Geschiedenis - Les 18: Naar een democratische samenleving Flashcards

1
Q

Wanneer situeren we de Amerikaanse en de Franse evolutie?

A

ca. 1750-ca.1815

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waar lagen de Engelse kolonies in Noord-Amerika?

A

Aan de Oostkust van Amerika, aan de Atlantische Oceaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke Europese landen hadden behalve Engeland nog kolonies in Noord-Amerika?

A

Spanje (zuiden), Frankrijk (noorden)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Leg de slogan: ‘no taxation without representation’ uit.

A

De kolonisten moesten veel belastingen betalen aan de Britten. In ruil eisten ze inspraak in het Britse parlement.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Toon aan dat Thomas Paine geïnspireerd werd door de verlichting.

A

Hij gaf aan dat de kolonisten hielden van burgerlijke en religieuze vrijheden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Was het land vrij toen de Engelse kolonisten aankomen op de Oostkust?

A

Nee, er waren al verschillende inheemse volkeren. (Indianen genoemd)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wie zijn de ‘inheemse Amerikanen?

A

vele tientallen stammen: van ‘eskimo’ = inuit tot Sioux

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat waren de grote verschillen bij de inheemse bevolking voor de kolonisatie? (2)

A
  • grote etnische verschillen
  • verschil in levenswijze: nomaden en sedentairen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat betekent heterogeniteit?

A

Grote zichtbare verschillen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is het verschil tussen nomaden en sedentairen?

A

nomaden trekken rond, sedentaire vestigen zich.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn de Pilgrim Fathers?

A
  • 1621
  • protestante
  • gevlugd naar Amerika voor katholisme (eerste kolonisten?)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat betekent fundamentalistisch?

A

strengelovig zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wanneer was de Boston Massacre?

A

1770

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is de Boston Massacre?

A
  • 1770
  • Het Bloedbad van Boston: Britse troepen schoten op protesterende burgers => lokken veel afkeer => door velen gezien als startpunt van de Amerikaanse Revolutie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat was er mis met de prent die we kregen bij de Boston Massacre? Hoe noemen we zo een prent?

A

Het is een foute opstelling

-> het was niet op bevel het schot => 1 soldaat schot gelost = chaos => geen aanval van Britten

= een propagandaprent

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wanneer was de onafhankelijksheidsverklaring?

A

4 juli 1776 = independence day

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat was er 4 juli 1776?

A

de onafhankelijkheidsverklaring of de independece day

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wanneer was het einde van de 70-jarige Oorlog?

A

1763 (tussen Britten Fransen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wanneer was de Boston Tea Pary?

A

1773

20
Q

Wat was er in januari 1776?

A

pamflet: Common Sense: oproep tot actie

21
Q

Wanneer was de Common Sense: oproep tot actie?

A

januari 1776

22
Q

Wanneer was de onafhankelijkheid geacceppteerd dood de Britten?

A

in 1783

23
Q

Wat zijn de checks and balances?

A

Betekent dat elke macht heeft controlemechanismen over de andere machten

24
Q

Wat is de Bill of Rights?

A

Daarin staat dat inwoners van de VS recht hebben om wapens te dragen.

25
Q

Wanneer was de Boston Tea party?

A

in 1773

26
Q

Wat is de Boston Tea Party?

A
  • 1773
  • De Britse autoriteiten in Boston wilden de kolonisten dwingen om een lading thee ui China van hen over te kopen. Uit protest gooide een groep kolonisten - verkleed als indianen - de thee in het water.
27
Q

Geef 3 voorbeelden van ‘checks and balances’ in de Amerikaanse Grondwet.

A
  • uitvoerende macht (president)
  • uitgevende macht (congres)
  • rechterlijke macht (hooggerechtshof)
28
Q

In de Verenigde Staten zijn er regelmatig schietpartijen, bijvoorbeeld in scholen. Waarom staan heel wat Amerikanen positief tegenover het bezit van vuurwapens?

A

In de Bill of Rights staat dat inwoners van de VS het recht hebben wapens te dragen.

29
Q

Wat is de voorgeschiedenis van de Franse revolutie? (4)

A
  • einde 18e eeuw
  • verlichte ideeën: gelijkheid, scheiding der machten, vrijheid, …
  • vorstelijk absolutisme: koning Lodewijk XVI getrouwd met Marie-Antoinette van Oostenrijk
  • maatschappelijke ongelijkheid (standenmaatschappij)
  • economische crisis: misoogsten = hogere prijzen = armoede + hongersnood
30
Q

wie is Marie-Antoinette van Oostenrijk?

A

vrouw van Lodewijk XVI en heeft een decadente levensstijl (luxueus leven)

31
Q

Wat is de eerste fase van de Franse revolutie?

A

nieuwe elite aan de macht van 1789-1791

  • staatskas = LXIV roept Staten-Generaal bij elkaar

-> machtsgreep nieuwe elite = zij vormen de Nationale Vergadering met als doel een nieuwe grondwet opstellen (burgerij probeert zo de adel en clerus buitenspel te zetten)

-> opstand massa: Ontslag minister van financiën Necker, Bestorming van Bastille, Plunderingen op platteland

-> reactie vrosten: declaration des Droits de l’Homme et du Citoyen , afschaffinf standenvoorrechten => juridische gelijkheid
+ nieuwe grondwet (1791): macht v koning wordt beperkt niet meer boven de macht, wetgevende macht bij de burgers (volkssoeveinititeit, rechtstaat (scheiding der machten), cijnkiesrecht?

