Ziekteleer pagina 121 t/m 130 Flashcards

1
Q

Wat verstaan we onder recidiverende kalvertympanie?

A

Onder recidiverende kalvertympanie verstaan we een ziektebeeld dat zich kenmerkt door chronische recidiverende tympanie en vermagering bij fokkalveren tijdens en na de speenperiode.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waar wordt recidiverende kalvertympanie door veroorzaakt?

A

Door een abnormaal verlopende speenperiode, die een normale ontwikkeling van de pensmusculatuur, de pensflora en de pensmucosa heeft verhinderd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Waarvan is de ontwikkeling van een normale pensmusculatuur en pensmotiliteit afhankelijk?

A

Dit is vooral afhankelijk van de opname van een bepaalde hoeveelheid structuurgevend voer, terwijl de groei van de penspapillen en dus van het absorberend vermogen voornamelijk afhankelijk is van de concentratie van vluchtige vetzuren in de pens en dus van de krachtvoeropname.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke factoren kunnen een rol spelen in de etiologie van recidiverende kalvertympanie?

A

In de etiologie van recidiverende kalvertympanie spelen verschillende factoren vaak tegelijkertijd een rol, zoals een te abrupte of te late overgang van een volledig melkrantsoen op een ruwvoer/krachtvoerrantsoen. Ook het teruglopen van de melk in de pens bij een overmatige melkgift per maaltijd kan recidiverende kalvertympanie veroorzaken, evenals melk van onvoldoende kwaliteit, waardoor de slokdarmsleuf niet of voldoende werkt. Overigens kunnen ook allerlei ziekten in de speenperiode, die gepaard gaan met een verminderde of minder goed gebalanceerde voeropname, tot recidiverende kalvertympanie leiden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is het meest opvallende verschijnsel van recidiverende kalvertympanie?

A

Het meest opvallende verschijnsel is de recidiverende tympanie. Vanwege de tympanie hebben de kalveren onvoldoende eetlust. Als de tympanie afneemt keert de eetlust enigszins terug. De eetlust verdwijnt echter weer zodra de tympanie zich opnieuw ontwikkelt. In een later stadium ontstaat het typische beeld van chronische recidiverende kalvertympanie met permanente, wisselende tympanie. De dieren vermageren, hebben een slecht haarkleed en krijgen vaak diarree.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat kun je in de acute fase van een recidiverende kalvertympanie doen?

A

In het acute stadium kan het herhaaldelijk opheffen van de tympanie met behulp van een sonde, gevolgd door dieetmaatregelen, een enkele keer succes hebben. Deze maatregelen hebben meestal echter slechts tijdelijk succes, omdat de steeds terugkerende tympanie de normale pensontwikkeling verhindert. Om de vicieuze cirkel te doorbreken is het dan vaak nodig om gedurende enkele weken een schroeftrocart (volgens Buff) in de pens te brengen. Als de Buff-trocart wordt gebruikt is de prognose doorgaans gunstig.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat noemen we pensdrinkers?

A

Bij niet-gespeende kalveren kan het voorkomen dat de melk tijdens het drinken niet in de lebmaag maar in de pens terechtkomt. We noemen deze kalveren pensdrinkers.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Bij welke dieren zien we pensdrinken en waardoor wordt het veroorzaakt? En hoe noemen we deze dieren ook wel?

A

We zien de aandoening vooral bij vleeskalveren. Pensdrinken wordt onder meer veroorzaakt door het niet sluiten van de slokdarmsleuf tijdens het drinken. Als het pensdrinken gedurende langere tijd bestaat, gaan de kalveren grijze, kleiachtige mest produceren. Deze kalveren worden daarom kleischijters genoemd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Waardoor kan het zijn dat de slokdarmsleufreflex niet werkt?

A

Het disfunctioneren van de slokdarmsleufreflex is meestal het gevolg van fouten in het voerregime. Daarbij moeten we vooral denken aan het onregelmatig voeren en het voeren van te koude of niet goed aangemaakte kunstmelk. Ook als gevolg van te grote hoeveelheden melk ineens kan er door reflux vanuit de lebmaag melk in de pens terechtkomen. Omdat de melk in de pens geen prikkel is voor het op gang komen van de normale pensmotiliteit, blijft de melk te lang in de pens zitten waardoor rotting van de melk optreedt. Dergelijke melk stremt in de lebmaag niet meer.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat kun je bij pensdrinkers aan de mucosa van de darm zien?

