what leaders do Flashcards

1
Q

Wat is de relatie tussen leiderschap en de interactie tussen de eigenschappen van de leider en de situationele eisen?

A

Effectief leiderschap is een interactie tussen de eigenschappen van de leider en de eisen van de situatie. Het is belangrijk om zowel te begrijpen welke eigenschappen een leider heeft als hoe de situatie de effectiviteit van die eigenschappen beïnvloedt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waarom is het niet genoeg om alleen naar persoonlijkheid te kijken om effectief leiderschap te begrijpen?

A

Omdat persoonlijkheid geen betrouwbare voorspeller is voor leiderschap. Wat een leider daadwerkelijk doet, hun gedrag, is waarschijnlijk een betrouwbaardere indicatie van effectief leiderschap.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat was het doel van het onderzoek van Lippitt en White (1943) over leiderschap?

A

Lippitt en White onderzochten de effecten van verschillende leiderschapsstijlen op de groepssfeer, het moraal en de effectiviteit in een experiment met jongensclubs. Ze wilden het effect van leiderschapsgedrag isoleren van de persoonlijkheid van de leider.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke drie leiderschapsstijlen werden onderzocht door Lippitt en White?

A
  1. Autocratisch leiderschap: De leider geeft orders en is gefocust op de taak.
  2. Democratisch leiderschap: De leider vraagt om suggesties, bespreekt plannen en gedraagt zich als een normaal lid van de club.
  3. Laissez-faire leiderschap: De leider is minimalistisch in zijn of haar tussenkomst en laat de groep grotendeels zelf handelen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat was de belangrijkste bevinding van Lippitt en White over democratisch leiderschap?

A

Democratische leiders werden veel meer gewaardeerd dan autocratische of laissez-faire leiders. Ze creëerden een vriendelijke, groepgerichte sfeer die gepaard ging met hoge productiviteit, ongeacht of de leider fysiek aanwezig was of niet.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe presteerden autocratische leiders volgens Lippitt en White?

A

Autocratische leiders creëerden een agressieve, afhankelijke en zelfgerichte groepssfeer, die alleen hoge productiviteit veroorzaakte wanneer de leider fysiek aanwezig was.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat was het effect van laissez-faire leiderschap volgens de bevindingen van Lippitt en White?

A

Laissez-faire leiders creëerden een vriendelijke, groepgerichte maar speelse sfeer die werd geassocieerd met lage productiviteit, die alleen toenam als de leider afwezig was.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat concludeerden Lippitt en White uit hun bevindingen over leiderschap?

A

Lippitt en White concludeerden dat democratisch leiderschap effectiever was dan autocratisch of laissez-faire leiderschap, omdat het leidde tot een positieve groepssfeer en hoge productiviteit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is het verschil tussen de leiderschapsrollen van ‘task specialist’ en ‘socioemotional specialist’ volgens Robert Bales?

A

Task specialist richt zich op het behalen van oplossingen, geeft vaak suggesties en richtlijnen en is taakgericht.

Socioemotional specialist is gericht op de gevoelens van de groepsleden en bevordert harmonieuze relaties.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat ontdekten Robert Bales en andere onderzoekers over de verdeling van leiderschapsrollen?

A

In groepen is het zeldzaam dat één persoon zowel de taakgerichte als de sociaal-emotionele rol vervult. Meestal zijn deze rollen verdeeld over verschillende mensen, waarbij de taakgerichte leider vaak dominant is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoe werd het leiderschap van Neil Kinnock en Margaret Thatcher in de jaren ‘80 in Groot-Brittannië gekarakteriseerd?

A

Neil Kinnock (Labour): werd gezien als een vriendelijke, benaderbare leider die zich zorgen maakte om de gevoelens van mensen (socio-emotioneel).

Margaret Thatcher (Conservatieven): werd gezien als een harde, taakgerichte leider die zich richtte op economische rationaliteit (taakgericht).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat was de belangrijkste focus van de Ohio State Leadership Studies?

