Ziekteleer pagina 286 t/m 340 Flashcards
Bij welke dieren zie je vaak dilatatie en liggingsveranderingen van het colon? Wat is de oorzaak?
Bij het rund en het paard. De oorzaak is niet precies bekend. Veronderstelling: wordt voorafgegaan door dilatatie.
Hoe noem je liggingsveranderingen van de dikke darm bij het rund aangeduind? Geef de oorzaak.
Dilatatie van caecum, torsie van het caecum en ansa proximalis of torsio ansae proximalis. Oorzaak onbekend, waarschijnlijk afwijkende fermentatie in de darm a.g.v. verandering voeding: veel snel gegroeid gras en krachtvoer veroorzaakt veel CO2, CH4 en vvz. Zij remmen de motiliteit, gas en vloeistof hoopt op. Soms beeld van achterste stenose
Wat zijn de verschijnselen van liggingsveranderingen van de dikke darm bij het rund?
Dislocatie of dilatatie: lichte koliek, eetlust en melkgift verminderd, geen of weinige dunne stinkende mest, pensmotiliteit vetraagd, geringe tympanie, buikwand uitgezet in bovenste en middelste deel rechterflank, soms als bulten herkenbaar, hoogtonige borborygmi, kloten, steelbandgeluiden. Bij rectaal onderzoek: rechts in de buik twee of drie grote balonnen, dunne mest in rectum. Bij torstie: ernstigere verschijnselen, uiteindelijk shock. Koliek heftiger, eetlust afwezig, posfrequentie tot meer dan 100/minuut, slijmvliezen rood, geen fecespassage, bij rectaal onderzoek punt caecum niet te voelen.
Hoe stel je de diagnose liggingsveranderingen van de dikke darm bij het rund?
Verschijnselen en bevindingen bij lichamelijk onderzoek. Onderscheid tussen dilatatie/dislocatie en torsie aan de hand van ernst verschijnselen en rectaal onderzoek.
Wat staat er in de DDx bij liggingsveranderingen van de dikke darm bij het rund?
Onderscheid tussen dilatatie/dislocatie caecum en ansa proximalis en lebmaagdislocatie naar rechts en onderscheid torsie caecum en ansa prximalis en volvulus (flexio-rotatio) van lebmaag. Onderscsheid door leverpercussie en rectaal onderzoek. Leverpercussieveld bij liggingsveranderingen dikke darm normaal. Bij rectaal onderzoek meer grote ballonen in plaats van één (lebmaag)
Hoe behandel je liggingsveranderingen van de dikke darm bij het rund? Geef ook de prognose.
Pijnstillers voor koliek, vasten tot gasophoping rectaal verdwenen is en mest geproduceerd wordt. Ernstige gevallen: chirurgich overvulde darmdelen legen en in positie brengen. Bij torsie altijd chirurgisch ingrijpen. Prognose van dilatatie en dislocatie is gunstig. Bij verminderde motiliteit door vergroeiing minder. Bij torsie is de prognose afhankelijk van de duur.
Wat is meteorismus van de dikke darm bij het paard?
Ophoping van gas in de dikke darm. Acute, ernstige aandoeninge, uitzetting caecum en soms colon ascendens. Komt veel voor.
Hoe ontstaat meteorismus van de dikke darm bij het paard?
Gestoorde fermentatie, verminderde motiliteit of passagebelemmering. Fermentatiestoornis bij overaanbot eiwit en suiker en onderaanbod vezel (weidegang in voorjaar). Verminderde motiliteit bij zandophoping, verdikking darmwand door cyathostominose, gestoorde innervatie door ontsteking thv voorste scheilswortel, vergroeiingen en te weinig lichaamsbeweging. Passagebelemmeringen door obstipatie of liggingsveranderingen van darmdelen tussen caecum en anus. Door verkeerd dieet mogelijk dysbacteriose en endotoxinemie (geeft hemoconcentratie, chock en cyanose). Soms wordt metearismus gecompliceerd door secundaire maagoverlading, ‘entrapment’ of soms RDD (right dorsal displacement).
Welke verschijnselen zie je bij meteorismus van de dikke darm bij het paard?
Heftige koliek, toenemende buikomvang bovenin de flanken, verhoogde polsfrequentie. Bij rectaal onderzoek”met gas gevuld caecum of colon. Uitgezette darmdelen kunnen rectum dichtdrukken, waardoor rectaal onderzoek moeilijk is (n-butylscopolamine kan oplossing zijn). Bij onmogelijk rectaal onderzoek eerst een percutane punctie van caecum doen.
