Wiskunde - te vanbuiten leren dingentjes Flashcards

1
Q

Stelling van Pythagoras

A

a² + c² = b²

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

sin α in een rechthoekige driehoek

A

c/b

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

cos α in een rechthoekige driehoek

A

a/b

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

tan α in een rechthoekige driehoek

A

c/a

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

grondformule

A

sin²α + cos²α = 1

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

tan α formule

A

sin α / cos α

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

cot α formule

A

cos α / sin α

1 / tan α

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

de cosinusregel

A

geg: Â, |AC|, |AB|
gevr: |CB|

opl: |BC|² = |AC|² + |AB|² - 2|AC||AB| . cos Â

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

de sinusregel

A

geg: Â, |BC|
gevr: C, |AB|

opl: |BC| / sin  = |AC| / sin B = |AB| / sin C

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat is een georiënteerde hoek?

A

een hoek met een begin- en eindbeen

-> meten in tegenwijzerzin = +
-> meten in wijzerzin = -

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is de hellingshoek van een schuine rechte?

A

Dat is de hoek met een waarde in het interval ]-90°, 90°] die de rechte maakt met de x-as.

-> de hoek gemeten van de x-as tot de rechte
-> naar beneden/dalende rechte is -, naar boven/stijgende rechte is +

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Aan wat is de rico r gelijk in een rooster?

A

aan tan α

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is de hoek tussen 2 rechten?

A

de kleinste positieve hoek tussen die rechten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoe bereken je de hoek tussen 2 rechten?

A

α - B

-> krijg je een stompe hoek dan doe je nog 180° - die hoek.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat zijn de som en verschilformule van sin?

A

SOM => sin α . cos B + cos α . sin B
VERSCHIL => sin α . cos B - cos α . sin B

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat zijn de som en verschilformules van cos?

A

SOM => cos α . cos B - sin α . sin B
VERSCHIL => cos α . cos B + sin α . sin B

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat zijn de som en verschilformules van tan?

A

SOM => tan α + tan B / 1 - tan α . tan B
VERSCHIL => tan α - tan B / 1 + tan α . tan B

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Welke 2 hoeken gebruik je bij gelijke en tegengestelde hoeken?

A

1) α
2) -α

19
Q

Welke 2 hoeken gebruik je bij supplementaire hoeken?

A

1) 180°- α
2) α

20
Q

Welke 2 hoeken gebruik je bij antisupplementaire hoeken?

A

1) 180°+ α
2) α

21
Q

Welke 2 hoeken gebruik je bij complementaire hoeken?

A

1) 90°- α
2) α

22
Q

Welke 2 hoeken gebruik je bij anticomplementaire hoeken?

A

1) 90°+ α
2) α

23
Q

Hoe bereken je de hoek tussen 2 vectoren?

A

cos α = x1x2 + y1y2 / √x²1 + y²1 . √x²2 + y²2

24
Q

Wanneer zijn vector u en v loodrecht?
Hoe breken je het inproduct? (4)

A

vector u en v zijn loodrecht als en slechts als:

  • inproduct = 0
  • x1x2 + y1y2 = 0
  • ||u||.||v|| . cos α = 0
  • u . v = 0
25
welke 2 voorwaarden zijn er voor de loodrechte stand v rechten met vectoren?
1) u . v = 0 <=> x1x2 + y1y2 = 0 2) n . n = 0
26
Hoe bepaal je het co(d) van een richtingsvecor in 4 stappen?
1) opzij tellen: bv 2 rechts = +2 2) boven/ beneden tellen: bv 3 onder = -3 3) co(d) = (2,-3) 4) r: d(2,-3)
27
Hoe weet je van 2 richtingsvectoren loodrecht op elkaar staan?
Als rico r1 . rico r2 = -1
28
Wat is het stappenplan om een cartesische vgl van de loodlijn door ene punt op een rechte op te stellen?
1) Bepaal de rico loodlijn l en de rechte r 2) l: y = ax + b 3) b bepalen 4) in vorm ux + vy + w = 0
29
coördinaat van een punt tot een rechte
- formule van HESSE -> d(P,r) = |ux+vy+w| / √u² + v²
30
wat is het coördinaat van het midden?
co(M) = (x1+x2 / 2, y2+y1 / 2)
31
Hoe stel je een cartesische vgl van de bissectrices van 2 snijdende rechten? (4 stappen)
1) Bepaal de afstand van een willekeurig punt P(x,y) tot beide rechten met formule van Hesse 2) Stel d(P,r) + d(P,s) 3) Los op; |-3| = 3 en 3 = 3 4) Controle: rico1.rico2 = -1
32
formule discirminant
D = b² -4ac
33
Som formule van 2 complexe getallen
(a+c) + (b+d)i
34
verschilformule van 2 complexe getallen
(a+bi) - (c+di) = (a+bi)+(-c-di)
35
product van 2 complexe getallen (3)
- i² = -1 - rekenregels: (a+b)² = a² + 2ab + b² EN (a+b)(a-b) = a²-b² - ac - bd + (ad+bc)i
36
quotiëntformule van 2 complexe getallen
a+bi / c+di = a+bi/c+di . c-di / c-di
37
product van 2 complexe getallen in de goniometrische vorm formule
z1.z2 = r1.r2 (cos (O1+O2) + isin (O1+O2))
38
quotiënt van 2 complexe getallen in de goniometrische vorm formule
z1/z2 = r1/r2 (cos (O1-O2) + isin (O1-O2)
39
hoe zet je een complex getal om in de goniometrische vorm in 3 stappen?
1) r = √a²+b² 2) O => tanO = b/a 3) invullen: r1(cosO + isinO)
40
Wat zijn axioma's?
beweringen waarvan je, zonder verder bewijs, de waarheid accepteert
41
Wat is de omgekeerde stelling van Pythagoras?
a² = c² + b²
42
Welke 3 ondeliggende liggingen heb je?
- kruisend - evenwijdig - snijdend -> een vlak heeft enkel: evenwijdig en snijdend
43
Wanneer zijn 2 verzamelingen disjunct?
2 verzamelingen zijn disjunct als en slechts als de doorsnede van de 2 verzamelingen leeg is.
44
Wat is de complementregel?
#V (met streep op) = #U - #V