woordjes V Flashcards
vacances f, les
de vakantie
vacancier, le
de vakantieganger
vacant
openstaand (een openstaande
betrekking)
vacarme, le
het kabaal
vaccin, le
het vaccin, de entstof
vaccination, la
de vaccinatie, de inenting
vache, la
de koe
vague; vague
(een) vaag (voorgevoel)
vague, la
de golf (op zee)
vague de chaleur, la
de hittegolf
vaguement
vaag, onduidelijk, in onduidelijke termen
vaincre
overwinnen
vainement
tevergeefs
vainqueur, le
de overwinnaar
vaisseau, le; les vaisseaux
het schip
vaisselle, la
het vaatwerk
valable; valable
(een) geldig (motief)
valet, le
de knecht (huisknecht)
valeur, la
de waarde (van goud)
valider
geldig verklaren
valise, la
de koffer (reiskoffer)
vallée, la
het dal
valoir; valu
waard zijn
valoir la peine
de moeite waard zijn
vanité, la
de ijdelheid
vaniteux; vaniteuse; vaniteux
ijdel (zijn)
vantard, le
de opschepper (snoever)
va-nu-pieds, le
de schooier (haveloos type)
vapeur, la
de stoom (waterdamp)
vaporisateur, le
de verstuiver, de spray
variable; variable
veranderlijk (weer)
variation, la
de variatie
varié
(een) gevarieerd (menu)
varier
variëren
variété, la
de variëteit
varsovien; varsovienne
Warschaus
vase, le
de vaas
vaste; vaste
(een) uitgestrekt (land)
vautour, le
de gier
veau, le
het kalfsvlees
veau, le; les veaux
het kalf
vedette, la
de ster (filmster)
végétal; végétale; végétaux
plantaardig (voedsel)
végétarien, le; la végétarienne
de vegetariër
végétation, la
de plantengroei
véhicule, le
het voertuig
véhicule blindé, le
de pantserwagen
véhiculer; véhiculé
gebruiken, gebruikt
veille, la
de vorige dag
veiller
waken, opblijven
veilleur de nuit, le; les veilleurs de nuit
de nachtwaker
veinard, le
de geluksvogel
veiné
gevlamd
vélo, le
de fiets
vélomoteur, le
de bromfiets
velours, le
het fluweel
vendange, la
de wijnoogst
vendeur, le
de verkoper
vendeuse, la
de verkoopster
vendre; vendu
verkopen, verkocht
vendredi
vrijdag
vénéneux; vénéneuse; vénéneux
giftig (een giftige paddestoel)
vénérable; vénérable
eerbiedwaardig (een eerbiedwaardige leeftijd)
vengeance, la
de wraak
vengeur; vengeresse
(de) wraak(actie)
venimeux; venimeuse; venimeux
venijnig (zijn)
venir; venu
komen, gekomen
vent, le
de wind
vente, la
de verkoop
venue, la
de komst
ver, le
de worm
véranda, le
de veranda
verbe, le
het werkwoord
verdure, la
het groen (loof)
verger, le
de boomgaard
verglas, le
de ijzel
vérifier
verifiëren
véritable; véritable
echt (leder)
vérité, la
de waarheid
vermeil; vermeille
bloedrood
vermine, la
form:
het ongedierte, inform: de schurk, de boef
verni
gevernist, gelakt
verre, le
het glas (water)
verre à vin, le; les verres à vin
het wijnglas
verre de contact, le; les verres de contact
de contactlens
verrou, le; les verrous
de grendel (voor de deur)
verrouiller
(een deur) vergrendelen
vers
naar, tegen, rond
versement, le
de storting (van geld)
verser
(thee) inschenken