Fysica - 5 Gaswetten Flashcards

1
Q

Hoe hoger de temperatuur, hoe … de gemiddelde snelheid van de gasdeeltjes.

A

hoger

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Bij een hogere snelheid van de gasdeeltjes, hoort een … kinetische energie.

A

grotere

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe sneller de gasdeeltjes bewegen, hoe … ze tegen de wand botsen en dus hoe … de botsingsdruk is.

A

harder - groter

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wanneer is de toestand van een gas volledig gekend?

A

Als de tempertauur, het volume V, de druk p en de hoeveelheid gas n (mol) gekend is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijnde 4 grootheden van een gas? (verzamelnaam)

A

de toestandsfactoren of toestandsgrootheden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zoek je als het volume en de hoeveelheid gas constant blijven om het verband tussen de toestandsactoren te onderzoeken?

A

het verband tussen de druk en de temperatuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zoek je als de temperatuur en de hoeveelheid gas constant blijven?

A

dan zoek je het verband tussen de druk en het volume

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zoek je als de druk en de hoeveelheid gas constant blijven?

A

Dan zoek je het verband tussen het volume en de temperatuur.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is een toetstandsvergelijking?

A

Een vergelijking die het verband tussen de toestandsfactoren beschrijft.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is geeft de algemene gaswet?

A

De combinatie van verschillende toestandsvergelijkingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Voor welke gassen geldt de algemene gaswet?

A

Aal voor een ideaal gas

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is een ideaal gas?

A

Een niet-reëel gas, een geïdealiseerd model.
Het leidt tot eenvoudigere verbanden. Een sterk verdund gas benadert een ideaal gas.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat voor grafiek heb je bij een constante hoeveelheid gas en een constant volume?

A

p(O)-grafiek
verband tussen druk en temperatuur

p = y-as (10(5) Pa)
O = x-as (°C)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoeveel bedraagt het absolute nulpunt?

A

-273°C

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hoe ga je van Kelvin naar graden Celcius?

A

-273

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hoe ga je van graden Celcius naar Kelvin?

A

+273

17
Q

Wat is het verband tussen de druk p en de absolute temperatuur T van het gas?

A

recht evenredig

18
Q

Welke formule hoort er bij een p(T)-grafiek?

A

p1/T1 = p2/T2

19
Q

Welke wet hoort erbij een constant volume (p(T)-grafiek)?

A

de wet van Regnault

20
Q

Welke 2 voorwaarden wet van Regnault?

A
  • volume moet constant blijven
  • hoeveelheid gas moet constant blijven
21
Q

Wat is de wet van Regnault? (3)

A
  • V en n constant
  • isochoor
  • p1/T1 = p2/T2
22
Q

Wat betekent isochoor / isochoor proces?

A

De toestandsverandering bij een constant volume.

23
Q

Verklaar de volgende voorzorgsmaatregel op een spuitbus deodorant: “Beschermen tegen de zon en niet blootstellen aan een temperatuur hoger dan 50°C”.

A

Bij een constant volume is er een recht evenredig verband tussen de druk en de absolute temperatuur. De druk in de spuitbus zal heel hoog worden bij temperaturen boven 50 °C.

24
Q

Hoe groter de druk, hoe … het volume bij een constante temperatuur en een constante hoeveelheid gas.

A

kleiner

25
Q

Wat voor grafiek is een p(V)-grafiek? (constante temperatuur)

A

tak van een hyperbool
omgekeerd evenredig

26
Q

Welke formule hoort er bij een p(V)-grafiek?

A

p1 . V1 = p2 . V2

27
Q

Welke wet hoort er bij een p(V)-grafiek? (T constant)

A

de wet van Boyle en Mariotte

28
Q

Welke 2 voorwaarden wet van Boyle en Mariotte?

A
  • temperatuur moet constant blijven
  • hoeveelheid gas moet constant blijven
29
Q

Wat is de wet van Boyle en Mariotte? (3)

A
  • T en n constant
  • isotherm
  • p1 . V1 = p2 . V2
30
Q

Wat is isotherm of een isotherm proces?

A

Een toestandsverandering bij een constante temperatuur

31
Q

Wat voor grafiek is een V(T)-grafiek?

A
  • rechte door de oorsprong
  • recht evenredig
32
Q

Welke wet past er bij een V(T)-grafiek?

A

Wet van Gay-Lussac

33
Q

Welke 2 voorwaarden wet van Gay-Lussac?

A
  • druk moet constant blijven
  • hoeveelheid gas moet constant blijven
34
Q

Wat is de wet van Gay-Lussac? (3)

A
  • p en n constant
  • isobaar
  • V1/T1 = V2/T2
35
Q

Wat betekent isobaar of isobaar proces?

A

Een toestandsverandering bij een constante druk

36
Q

Wat staat er beschreven in de algemene gaswet?

A

het verband tussen de druk p, volume V en de temperatuur T voor een bepaalde hoeveelheid gas.

37
Q

formule algemene gaswet

A

p1.V1/T1 = p2.V2/T2

38
Q

Wat gebeurt er met een reëel gas wanneer je het zou afkoelen?

A

De temperatuur daalt. Een reëel gas wordt vloeibaar.

39
Q

Wanneer kun je een reëel gas beschouwen als een ideaal gas?

A

Als de cohesiekrachten tussen de gasmoleculen voldoende klein is.