A

Bij pensdrinkers kan een ernstige vlokatrofie van de darmmucosa optreden met als gevolg maldigestie en malabsorptie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wanneer zien we pensdrinkers vooral?

A

Pensdrinkers zien we voornamelijk aan het begin van de mestperiode in de vleeskalverhouderij (het opzetten van de kalveren). Ook bij fokkalveren kunnen pensdrinkers voorkomen, vooral op bedrijven met een slecht management.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hoe kun je de diagnose pensdrinker bevestigen?

A

Door het inbrengen van een sonde tot in de pens kan de diagnose worden bevestigd. Daarbij komen meestal zuurruikende gassen vrij en kan een grijs-witte, zure inhoud worden afgeheveld.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hoe behandel je een pensdrinker?

A

De behandeling begint met het leeghevelen van de overvulde pens met behulp van een sonde. Daarna moet worden begonnen met het trainen van het kalf met het doel de slokdarmsleufreflex weer normaal te laten verlopen. Deze training is zeer arbeidsintensief.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat verstaan we onder een traumatische reticulitis?

A

Onder een traumatische reticulitis verstaan we een lokale ontsteking van de netmaagwand ten gevolge van het aanprikken door een scherp voorwerp. Over het algemeen geeft dit weinig ziekteverschijnselen. Maar als het scherpe voorwerp de netmaagwand perforeert en het peritoneum aanprikt, ontstaat een traumatische reticuloperitonitis die een vaak ernstig ziektebeeld te zien geeft.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hoe noemen we een traumatische reticuloperitonitis ook wel? En wat voor verschijnselen zie je?

A

Scherp in. De verschijnselen berusten voor een deel op de vergroeiingen tussen de netmaagwand en het peritoneum. Deze leiden tot een verminderd functioneren van de voormagen, waarbij een voorste stenose kan ontstaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Bij welke dieren zien we een traumatische reticuloperitonitis? En hoe komt het ?

A

Het komt regelmatig voor bij het rund, voornamelijk bij het volwassen dier. Bij schapen en geiten zien we scherp in af en toe. Scherp in wordt veroorzaakt doordat het dier een scherp voorwerp inslikt tegelijk met het voer. Meestal is het voorwerp een draadstuk dat bij het maaien of hakselen van ruwvoer wordt verkleind en zodoende in het voer is terechtgekomen. Ook allerlei andere voorwerpen, zoals spijkers en schroeven kunnen in de netmaag worden aangetroffen. Bij de slcacht worden regelmatig ook ongevaarlijke voorwerpen gevonden. Blijkbaar zijn runderen weinig selectief in hun voedselopname. Doordat de netmaaginhoud dun vloeibaar is, zakt het voorwerp gemakkelijker naar de boden van de maag. In de pens gebeurt dit niet omdat de voorwerpen in de structuurlaag worden opgevangen. Het scherpe voorwerp prikt of perforeert de netmaag meestal in cranioventrale richting.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat kan een draadstuk dat in craniale richting de netmaag perforeert veroorzaken? En andere richtingen?

A

Een traumatische pericarditis. Ook een pleuritis kan ontstaan. Als de perforatie plaatsvindt in de richting van de pens, boekmaag, lebmaag, lever en buikwand, dan is de kans op verklevingen (in het acute stadium) of vergroeiingen (chronisch) met deze organen groot. Soms gaat de ontsteking gepaard met abcesvorming. In ongeveer 70% van de gevallen blijft de ontsteking beperkt tot een reticulitis of een lokale beperkte peritonitis. In de resterende gevallen treedt een meer gecompliceerd ziektebeeld op.

18
Q

Welke verschijnselen zie je bij een acute traumatische reticuloperitonitis?

A

Bij acuut scherp in zien we dat de dieren plotseling niet meer willen eten en ‘uit de melk’ zijn. Meestal is er sprake van tympanie. Soms wordt spontaan kreunen of steunen opgemerkt, vooral als de dieren opstaan. Vaak staan de dieren met enigszins opgebogen rug. De ademfrequentie is soms verhoogd en meestal hebben de dieren koorts. De pensmotiliteit is verminderd, terwijl de vulling en de consistentie van de inhoud in het acute stadium normaal zijn. Vaak zijn de feces te dun en slecht verteerd.