Hoe stel je de diagnose meteorismus van de dikke darm bij het paard? En de DDx?
Verschijnselen en bevindingen rectaal onderzoek In DDx staan liggingsveranderingen van het colon.
Hoe behandel je meteorismus van de dikke darm bij het paard? En de prognose?
Milde vorm: pijnstillers, laxeren met paraffineolie, een dag vasten, regelmatig bewegen (darmmotiliteit op gang houden). Ernstige vorm: Uitgezet darmdeel puncteren. Blinde caecumpunctie thv rechter flank tussen laatste rib en tuber coxae. Caucum ligt hier retroperitoneaal. Met echo lagere punctie. Bij meteorismus colon kans op complicaties bij punctie groter: chirurgisch overwegen, niet blind aanprikken. Milde meteorismus heeft een gunstige prognose. Ernstigere vorm dubieus, sterfte door circulatoire of respiratoire complicaties, darmruptuur, endotoxinemie tgv dysbacteriose.
Noem de belangrijkste liggingsveranderingen van het colon die voorkomen bij het paard
- Retroflexie van het linker colon ascendens (flexura pelvina omgeknikt naar craniaal)
- Milt-nierband ‘entrapment’ van het colon ascendens (Left dorsal displacement = LDD).
- Right dorsal (colonic) displacement (RDD).
- Volvulus van het colon ascendens (torsio colio)
Wat is er aan de hand bij retroflexie van het linker colon ascendens?
Flexura pelvina is omgeknikt naar craniaal
Wat is er aan de hand bij right dorsal (colonic) displacement?
RDD is verzamelbegrip voor liggingsveranderingen waarbij het dorsale en het ventrale deel van het colon ascendens zijn betrokken. Essentieel: delen colon ascendens tussen caecum en rechter buikwand.
Wat is er aan de hand bij een milt-nierband entrapment?
Left dorsal displacement (LDD). Linker colon ascendens schuift omhoog tussen de linker buikwand en de milt en komt klem te liggen tussen de milt-nierband, rug en caudodorsale deel milt. Soms ook sprake van volvulus van betreffende colon over180 graden.
Wat is er aan de hand bij volvulus van het colon ascendens bij het paard?
Torsio coli. Beide op elkaar liggende colonassen zijn om elkaars lengteas gedraaid.
Hoe vaak komen liggingsveranderingen bij het paard voor en waarom kan dit?
Relatief veel doordat het colon slechts op één punt (ostium caecocolicum) gefixeerd. De verschijnselen zijn daarom ook vergelijkbaar. Bij ernstige liggingsveranderingen (torsie of strangulatie): bloedvoorziening darmneel afgesnoerd, stuwing, hypocie, pijn en verlies barrièrefunctie (sepsis)
Welke verschijnselen zie je bij liggingsveranderingen van het colon bij het paard?
Ernst afhankelijk van mate van insnoering. Milde liggingsveranderingen lijken op meteorismus van colon. Ernstige verschijnselen met strangulatie: heftige koliek, snelle achteruitgang, complicatie door endotoxinemie. Bij rectaal onderzoek kun je de liggingsverandering voelen, maar vereist ervaring.
Hoe stel je de diagnose liggingsveranderingen bij het colon bij het paard? En de DDx?
Verschijnselen, rectaal onderzoek, transabdomale echografie (oedemateuze darmdelen) en exploratieve laparotomie. In de DDx: meteorismus dikke darm en ongecompliceerde obstipatie.
Hoe behandel je entrapment van het linker colon ascendens door de milt-nierband?
- Afwachten met pijnstilling, laxeren met paraffineolie (bij afwezigheid secundaire maagoverlading), beweging geven en wachten op spontaan herstel (lukt vaak)
- Onder nacrose paard rechtsom over de rug rollen (alleen bij geen opgezette dunne darm)
- Chirurghische benadering
Hoe behandel je liggingsveranderingen van het colon bij het paard? Geef ook de prognose
Afwachten, laxeren en beweging heeft geen zin, behalve bij entrapment van het linker colon ascendens door de milt-nierband. Chirurgisch ingrijpen. Bij retroflexie en entrapment gunstige diagnose. Bij torsie colon afhankelijk van tijdstip consultatie.
Hoe gaat invaginatie van het caecum bij het paard?
