woordjes R Flashcards
R.E.R., le
(Réseau express régional) de regionale
metro (rond Parijs)
rabais, le
de korting (op een aankoop)
raccourci, le
de binnenweg (kortere weg)
raccourcir
(een rok) verkorten
raccrocher
(de hoorn van de telefoon) ophangen
race, la
het ras
racine, la
de wortel (van een plant)
racler
(een vlek) afkrabben (van een oppervlak)
racloir, le
de schrapper, de krabber
raconter; raconté
vertellen, verteld
radiation, la
de straling (natuurkunde)
radical, le
de stam (van een woord)
radical; radicale; radicaux
radicaal
radieux; radieuse; radieux
stralend, schitterend
radio, la
de radio
radio, la
de radiografie, de röntgenfoto
radiodiffusion, la
de radio-omroep
rafale, la
de rukwind
raffiné
geraffineerd (zijn)
raffoler
verzot zijn (op gebak)
rafraîchir
(een drank) koelen
rafraîchissant
(een) verfrissend (bad)
rage, la
de razernij
railler
de draak steken (met iemand)
raisin, le
de druif
raison, la
de reden
raisonnable; raisonnable
redelijk (blijven)
raisonnement, le
de redenering
raisonner
redeneren
rajeunir
verjongen (dat kapsel verjongt)
ralentir; ralenti
(aan een kruispunt) vertragen, vertraagd
ralentissement, le
de vertraging (van de auto)
rallye, le
de rally
ramasser
(de gevallen papieren) oprapen
rame, la
de roeispaan
ramener
(iemand) terugbrengen
ramer
roeien
rampe, la
de leuning (van een trap)
ramper
kruipen
rançon, la
het losgeld
rancune, la
de wrok
rancunier; rancunière
(een) haatdragend (man)
randonnée, la
de trektocht (door de bergen)
rang, le
de rang
rangée, la
de rij (huizen)
ranger; rangé
(de dossiers) ordenen, geordend
rapace, le
de roofvogel
râper; râpé
raspen, geraspt
rapide; rapide
(een) snel (paard)
rapidement
vlug, snel
rapidité, la
de snelheid
rapiécer
(kleding) verstellen
rapport, le
het verslag (van de politie)
rapporter
(geld) opbrengen
rapporter; rapporté terugbrengen, teruggebracht
(de gevonden voorwerpen)
rapprochement, le
de toenadering
rapprocher
bijeenbrengen, bijeenplaatsen, dichterbij brengen
rapprocher
groter maken
rapt, le
de ontvoering
rare; rare
(een) zeldzaam (product)
rarement
zelden
raser; rasé
scheren langs (de muur), gescheerd
rasoir, le
het scheerapparaat
rassemblement, le
de bijeenkomst (van personen)
rassembler
weer) verzamelen, bijeenbrengen
rassis
oudbakken (brood)
rassurant
(een) geruststellend (gebaar)
rassurer; rassuré
(iemand) geruststellen, gerustgesteld
rat, le
de rat
râteau, le
de hark
rater; raté
(de trein) missen, gemist
ration, la
het rantsoen
rationalité, la
de rationaliteit
rationnel; rationnelle
rationeel (zijn)
ratisser
harken (in de tuin)
rattacher
(zijn veters) terug vastmaken
rattraper
(iemand) inhalen
raturer
(woorden) schrappen
ravager
teisteren (zware stormen teisteren het land)
ravi
dolblij, verrukt, opgetogen
ravir
verrukken
ravissant
(een) schitterend (halssnoer)
ravisseur, le
de ontvoerder
rayer
strepen zetten (op een blad papier)
rayon, le
de straal (van de zon)
rayonnant
stralend, schitterend
rayonnement, le
de uitstraling (invloed)
rayure, la
de kras (in de tafel)
réaction, la
de reactie
réagir; réagi
reageren, gereageerd
réalisateur, le; la réalisatrice
de regisseur, de cineast
réalisation, la
de verwezenlijking
réaliser
realiseren
réalité, la
de werkelijkheid
réanimateur, le; la réanimatrice
de reanimatiedokter
rebondi
bol, rond, dik
rebrodent
naborduren, borduren op
récalcitrant
(een) opstandig (kind)
récemment
(dat is) recentelijk (gebeurd)
récent
(een) recent (feit)
récepteur, le
de hoorn (van het telefoontoestel)
réceptif; réceptive
