Biologie - 5 Micro-organismen: verwerkingsoefeningen Flashcards
Geef een voorbeeld van een situatie waarbij micro-organismen voedsel bederven.
Bv boterhammen die je in je brooddoos vergeet.
Geef een voorbeeld van een situatie waarbij gefermenteerde voedingsmiddelen ontstaan.
bv melkzuurbacteriën die inwerken en zo melk in kaas veranderen
Zijn bacteriën die leven op kipfilet in de koelkast heterotroof of autotroof? Waarom?
heterotroof omdat ze zich voeden met de organische verbindingen van het vlees.
Zijn cyanobacteriën die het pigment chlorofyl bezitten heterotroof of autotroof? Waarom?
Autotroof omdat ze chlorofyl kunnen gebruiken om aan fotosynthese te doen.
Zijn bacteriën die in zwavelrijk water zonder organisch materiaal leven heterotroof of autotroof? Waarom?
Autotroof omdat ze zwavelverbindingen gebruiken om energie vrij te maken.
4 fases van de groeicurve
lagfase
exponentiële fase
stationaire fase
afstervingsfase
Zijn prokaryoten die voor voedselbederf zorgen heterotroof of autotroof? Waarom?
Heterotroof. Die prokaryoten gebruiken die voedingsmiddelen voor hun eigen metabolisme, ze voeden zich dus met onze voedingsmiddelen.
Zijn melkzuurbacteriën die voor de productie van yoghurt zorgen, consumenten/reducenten of producenten? Waarom?
Reducenten, omdat ze zich voeden met organisch materiaal. Het zijn geen consumenten omdat ze geen andere organismen eten en het zijn geen producenten omdat ze niet autotroof zijn.
Welke prokaryoten hebben de meeste kans om resistent te worden? Waarom?
gramnegatieve prokaryoten, omdat ze tussen het buitenste celmembraan en de celwand nog een ruimte hebben waar ze enzymen bewaren die hen resistent kunnen maken.
Tijdens welke fase van de vermeerdering kunnen er mutaties ontstaan?
Als de gastheercel kopieën maakt van het virus’ DNA, kunnen er mutaties optreden omdat er fouten gemaakt werden tijdens het kopiëren.
Protozoa kunnen wel / geen producenten zijn omdat …
geen omdat ze geen bladgroenkorrels bevatten en ze heterotroof zijn.
Protozoa kunnen wel / geen consument van de eerste orde zijn omdat …
wel omdat ze zich kunnen voeden met algen of autotrofe prokaryoten
Protozoa kunnen wel / geen consument van de tweede orde zijn omdat …
wel omdat ze zich kunnen voeden met andere protozoa of heterotrofe prokaryoten.
Wat zijn organellen?
Structuren binnen eukaryotische cellen die specifieke functies vervullen bv bladgroenkorrels
Wat is probiotica?
micro-organismen die je immuunsysteem bevorderen
Ze herstellen he microbioom