19
Q

Welke verschijnselen zie je bij een chronische traumatische reticuloperitonitis?

A

Als de aandoening chronisch is geworden (meestal al na een week) zijn er meestal geen duidelijke pijnuitingen meer waar te nemen. In het acute stadium is de kans op positieve pijnproeven het grootst, terwijl naarmate de aandoening chronischer wordt en de veroorzaker wordt ingekapseld, meestal geen positieve pijnproeven meer worden gevonden. In het chronische stadium vertonen de dieren een wisselende eetlust en geven minder melk. Soms lopen zij wat stijf en staan met een opgebogen rug. Vaak is er een geringe, recidiverende tympanie. Vrijwel altijd wordt in het chronische stadium slecht verteerde feces waargenomen. Soms is de mest te dun en wat slijmerig. Op de nduur kunnen de dieren vermageren en in een aantal gevallen ontstaat het beeld van de achterste stenose.

20
Q

Wat kan er bij een uitgebreide peritonitis aanwezig zijn?

A

Défense musculaire

21
Q

Kun je een peritonitis bij rectale exploratie voelen?

A

Wel als deze zeer uitgebreid is.

22
Q

Wat ontstaat er als het voorwerp het pericard perforeert?

A

Een traumatische (fibrinopurulente) pericarditis.

23
Q

Wat kan er gebeuren als de milt wordt aangeprikt door het scherp in?

A

Dan kan er een splenitis en miltnecrose (moddermilt) ontstaan. In dat geval is de miltproef positief en is het dier meestal ernstig ziek.

24
Q

Hoe stel je de diagnose scherp in?

A

De diagnose is klinisch vaak niet met zekerheid te stellen, vooral niet als de pijnproeven negatief zijn. Aan de andere kant zijn positieve pijnproeven niet bewijzend voor een traumatische reticuloperitonitis. Onder praktijkomstandigheden moeten we nogal eens een behandeling instellen op basis van een waarschijnlijkheidsdiagnose, waarbij het effect van de behandeling tevens als diagnostisch hulpmiddel wordt gebruikt.

25
Q

Welke therapie stel je in bij een traumatische reticuloperitonitis?

A

De meest gangbare therapie bestaat uit het oraal ingeven van een zogenaamde kooimagneet, waarmee wordt geprobeerd om het scherpe voorwerp onschadelijk te maken. Inmiddels ontstane vergroeiingen worden daarmee natuurlijk niet bestreden. De magneet komt eerst terecht in de structuurlaag van de pens en vervolgens in de ventrale penszak en belandt dan gewoonlijk binnen 48 uur in de netmaag. Niet al te grote draadstukken worden dan binnen de kooi aangetrokken en zodoende onschadelijk gemaakt. Ook draadstukken die de netmaagwand geperforeerd hebben worden vaak nog voldoende door de magneet teruggetrokken. Te lange draadstukken blijven buiten de kooi uitsteken. Als de diagnose met zekerheid is gesteld of als er op de röntgenfoto een scherp voorwerp is te zien dat te groot is voor de kooimagneet, kunnen we overwegen om meteen een rumenotomie uit te voeren om het voorwerp te verwijderen. Op bedrijven waar als gevolg van de bedrijfsvoering de kans op het optreden van scherp in groot is, kan preventief aan alle pinken en volwassen runderen een kooimagneet worden gegeven. Hiermee zijn nieuwe gevallen van scherp in echter niet altijd te vorkomen.

26
Q

Wat is de prognose van traumatische reticuloperitonitis?

A

Een acute traumatische reticuloperitonitis die snel wordt behandeld heeft een redelijk gunstige prognose, mits zich geen complicaties voordoen. Bij uitgebreide vergroeiing van de netmaag met het diafragma, de buikwand of de lever, al dan niet gepaard gaande met abcesvorming, is de prognose veel minder gunstig. Bij een algemene peritonitis is de prognose ongunstig.

27
Q

Wat voor papillomen komen bij het rund voor aan de cardia? En waar komen ze vooral voor? Hoe groot zijn de papillomen?

