Chemie - Thema 4 Flashcards

1
Q

Wat zijn elektrolyten?

A

Samengestelde stoffen die in gesmolten toestand en/of opgelost in H2O vrije ionen vormen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn ionenuitwisselings?

A

Reacties tussen tegengesteld geladen ionen van 2 elektrolyten in water.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat onderscheid je bij ionenuitwisselings op basis van gevormde reactieproducten?

A
  • suspensie (wordt VS gevormd)
  • schuim (wordt gas gevormd)
  • neutralisatie (wordt water gevormd = blijft homogeen mengsel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is de vergelijking van neutralisatie?

A

HZ + MOH = H2O + MZ

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is een neerslagreactie?

A

Een chemisch proces waarbij door het samenvoegen van een elektrolytoplossing vaste deeltjes in een vloeistof ontstaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is neerslag?

A

Dat is de onoplosbare vaste stof in de suspensie bij een neerslagreactie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wanneer treed een neerslagreactie op?

A

Wanneer je oplossingen met verschillende ionen bij elkaar voegt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is een oplosbaarheidstabel?

A

Die geeft informatie over de mogelijkheid tot neerslagvorming

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Op welke 2 manieren kan je een neerslagreactie weergeven?

A
  • essentiële ionenreactievergelijking
  • stoffenreactievergelijking
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is een essentiële ionenreactievergelijking?

A

Die geeft de combinatie van de ionen die de neerslaag of het gas vormen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is een stoffenreactievergelijking?

A

Die geeft de reactie weer met formules van alle reagentia en reactieproducten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zijn de slecht oplosbare gassen?

A

CO2
H2S
H2CO3

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat vormt H2CO3?

A

H2O + O2

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is een gasontwikkelingsreactie?

A

Een chemisch proces waarbij door het samenvoegen van elektrolytenoplossingen gasbellen in de vloeistof ontstaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is een gas bij een gasontwikkelingsreactie?

A

Slecht oplosbare stof in het schuim bij een gasontwikkelingsreactie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Door wat ontstaat een gas bij een gasontwikkelingsreactie?

A

Door de reactie tussen ionen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Op welke 2 manieren kan je gasontwikkelingreacties weergeven?

A
  • essentiële ionenreactievergelijking
  • stoffenreactievergelijking
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Welke soort stoffen hebben een neutralisatiereactie?

A

HZ (zuren) en MOH (base)

19
Q

Wanneer hebben HZ of MOH een neutralisatiereactie?

A

Enkel wanneer even veel H+ ionen van het zuur als OH- ionen van het base

20
Q

Wat wordt H2O?

A

H2O -> H+ + OH-

21
Q

Welk soort water geleidt niet?

A

zuiver water

22
Q

Aan wat is de waterstofionenconcentratie geljk?

A

Aan de hydroxideionenconcentratie

c(H+) = c(OH-)
n(H+) = n(OH-)

23
Q

Wat is een neutrale oplossing?

A

Dat is als de hoeveelheid stof van de waterstofionen gelijk is aan de hoeveelheid stof van de hydroxideionen

24
Q

Wat is een zure oplossing?

A

Dat is wanneer je een zuur aan water toevoegt zodat dat zuur ioniseert.

-> de H+ ionen nemen toe, en de OH- ionen nemen af

25
Q

Hoe meer H+ ionen in de oplossing, hoe …

A

zuurder

26
Q

Wat is een basische oplossing?

A

Dat is wanneer je een base aan water toevoegt zodat die base dissocieert

-> OH- ionen nemen toe

27
Q

Hoe minder H+ ionen in de oplossing, hoe …

A

BASISCHER

28
Q

Wat is de zuurtegraad van een oplossing?

A

Dat is de maat om aan te geven of een oplossing zuur, neutraal of basisch is.

-> c(H+) en c(OH-) waarden zijn vaak klein

29
Q

Voor wat kan je een pH waarde gebruiken?

A

(door sorensen)

Om de laat van de zuurtegraad van een waterige oplossing te meten.

Hij heeft geen eenheid.

30
Q

Hoe zit de pH waarde bij een neutrale oplossing?

A

pH = 7

31
Q

Hoe zit de pH waarde bij een zure oplossing?

A

pH < 7

32
Q

Hoe zit de pH waarde bij een basische oplossing?

A

pH > 7

33
Q

Hoeveel waarden zijn er op een pH-schaal?

A

van 0 tot 14

0 = zuur
7 = neutraal
14 = basisch

34
Q

Wat is een zuur-base indicator? (2)

A
  • een organische kleurstof.
  • de kleur is afh van de pH-waarde van de oplossing
35
Q

Wat is het omslaggebied?

A

het pH-gebied waarin de kleurverandering gebeurt.

36
Q

Wat is de nauwkeurigste manier om pH te meten?

A
  • pH-meter
  • dan universele indicator
  • dan zuur-base-indicator
37
Q

Wat is een buffermengsel?

A

Dat zorgt ervoor dat de pH binnen bepaalde grenzen weinig verandert bij toevoeging van kleine hoeveelheden zuur of base.

38
Q

Wat gebeurt er wanneer er in een chemische reactie de OG veranderen?

A

Dan is er een elektronenoverdracht

39
Q

Wat is een oxidatie?

A

chemisch proces waarbij een stof elektronen afstaat

40
Q

Wat is een reductie?

A

chemisch proces waarbij een stof elektronen opneemt.

41
Q

Wat is een reductor?

A

stof die elektronen afstaat bij een oxidatie

42
Q

Wat is een oxidator?

A

stof die elektronen opneemt bij een reductie.

43
Q

Wat is een redoxreactie?

A

Een reactie waarbij het OG van een element toeneemt en OG van een onder element afneemt.