32
Q

Wat is de bestorming van Bastille?

A
  • met steun vn volk opstand
  • 7 gevangen vrijlaten uit staatsgevangenis
  • op zoek naar buskruit
  • symbool voor machtswillekeur 14 juli 1789 (nationale feestdag)
33
Q

Wat is het cijkiesrecht?

A

Enkel rijke mannen mogen stemmen

34
Q

Wat is de conclusie van de eerste fase van de Franse revolutie?

A

Frankrijk uitgebouwd tot constitutionele monarchie en rechtstaat MAAR geen gelijkheid: burgerij is nieuwe politieke elite

bv cijnkiesrecht, wet Le Chapelier (verbod vakbonden en stakingen), …

35
Q

Wat is de wet Le Chapelier?

A

verbod vakbonden en stakingen (arbeiders mogen zich niet verenigen)

36
Q

Wat is de 2e fase van de Franse Revolutie?

A

RADICALISERING REVOLUTIE 1792-1794

  • mislukte vluchtpoging van Lodewijk XVI stelt koningschap in vraag: openbare terechtstelling guillotine, afschaffing koningschap, instelling republiek: nieuwe grondwet met algemeen stemrecht

-> frankrijk wordt een constitutionele of grondwettelijke republiek.

MAAR onrust blijft: burgeroorlog binnenland oryalisten tegen republikeinen, oorlog tegen colaitie van conservatieven uit buitenland

DUS voorlopige regering met machtsconcentratie:
-> dictatuur Robespierre: Terreur/Schrikbewing oa guillotine

37
Q

Hoe heet het onthoofdingsding

A

guillotine

38
Q

wat is het dictatuur van Robespierre

A

terreur / schrikbewind

39
Q

Wat betekent constitutionele republiek

A

een grondwettelijke republiek (gekozen staathoofd die zich moet houden aan de grondwet)

40
Q

Wat is de conclusie van fase 2 van de Franse revolutie?

A

Theoretisch nieuw links bewind met vrijheid voor iedereen maar in praktijk wordt Frankrijk een dictatuur.

41
Q

Wat is fase 3 van de Franse revolutie?

A

HERSTEL MACHT NIEUWE ELITE (1795 - 1799)

  • Robespierre word veroordeeld -> opnieuw RECHTS bewind olv de burgerij
    -> nieuwe gribdwet met scheiding der machten + getrapte verkiezingen (volk kiest vertegenwoordigers die op hun beurt andere kiezen) + cijnkiesrecht

MAAR in praktijk opeenvolging van staatsgrepen vanuit leger TOT staatsgreep Napoleon Bonaparte

42
Q

Wat is fase 4 van de Franse revolutie?

A

NAPOLEON: EINDPUNT VAN DE REVOLUTIE (1799-1815)

1) keizerrijk Napoleon (kroont zichzelf)
- positief: eindelijk rust fr + praktische verwezenlijkingen verlichting (bv hervorming onderwijs)
- negatief: absolutisme + constante machtsdrang zorgt voor vele oorlogsslachtoffers in binnen- en buitenland + de door Roobespierre afgeschafte slavernij wordt terug ingevoerd.

2) snelle opkomst + neergang buitenlandse campagnes:
- 1e ronde: overwinningen tegen Oostenrijk, Pruisen, Rusland -> Frans overwicht op Europese continent
- 2e ronde: gelijkspel tegen Groot-Brittannië: door Continentale blokkade, namelijk het blokkeren van de in- en uitvoer van goedern in Eng, probeert NapoleonGB te treffen maar mislukt
- 3e ronde: keerpunt in nederlaag tegen Rusland (doodgevroren + geen voedsel meer)
-4e ronde: definitieve nederlaag Napoleon bij slag van Waterloo (1815) na genadeslag Leipzig (1813) tegen europese coaltitie

43
Q

Referentiekader slag van Waterloo

A
  • politiek
  • Waterloo
  • 1815
44
Q

referentiekader genadeslag Leipzig

A
  • ## politiek
  • 1813
45
Q

Geef 3 voorbeelden vernieuwingen Napoleon

A
  • rechts rijden
  • eenvormige maten en gewichten
  • burgerlijk wetboek (code Napoleon) = wetten bestraffing voor iedereen gelijk
46
Q

Heeft de Franse revolutie haar doelinstellingen op het gebied van gelijke individuele rechten en volkssoevereiniteit op korte termijn kunnen vervullen?

A
  • op vlak van gelijke individuele rechten wel: bevestigd door code Napoleon
  • op vlak van volkssoevereinititeit niet: alleenheerschappij van Robespierre en Napoleon
47
Q

Omschrijf de invloed van de Franse Revolutie op lange termijn.

A

De fr rev bracht langzaam en in verschilende fases de samenleving in een nieuwe en meer democratische plooi.