A

Fibropapillomen en papillomen van de cardia komen een enkele keer voor bij het rund. Papillomen komen vooral voor in gebieden waar de veroorzaker bovine papillomavirus type 4 (BPV4) Papillomen zijn over het algemeen klein (tot 1 cm) en solitair.

28
Q

Waardoor worden (cardia) fibropapillomen veroorzaakt en hoe groot zijn ze?

A

Fibropapillomen worden veroorzaakt door bovine papillomavirus type 2 en ze zijn iets groter dan papillomen, tot 3 cm

29
Q

Waardoor worden (cardia) papillomen veroorzaakt en hoe groot zijn ze

A

Door bovine papillomavirus type 4 (BPV4) en ze zijn over het algemeen klein (tot 1 cm) en solitair.

30
Q

Wat zie je bij papillomen op de cardia aan het rund?

A

Het meest opvallende verschijnsel is een recidiverende tympanie, die vooral optreedt kort na het eten. Er zijn geen problemen met de voedselopname zelf. Vanwege de recidiverende tympanie nemen de dieren onvoldoende voedsel op, waardoor zij op de lange duur vermageren.

31
Q

Hoe kun je met een sonde voelen of er papillomen op de cardia van een rund zitten?

A

Bij het inbrengen van een sonde van Marek is soms een verhoogde weerstand in de buurt van de cardia te voelen.

32
Q

Hoe stel je de waarschijnlijkheidsdiagnose cardiapapillomen bij het rund?

A

De waarschijnlijkheidsdiagnose stellen we aan de hand van de klinische verschijnselen, waarbij andere oorzaken van recidiverende tympanie zoveel mogelijk moeten worden uitgesloten. Bevestiging door middel van een rumenotomie is mogelijk en dit biedt de gelegenheid om de fibropapillomen of papillomen manueel te verwijderen.

33
Q

Wat is de prognose van cardiapapillomen bij het rund?

A

Omdat de kans op een recidief vrij groot is, is de prognose dubieus.

34
Q

Bij welke dieren kennen we liggingsverandering van de maag en wat zien we dan?

A

Liggingsveranderingen van de maag komen bij verscheidene diersoorten voor. Bij het rund (en incidenteel bij het schaap en de geit) kennen we de lebmaagdislocatie, bij de hond en het varken de maagvolvulus. Het betreft vrijwel altijd liggingsveranderingen waarbij de maag een gecompliceerde beweging maakt om een denkbeeldige as door de ophangbanden. Dergelijke verplaatsingen worden aangeduid met de term volvulus. Met de term torsie owrdt een beweging aangeduid waarbij het betreffende orgaan om de eigen lengteas draait.

35
Q

Wat zie je vrijwel altijd bij een liggingsverandering van de maag?

A

Een verandering van de ligging gaat vrijwel altijd gepaard met een toename van de omvang van de maag (maagdilatatie). Om deze reden wordt de maagvolvulus bij de hond meestal aangeduid met de term maagdilatatie-volvulus syndroom (MDV). Een complicerende factor is dat maagdilatatie ook kan optreden zonder dat er sprake is van een liggingsverandering. Deze vormen zijn vaak niet van elkaar te onderscheiden.

36
Q

Waarom zijn liggingsveranderingen van de maag ernstige aandoeningen?

A

Liggingsveranderingen van de maag zijn ernstige aandoeningen omdat zij gepaard kunnen gaan met een afsluiting van de maag met als gevolg ernstige verstoringen van de water- en zouthomeostase. Dit geldt vooral voor het maagdilatatie-volvulus syndroom bij de hond en het varken en voor ernstige vormen van lebmaagdislocatie naar rechts bij het rund. Deze afwijkingen zijn levensbedreigend en vereisen snelle en adequate diagnostiek en behandeling.

37
Q

Hoe vaak zien we lebmaagdislocaties en bij welke dieren zien we dit?