Begint aan de punt en schrijdt zich voort in de richting van het colon. Als het ostium caecocolicum gepasseerd is, komt het intussusceptum terehct in de rechter ventrale laag van het colon ascendens.
Welke verschijnselen zie je bij invaginatie van het caecum bij het paard?
Ernstige koliekverschijnselen, houde nsoms dagen aan. Polsfrequentie, slijmvleisen en borborygmi zijn niet afwijkend bij beperkte afsnoering. Bij rectaal onderzoek kan de invaginatie rechts cranioventraal worden gevoeld als een onregelmatige vlezig aanvoelende dikte. Palpatie van de dikte soms pijnlijk. Soms is de ileocaecale overgang betrokken bij invaginatie. Dan voel je ook overvulde darmlissen.
Bij welke dieren zie je vaak invaginatie van het caecum?
Bij jonge dieren, gaat vaak samen met een lintworminfectie
Hoe behandel je invagienatie van het caecum bij het paard?
Chirurgische therapie. Deskundigheid en vaardigheid vereist. Ongunstige prognose omdat er vaak een gedeeltelijke tot totale resectie van het caecum is vereist. Gebied is moeilij kte bereiken en er zijn vaak complicaties.
Wat is idiopatisch megacolon bij de kat? Komt het vaak voor?
Een sterke dilatatie van het gehele colon. De oorzaak is niet bekend. Komt bij katten regelmatig voor.
Wat zijn de verschijnselen van idiopatisch megacolon?
De kat laat sychezia (persen op de ontlasting) zien en mindere frequentie (1 keer per 2 weken bijvoorbeeld). Anorexie en algehele malaise vaak. Bij buikpalpatie sterk uitgezet colon, over hele lengte gevuld met stevige tot harde feces.
Hoe behandel je het idiopatisch megacolon?
Eerst vezelgehalte van de voeding van de kat verhogen en osmotische laxantia toedienen. Farmacokinetica kinnen worden gebruikt. Bij geen resultaat een subtotla colectomie uitvoeren. Hierbij wordt (vrijwel) het hele colon verwijderd. Ileocaecale klep wordt gespaard. Eerste stuk colon wordt aan laatste stuk colon of rectum gezet (anastomose). Dit heeft een goede prognose. Kat past zich aan, maar zal wel zachte feces en een verhoogde defecatiefrequentie (meermaals per dag) houden.
Wat is obstipatie en wat is constipatie?
Constipatie is een onregelmatige of moeizame passage van de ontlasting, zonder enig permanent verlies van de normale anatomie en fysiologie van het colon. Obstipatie is een ernstigere vorm, waarbij wel verlies van functie is.
Waardoor kan er een obstipatie ontstaan van het colon en caecum van het paard?
Door overmatig eten van stro, opname van zand, slecht kauwen, weinig beweging en geneesmiddelen.
Waar zie je obstipatie van het colon en caecum bij het paard meestal?
Vooral in het colon ascendens, waarbij stro vaak ophoopt in het linker ventrale colon (LVC) en zand in het rechter dorsale colon (RVC). In het colon descendens komt het ook voor bij oudere dieren met een slecht gebit (ruwvoer minder klein) of jonge dieren die gekke voorwerpen eten. Darmstenen (enterolieten) zijn zeldzaam en kunnen levensbedreigend zijn als ze vastlopen.
Wat zie je bij paarden met een colon of caucum obstipatie?
Bij een obstipatie in het colon ascendens lichte koliekverschijnselen die aanvalsgewijs optreden. Bij auscultatie weinig borborygmi. Bij rectaal onderzoek is een obstipatie te voelen als hij in het linker ventrale colon zit. Bij onstipatie van het colon descendens zijn de koliekverschijnselen heel heftig en komt passage van mest tot stilstand, waardoor de buikomvang toeneemt.
Hoe stel je de diagnose colon of caecum obstipatie bij het paard?
Op basis van lichamelijk onderzoek en eventuele aanwezigheid van zand in de mest.
Hoe behandel je obstipatie van het colon of caecum bij het paard?
In eerste instantie relaxeren met paraffineolie of proberen de fecesmassa te verweken met klysma’s (colon descendens). Wanneer dit niet werktmoet operatief worden ingegrepen. Osmotische relaxantia alleen bij obstipatie in colon ascendens en zonder liggingsveranderingen en caecumtympanie. Bij herstel van obstipatie vasten of weinig eten tot obstipatie weg is . Darmmotiliteit bevorderen door afstappen. Goede prognose bij kortdurende ziekte, anders slechter.
