Ziekteleer Pagina 21 t/m 30 Flashcards

1
Q

Noem een aantal belangrijke en erg bekende representanten van de secretiebevorderende stoffen in de dunne darm.

A

Enterotoxinen die geproduceerd worden door E. coli. Een aantal stammen van E. coli is in staat zich te hechten aan receptoren op de enterocyten. Bij het varken zijn die stammen met de adhesiefactoren F4(K88), F5(K99) en F6(987P) en bij het kalf zijn het vooral stammen met F5(K99).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe kunnen de enterotoxinen van E.coli voor diarree zorgen?

A

Door de afwezigheid van de ‘brush border’ bij het jonge dier zijn de enterocyten goed bereikbaar en daardoor veroorzaken deze bacteriën vrijwel uitsluitend bij jonge dieren diarree. De hechting vindt plaats door een specifieke binding tussen adhesiefactoren die op de fimbriae van deze bacteriën gelegen en de enterocyten gelegen zijn. Na de hechting vindt vermeerdering plaats en komt de secretie van enterotoxinen op gang. Deze enterotoxinen zijn de veroorzakers van diarree, omdat ze de enterocyten aanzetten tot secretie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke twee soorten enterotoxinen bestaan er?

A

Er bestaan thermolabiele (LT) en thermostabiele (ST) enterotoxinen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat doen LT-enterotoxinen?

A

LT-enterotoxinen stimuleren de secretie door de activiteit van het adenylcyclase te stimuleren, waardoor meer ATP wordt omgezet in cAMP.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke stammen van E. coli produceren vooral LT-enterotoxinen? En welke andere bacteriën veroorzaken LT-enterotoxinen?

A

F4(K88)-stammen produceren vooral LT-enterotoxinen. Ook bij cholera bij de mens (Vibrio cholerae) veroorzaakt het LT-choleratoxine via een stijging van de cAMP-activiteit een snelle en ernstige hypersecretie die tot dodelijke uitdroging door diarree kan leiden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

qat doen ST-enterotoxinen?

A

ST-enterotoxinen stimuleren de secretie van de enterocyt door stimulering van guanylaatcyclase. Daardoor neemt in de enterocyt de omzetting van GTP naar cGMP toe en wordt een hogere concentratie van cGMP bereikt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Noem een infectie die door ST-enterotoxinen voor diarree zorgt

A

De diarree die bij coli-enterotoxicose optreedt, is het gevolg van de hypersecretie die door het toxine wordt opgewekt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat kunnen LT-enterotoxinen nog meer doen naast het prikkelen van het ENS (entric nervous system)?

A

Het in de dunne darm aanwezige LT kan ook degranulatie van enterochromaffinecellen induceren, waardoor 5-HT vrijkomt. Het 5-HT zet een cascade in gang die onder meer leidt tot het vrijkomen van prostaglandine E2 en activatie van enterale neuronen, die op hun beurt weer afgifte van VIP (vasoactief intestinaal peptide) aan enterocyten stimuleert.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Waardoor wordt de secretie van de villusloze dikke darm gereguleerd?

A

Door hormonen zoals vasoactief intestinaal peptide (VIP), glucagon, neuropeptide Y, somatostatine en andere weefselhormonen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat kan er tijdens ontstekingen in de dikke darm gebeuren?

A

Bij ontstekingen van de dikke darm geven ontstekingsmediatoren zoals prostaglandinen, leukotriënen en thromboxanen een vermindering van de resorptie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke bacteriële infectie kan diarree veroorzaken doordat lokaal in de darm ontstekingsmediatoren worden gevormd die adenylcyclase-activiteit stimuleren?

A

Salmonellae spp.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Galzuren worden normaalgeproken geabsorbeerd in het ileum. Wat gebeurt er als dit niet kan?

A

Galzuren die ontsnappen aan normale absorptie in het ileum (bijvoorbeeld door epitheelbeschadiging bij coccidiose), kunnen in de dikke darm diarree veroorzaken. De galzuren (taurocholinezuren) worden daar namelijk door bacteriële enzymen omgezet in taurodeoxycholinezuur, dat door activering van adenylcyclase de productie van cAMP stimuleert. Ook hydroxyvetzuren kunnen op deze manier diarree veroorzaken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hoe ontstaan hydroxyvetzuren?

A

Hydroxyvetzuren ontstaan wanneer door een storing in de vetvertering vetten in de dikke darm terechtkomen en daar door de enzymen van de darmflora worden omgezet in hydroxyvetzuren. Een bekend voorbeeld van diarree door hydroxyvetzuren is de heftige diarree die het gevolg is van het toedienen van wonderolie, waarbij ricinusolie in de dikke darm wordt omgezet tot ricineoleïnezuur dat een sterk werkend hydroxyvetzuur is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wanneer ontstaat paracellulair vochtverlies?

