Het virus is zeer resistent, ook in dierlijke producten zoals melk, huiden, mest en vlees. Bij runderen en kleine herkauwers blijft na een infectie een deel van de dieren virusdrager. De virusuitscheiding kan langer dan twee jaar plaatsvinden.

42
Q

Hoe vindt de pathologie van MKZ plaats?

A

De eerste virusvermeerdering vindt plaats in de farynx. Daarna verspreidt het virus zich via bloed en lymfe door het gehele lichaam. Vervolgens vermeerdert het virus zich in lymfeknopen, slijmvliezen, huid en bij jonge dieren in het myocard.

43
Q

Geef de incubatietijd van MKZ en geef aan hoe vervolgens MKZ tot uiting komt.

A

Na een incubatietijd van 2 tot 8 dagen (met een maximum van 14 dagen) ontstaat koorts (hoger dan 40 graden), anorexie en depressie. Bij runderen treedt een plotselinge daling op van de melkgift en ontstaan blaren op de tong, het tandvlees en de lippen. De blaren zijn gevuld met helder, gelig vocht. Alle laesies zijn pijnlijk en de dieren smakken en speekselen overvloedig. Ook ontwikkelen zich blaren in de tussenklauwspleet, op de bal van de klauwen en op de kroonrand. Aanvankelijk lopen de dieren stijf, later zijn ze duidelijk kreupel, Tevens kunnen er blaren worden gezien op de spenen en een enkele keer op de uierhuid.