ontvankelijk (zijn voor indrukken)
réception, la
de balie (toonbank)
réception, la
de receptie
recette, la
het recept
receveur, le
de ontvanger (van de belastingen)
recevoir; reçu
(een geschenk) krijgen, gekregen
recevoir
(bezoek) ontvangen
réchauffer
(een gerecht weer) opwarmen
rêche; rêche
schraal (een schrale huid)
recherche, la
het onderzoek (wetenschappelijk onderzoek)
recherché
(een) gezocht (exemplaar)
rechercher
(de dief) opsporen
récif, le
het rif (koraalrif)
récipient, le
het recipiënt
réciproque; réciproque
wederkerig (een wederkerige liefde)
récit, le
het verhaal (relaas)
récital, le; les récitals
het recital (soloconcert)
réciter
(een gedicht) opzeggen (voor iemand)
réclamation, la
de klacht (over een product)
récolte, la
de oogst
récolter
(graan) oogsten
recommandation, la
de aanbeveling
recommander
(een restaurant) aanbevelen
recommencer
herbeginnen
récompense, la
de beloning
récompenser
(iemand) belonen (voor een dienst)
réconciliation, la
de verzoening
réconcilier
verzoenen
reconduire
(iemand per auto) terugbrengen
réconforter
(iemand) sterken (bij verdriet)
reconnaissable; reconnaissable
herkenbaar (zijn)
reconnaissance, la
de dankbaarheid
reconnaissant
dankbaar, erkentelijk
reconnaître
(een kind) erkennen
reconnaître
herkennen
reconnu
erkend (zijn door de staat)
reconstituer
(de feiten) reconstrueren
reconstruction, la
de reconstructie
reconstruire
heropbouwen
record, le
het record
recours, le
de toevlucht
recouvrer
(belastingen) incasseren
recouvrir; recouvert
bedekken, overtrekken, bedekt
récréation, la
de speeltijd
recruter
rekruteren, aanwerven
rectangle, le
de rechthoek
rectangulaire; rectangulaire
(een) rechthoekig (voorwerp)
rectifier
(een misverstand) rechtzetten
reçu, le
het ontvangstbewijs
recueil, le
de bundel (gedichten)
recueillir
verzamelen
reculer
(een stap) achteruitgaan
récupérer
(iets geleends) terugkrijgen
récupérer
ophalen, gaan halen
récuser
(een getuige) wraken
récuser
verwerpen
recyclage, le
de omscholing (van arbeiders)
rédacteur, le
de redacteur
rédaction, la
de redactie
rédaction, la
het opstel
redemander
opnieuw vragen, terugvragen
redéployer
herstructureren
redescendre
weer naar beneden gaan
rédiger
(een tekst) opstellen
redoutable; redoutable
(een) geducht (man)
redouter; redouté
(iemand) vrezen, gevreesd, geducht
redresser
herstellen, redden
réduction, la
de korting (korting geven)
réduire
herleiden (tot)
réduit
verminderd (tegen verminderde prijs)
réel; réelle
(een) reëel (gevaar)
réélire
herkiezen
réfectoire, le
de refter (school)
référé, le
het kort geding (proces)
référence, la
de referentie
référendum, le
het referendum
référent, le
de zaak waarnaar verwezen wordt door een woord
réfléchir; réfléchi
nadenken, nagedacht
reflet, le
de weerkaatsing (van een beeld)
refléter
weerkaatsen
réflexion faite
bij nader inzien
réforme, la
de hervorming
réformer
(een instelling) hervormen
refrain, le
het refrein
réfrigérateur, le
de koelkast
refroidissement, le
de afkoeling (van temperatuur)
refuge, le
het toevluchtsoord
réfugié, le
de vluchteling (politieke vluchteling)
refus, le
de weigering
refuser; refusé
weigeren, geweigerd
réfuter
(een theorie) weerleggen
regagner
(naar zijn plaats) terugkeren
régal, le; les régals
het lievelingsgerecht
regard, le
de blik (manier van kijken)
regarder; regardé
kijken, gekeken
région, la
de streek (gebied)
régional; régionale; régionaux
(een) regionaal (akkoord)
registre, le
het register (rijksregister)
règle, la
de regel (norm)
règlement, le
het reglement