A

Ontstekingsprocessen in de darmwand kunnen door de ophoping van cellen of vloeistof leiden tot vergroting van de poriën in de tight junctions. Onder die omstandigheden kan vloeistof onder invloed van de toegenomen interstitiële vloeistofdruk in de darmwand naar het lumen lekken. Ook als door een ontstekingsproces of door obstructie van de afvoer van bloed of lymfe de hydrostatische druk in de darmwand toeneemt, treedt deze zogeheten filtratiesecretie op. Dit resulteert in diarree als de hoeveelheid extra gesecerneerd materiaal groter is dan de maximale absorptiecapasiteit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Vanaf wanneer kunnen grotere moleculen naar buiten treden?

A

Als de filtratiedruk meer dan 4 tot 5 mm Hg stijgt, worden de poriën in de tight junctions nog groter en dan is het mogelijk dat ook grotere moleculen zoals albumine naar het lumen weglekken. Aandoeningen waarbi jdit optreedt worden protein losing enteropathies genoemd. Dergelijke beelden worden gezien bij een rund dat lijdt aan paratuberculose, bij infecties met nematoden bij het schaap en bij een bepaalde vorm van chronische enteritis bij de hond, waarbij lymfangiëctasie, eiwitverlies naar de darm en een hypoproteïnemie worden gezien.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat kan er bij een filtratiedruk van meer dan 4 tot 5 mm Hg nog meer naar het lumen weglekken?

A

Onder dergelijke omstandigheden kan er ook fibrinogeen naar het lumen weglekken, waardoor fibrinestolsels worden gezien of kunnen enterocyten uittreden waardoor een hemorragisch exsudaat ontstaat.

17
Q

Waar leidt vilusatrofie toe?

A

Dit resulteert in een vermindering van het absorptieoppervlak en in het verlies van membraangebonden enzymen. Door het wegvallen van de functionerende enterocyten over meer of minder grote gebieden van de darmwand ontstaat zogenaamde membranamaldigestie en vervolgens malabsorptie. Dit kan een algehele malabsorptie zijn, dat wil zeggen dat - als grote delen van het slijmvlies zijn aangetast - het absorptieproces in zijn totaliteit wordt gestoord. Daarbij zijn zowel de vet-, de eiwit- als de koolhydraatabsorptie betrokken, evenals de absorptie van water, elektrolyten en bijvoorbeeld vitamine B12. Het is ook mogelijk dat de beschadiging regionaal optreedt, zodat bepaalde stoffen daar niet of in mindere mate worden geabsorbeerd.

18
Q

Wanneer zien we aantasting van bepaalde delen van de darm?

A

Aantasting van bepaalde delen van de darm zien we bijvoorbeeld bij parasitaire infecties. Sommige parasietsoorten zetelen namelijk in bepaalde delen van het darmkanaal.

19
Q

In welke delen van de darm gaat coccidiose bij kippen zitten?

A

Het blijkt dat verschillende typen coccidiën, die zich in verschillende gebieden van het darmkanaal manifesteren, ook verschillende vormen van malabsorptie veroorzaken.. Zo is de absortpei van oliezuur onderdrukt bij een infectie met Eimeria acervulina en niet bij een infectie met E. necatrix, E. brunetti of E. tenella. Een infectie met Eimeria acervulina is namelijk gelokaliseerd in het voorste gedeelte van de dunne darm. De overige coccidiënsoorten zitten in de meer caudaal gelegen darmdelen.

20
Q

Waarom is een algemene malabsorptie te verwachten bij bacteriële infecties zoals salmonellose?

A

De salmonella’s vermeerderen invasief waarop de mucosa sterk oedemateus wordt en necrotiseert, waardoor de bacteriën diep in de darmwand kunnen doordringen.

21
Q

Wat zien we bij de TGE-infectie bij de big?

A

De TGE-infectie bij de big is het gevolg een omvangrijke schade aan de top van de villus en geeft daarom in het algemeen een zeer ernstige tot fatale diarree

22
Q

Wat zien we bij rotavirusinfectie bij het kalf?

A

Hierbij wordt de bovenste 30 tot 40 % van de villus aangetast.

23
Q

Wat zien we bij een rotavirusinfectie bij de muis.

A

Dit is minder schadelijk dan bij het kalf en dus zie je dan minder schade en nauwelijks diarree

24
Q

Waar zorgt het parvovirus bij de hond voor?

A

Het parvovirus bij de hond veroorzaakt een volledige vernietiging van de crypten waardoor er afgezien van de bloederige diarree geen regenatie meer mogelijk is.