Wat voor bacterie is salmonella spp.? Geef de algemene pathogenese.
Gramnegatieve bacterie die een enteritis veroorzaakt, gepaard gaande met trombose van capillairen van de darmwand. Infectie door orale opname van bacteriën uit feces, besmet voedsel en besmet water. Bacteriën vermenigvuldigen zich in het lumen en dringen de eptiheelcellen binnen tot de lamina propria, waar ze een ontsteking veroorzaken. De organismen leven intracellulair en kunnen fusie van fogosoom en lysosoom voorkomen, waardoor ze in fagocyten kunnen vermenigvuldigen en lange tijd in het dier aanwezg blijven. Veel salmonella’s zijn zoönotisch en er geldt daarom een aangifteplicht.
Wat veroorzaakt S. Dublin bij het rund?
Salmonellosie die zich in drie vormen kan manifesteren
- Ziekte bij kalveren (acute spetikemie, gastro-enterigtis, pneumonie, artritis, osteomyelitis)
- Verwerpen bij drachtige dieren
- Ziekte bij oudere dieren (acute septikemie, gastro-enteritis)
Welke twee bacteriën kunnen salmonellose veroorzaken bij het rund?
S. Dublin en S. Typhimurium
Wat zijn de verschijnselen bij een S. Dublin infectie bij het rund?
Hoge koorts (41-42) en diarree, vaak fibrinonecrotische pseudomembranen en bloed (kalveren soms geen diarree). Na 1 tot 2 weken bij jonge dieren sepsis in de vorm van pneumonie, artritis, osteomyelitis en meningitis. Soms perifere necrose (oorpunt, staart afvallen). Bij volwassen runderen abortus, lang niet altijd met ziekteverschijnselen.
Wat zijn de verschijnselen van een S. Thypimurium infectie bij het rund?
Heftige diarree, eerst waterig, later hemorragisch en fibrinonecrotisch. Ongemerkte koorts. Soms sepsis en abortus (maar dan is abortus gevolg van sepsis)
Hoe blijft salmonellose op het runderbedrijf?
Kwart van de bedrijven krijgt persisterende infectie bij dieren vanaf 6 maanden.
Hoe stel je de diagnose salmonellose bij het rund?
Verschijnselen en bevindingen bacteriologisch onderzoek van feces of bloed bij koortspiek. Dragers kunnen intermitterend uitscheiden, daarom bacteriologisch onderzoek herhalen. Ook detectie van antilichamen kan vanaf 3 weken na infectie bij niet persistent geïnfecteerden, tot 09 maanden aafnwezig. In geaborteerde vruchten kan S. Dublin worden aangetoond.
Hoe behandel je salmonellose bij het rund?
Bij kalveren dehydratie opheffen en antibiotica geven (gevoeligheidsbepaling). Preventieve maatregelen: direct en indirect (mest) contact tussen kalveren en volwassen dieren voorkomen. Hygiënemaatregelen en goede biestverstrekking. Herhaald serologisch tankmelkonderzoek. Dierenarts moet boer waarschuwen bij gebruik maken van rauwe melk.
Waar komen S. Thypimurium-infecties bij varkens vooral voor? Waarom controleren we hierop?
Vooral op vleesvarkenbedrijven en zoms ook bij fokvarkens. Infectie vormt probleem voor volksgezondheid (minder voor dier), daarom screening op aanwezigheid antilichamen routinematig in de slachtlijn
Welke verschijnselen zie je bij S. Thypimurium-infecties bij varkens?
Meestal symptoomloos, maar kan ook stinkende geelgrijze diarree waarin grijs-witte necrotische stukken darmvlies zitten. In ernstige gevallen bloed in diarree
Hoe stel je de diagnose S. Thypimurium-infectie bij het varken
Verschijnselen. Bacteriologisch onderzoek vaak negatief. Salmonella-bacteriën zijn beter te kweken uit een dood varken (betere monsters afnemen). Een positieve kweek zegt niet veel, gezonde varkens kunnen ook positief zijn.
Hoe behandel je S. Thypimurium-infectie bij het varken en wat is de prognose?
Nu wordt antibiotica gebruikt op basis van geboeligheidsbepaling. Prognose is gunstig.
Wat veroorzaakt salmonellose bij pluimvee?