A

Lebmaagdislocaties komen frequent voor, vooral bij hoogproductieve melkkoeien in de eerste weken na de partus. We zien de aandoening met name bij FH-koeien en bij ‘diepe’koeien, waarbij na het afkalven ruimte vrijkomt in de buik. Omdat lebmaagdislocaties op sommige bedrijven en in bepaalde seizoenen vaker voorkomen, wordt aangenomen dat voermethoden en voersamenstelling een belangrijke rol spelen bij het ontstaan van de aandoening. Bij vleesrassen, kalveren, pinken en stieren komen zelden lebmaagdislocaties voor.

38
Q

Welke twee vormen van lebmaagdislocatie zijn er? Welke komt het meest voor?

A

Er zijn twee vormen van lebmaagdislocatie: dislocatie naar links (LDL) en dislocatie naar rechts (LDR). Bij een LDL, die veel vaker voorkomt, is er vrijwel altijd alleen sprake van een flexio van de lebmaag, een draaiing om een as in de lengterichting van het lichaam. Daarbij is het corpus van de lebmaag naar links verplaatst.

39
Q

Welke twee liggingsveranderingen kun je onderscheiden bij de lebmaagdilsocatie naar rechts?

A

Allereerst een flecio. Hierbij kan vaak nog wel voedsel door de lebmaag passeren. De tweede liggingsverandering is de flecio-rotatio waarbij het corpus van de lebmaag na de flexio ook nog om een verticale as draait (rotatio). Hierbij draait de lebmaag uit het omentum majus. Vrijwel altijd gaat dit samen met een torsie in de buurt van de pylorus van de lebmaag, die dan tot een ernstige passagebelemmering en daarmee tot het beeld van de achterste stenose leidt. Een dergelijke passagebelemmering vindt bij een dislocatie naar links vrijwel nooit plaats. Bij een passagebelemmering is het ziektebeeld ernstiger en gaat de dislocatie gepaard met een sterkere dilatatie van de lebmaag.

40
Q

Welke verschijnselen zie je bij een LDL en een LDR zonder passagebelemmering?

A

Er is een wisselende eetlust en een sterk afgenomen melkproductie. Opvallend is dat de koe geen of onvoldoende krachtvoer opneemt. De feces hebben een wisselend aspect, van olieachtig tot slecht verteerd. De pensbewegingen zijn meestal vertraagd, onregelmatig en zwak. De pensvulling varieert van normaal tot matig. De pijnproeven zijn soms positief. De buik is meestal niet opvallend asymmetrisch, maar als de dilatatie ernsiger wordt, kunnen de ribboog en de hongergroeve aan de linkerkant iets uitpuilen.

41
Q

Wat is een belangrijk hulpmiddel bij de diagnose van LDL en LDR?

A

Het tegelijkertijd opnemen van de pensbewegingen en ausculteren van de pensgeruisen. Bij een LDL zijn er op de plaats van de gedislokeerde lebmaag bij aanwezigheid van pensbewegingen geen pensgeruisen te horen en zijn via een sonde opgewekte geluiden in de pens (‘toeterproef’) alleen gedempt waar te nemen. In plaats daarvan kunnen soms hoogtonige borborygmi worden gehoord. Afhankelijk van de mate van dislocatie kunnen over een kleiner of groter deel van de linker ribwand steelbandgeluiden en klotsen worden opgewekt. Bij rectaal onderzoek is de lebmaag meestal niet te voelen. Alleen bij de combinatie van een extreem gedilateerde lebmaag en een slecht gevulde pens kan links van de pens een ballon worden gevoeld.

42
Q

Welke verschijnselen zie je bij een LDR zonder passagebelemmering?

A

De verschijnselen zijn vergelijkbaar met die van een LDL, maar ernstiger. De rechter flank puilt vaak dorsaal uit, vlak achter de ribben. Bij auscultatie worden in het dorsale deel van de buikwand aan de rechter kant hoogtonige borborygmi gehoord. Afhankelijk van de spanning in de lebmaag kunnen er meer of minder duidelijke steelbandgeluiden worden opgewekt. In de rechter onderflank kan klotsen worden opgewekt dat soms nog op enige afstand van het dier te horen is. Het leverpercussieveld is in vrijwel alle gevallen sterk verkleind of zelfs afwezig. Bij rectaal onderzoek is er rechts voor in de buik een ballon te voelen die min of meer strak gespannen is. Vaak voelt de ballon geribbeld aan omdat de gedislokeerde lebmaag bedekt is met het grote net (omentum majus)