Fysica - Formules etc Flashcards

1
Q

Druk van vaste stof

A

p = F / A

in Pa

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wet van Pascal

A

F1 / A1 = F2 / A2

Kracht in Newton
Opp in m2

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

hydrostatische druk

A

p(hydro) = ρ . g . h

in Pa

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

hydrostatische kracht

A

F = ρ . g . h . A

in Newton

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Archimedeskracht

A

F(A) = ρ(vl) . g . V(ond)

in Newton

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wet van Regnault

A
  • isochoor
  • p1 / T1 = p2 / T2

p in Pa
T in K

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wet van Boyle-Mariotte

A
  • isotherm
  • p1 . V1 = p2 . V2

p in Pa
V in m3

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wet van Gay-Lussac

A
  • isobaar
  • V1 / T1 = V2 / T2

V in m3
T in K

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Algemene gaswet

A

p1 . V1 / T1 = p2 . V2 / T2

p in Pa
V in m3
T in K

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Merkbare warmte

A

Q = c . m . ΔT
Q = c . ΔT

Q in joule
c in J/kg.K
C in J/K
m in kg
ΔT in K

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Latente warmte

A

Q = L . m

Q in J
m in kg
L in J/kg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Elektrische spanning

A

U = ΔE / q

U in Volt
ΔE in J
q (elektrische lading) in Coulomb

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Elektrische stroom / stroomsterkte

A

I = Δq / Δt

I in Ampère (A) (stroomsterkte)
Δt in seconde (s)
Δq in Coulomb (C)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Elektrische geleidbaarheid

A

G = I / U

G in Siemens (S)
I in Ampère (A) (stroomsterkte)
U in volt (V) (spanning)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Elektrische weerstand

A

R = U/I

R in ohm (omega teken)
U in volt (spanning)
I in Ampère (stroomsterkte)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Thermische energie (joule-effect)

A

Q = R . I² . Δt

Q in joule
R in ohm (weerstand)
I in A (stroomsterkte)

17
Q

Elektrisch vermogen

A

P = U . I

P in watt (W)
U in V (spanning)
I in A (stroomsterkte)

18
Q

Elektrisch verbruik

A

ΔE = P . Δt

ΔE in wattseconde (Ws) of J
P in W (vermogen)