In het verleden S. pullorum (witte kuikendiarree bij jonge kippen) en S. gallinarum (Kleinse ziekte bij oudere hennen). Beide niet meer aanwezig. S. typhimurium en S. enteritidis (eieren) zijn de belangrijkste. Van belang voor de volksgezondheid is S. paratyphi var. Java in de vleessector.
Hoe vindt besmetting plaats bij salmonellose bij pluimvee?
Door orale inname, daarna (met name in caeca) koliniseren. Verticaal overdraagbaar tussen kippen. Bestrijdingsprogramma’s richten zich op transocariële route (S. pullorum) en nabesmetting van ei in oviduct of cloaca (S. enteritidis).
Wat zie je bij salmonella bij pluimvee?
Met S. Enetritidis meestal geen ziekteverschijnselen bij vleeskuikens en kippen, wel bij zeer jonge dieren: ernstig ziek, diarree, sterfte. Cementkontjes kunnen voorkomen bij S. pullorum (nierbeschadiging geeft urinezuurneerslagen rond cloaca). Sectie van jonge dieren geeft fibrineuze serositiden en een gezwolle lever.
Hoe stel je de diagnose salmonellose bij pluimvee? Wat staat er in je DDx?
Op basis van bacteriologisch of serologisch onderzoek. Coccidiose staat in de DDx.
Hoe behandel je salmonellose bij pluimvee?
Bij jonge kuikens (met sepsis) kan antibiotica gegeven worden, maar dieren blijven wel vaak drager. Strenge controle op voer en reproductiekoppels zorgen voor preventie. De prognose is gunstig maar het bedrijf blijft geïnfecteerd.
Wat veroorzaakt salmonellose bij de duif? En hoe zorgt het voor infectie?
S. typhimurium car. Copenhagen. Komt via orale weg binnen, waar het via het bloed verspreid naar verschillende organen. Deze variant is geen zoönose.
Welke symptomen zie je bij duiven met salmonellose
Afhankelijk van plaats infectie. Bij acute salmonellose vooral de darm. Anorexie, slijmerige tot bloederige diarree, groen gekleurde uraten, kreupelheid, niet kunnen vliegen door artritis, onvruchtbaarheid, embryonale sterfte, blindheid en torticollis (scheefhals). Langzame verspreiding door hok. Bij nestinfectie massale sterfte op 5 dagen. Geïnfecteerde dieren kunnen spontaan herstellen, maar blijven chronisch drager.
Hoe stel je de diagnose salmonellose bij de duif? En hoe behandel je?
Diagnose wordt gesteld door isolatie van verwekkers uit de feces. Behandeling bestaat uit euthanasie van aangetaste dieren of eventueel antibiotica, vaccinatie, hygiëneverbetering en regelmatige fecescontrole
Wat veroorzaakt salmonellose bij het paard? En bij welke dieren?
S. abortus equi (komt in Nederland niet voor) en Salmonella typhimurium (70% van de gevallen). Dieren van alle leeftijden maar hoofdzakelijk bij jonge dieren en dieren met verminderde afweer. Na infectie kan dragerschap ontstaan, zowel uitscheidende als niet-uitscheidende dragers.
Waarmee kan salmonellose bij het paard gecompliceerd worden?
Hoefbevangenheid, tromboflebitis, hepatitis, nefritis en diffuse intravasale stolling (DIS). Hoefbevangenheid en DIS waarschijnlijk door resorptie van endotoxinen, hepatitis en nefritis door sepsis.
Welke verschijnselen zie je bij salmonellose bij het paard?
Salmonellose kan zich op drie manieren manifesteren:
- Peracute enteritis met sterfte binnen 12 uur en koliek, meestal geen diarree
- Acute enteritis met depressie, anorexie, koorts, diarree en lichte koliek, diarree binnen 1 tot 3 dagen
- Bacteremie, waarbij artritis, meningitis, osteomyelitis en nefritis domineren, diarree weinig prominent.
Bij acute infecties ook linksverschuiving, leukopenie. Door dehydratie stijgt de Ht waarde en kan prerenale uremie ontstaan, gepaard met metabole acidose en hyponatriëmie en hypokaliëmie.
Hoe stel je de diagnose salmonellose bij het paard?
Diagnose stellen door bacteriolgisch onderzoek van feces. Na vijf wekelijkse monsters mag een paard pas negatief als drager worden verklaard. Voor een klinisch dier moeten 3 monsters met 24 uur tijdsinterval negatief zijn. Bij sectie wordt ernstige fibrinonecrotische enteritis gezien van caecum en colon.