A

De Ohio State Leadership Studies onderzochten leiderschapsgedrag en introduceerden het Leader Behavior Description Questionnaire (LBDQ) om leiderschapsdimensies te meten, en maakten een onderscheid tussen initiating structure en consideration.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is het verschil tussen ‘initiating structure’ en ‘consideration’ in de Ohio State Leadership Studies?

A

Initiating structure: Leiders die hoog scoren op deze dimensie zijn taakgericht, definiëren de doelen van de groep en organiseren het werk om deze doelen te bereiken.

Consideration: Leiders die hoog scoren op deze dimensie zijn gericht op het welzijn van ondergeschikten en bevorderen harmonieuze relaties binnen de groep (sociaal-emotioneel).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat was het verschil in benadering tussen Bales en de Ohio State onderzoekers over taakgerichte en sociaal-emotionele eigenschappen?

A

Bales geloofde dat taakgerichte en sociaal-emotionele eigenschappen inversely related waren, dat wil zeggen dat ze elkaar uitsloten. De Ohio State onderzoekers geloofden dat deze eigenschappen onafhankelijk van elkaar waren, dus een leider kan zowel taakgericht als sociaal-emotioneel effectief zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hoe werd een leider die zowel hoog scoorde op ‘initiating structure’ als ‘consideration’ volgens de Ohio State Leadership Studies beschouwd?

A

Een leider die zowel taakgericht (initiating structure) als sociaal-emotioneel (consideration) is, wordt beschouwd als bijzonder effectief, omdat deze leider zowel de taken goed organiseert als het welzijn van de groepsleden bevordert.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat ondersteunt het onderzoek met betrekking tot leiders die zowel hoog scoren op ‘initiating structure’ als ‘consideration’?

A

Onderzoek ondersteunt het idee dat de meest effectieve leiders degenen zijn die zowel taakgericht (initiating structure) als sociaal-emotioneel (consideration) goed scoren. Leiders die hoog scoren op beide dimensies worden vaker gekozen door groepen om hen te leiden.

17
Q

Wat werd ontdekt in het onderzoek van Sorrentino en Field (1986) over probleemoplossende groepen?

A

Sorrentino en Field ontdekten dat groepsleden die zowel hoog scoorden op taakgerichte als sociaal-emotionele dimensies volgens Bales’s systeem, door de groepen werden gekozen als leiders.

18
Q

Wat is de algemene onderscheiding tussen twee soorten leiderschap die wereldwijd vaak voorkomt?

A

De onderscheiding tussen leiderschap dat gericht is op de taak en het behalen van doelen (taakgericht) en leiderschap dat gericht is op de relaties tussen groepsleden (sociaal-emotioneel).

19
Q

Waar komt de taakgerichte versus sociaal-emotionele leiderschapsdifferentiatie ook voor, buiten de Ohio State Leadership Studies?

A

De differentiatie komt voor in Fiedler’s contingency theory (1964) en in de leader-member exchange (LMX) theorie, die de nadruk legt op de kwaliteit van de relatie tussen leider en volgers.

20
Q

Hoe verschilt taakgerichte versus sociaal-emotionele leiderschapsgedrag tussen culturen?

A

Wat wordt gezien als taakgericht of sociaal-emotioneel leiderschapsgedrag kan variëren tussen culturen. Bijvoorbeeld, in sommige culturen wordt het lunchen met collega’s gezien als sociaal-emotioneel gedrag, terwijl dit in andere culturen anders kan zijn.

21
Q

Wat ontdekten Smith en collega’s (1989) over leiderschapsgedrag in verschillende culturen?

A

Smith en collega’s ontdekten dat zowel prestatie- als onderhoudsgedrag universeel werden gewaardeerd in leiders, maar dat wat als deze gedragingen werd beschouwd, varieerde tussen culturen. Bijvoorbeeld, in Groot-Brittannië en de VS is het als zorgvuldig beschouwd om direct met werknemers te spreken over hun prestaties, terwijl in Oost-Azië dit als onbeleefd wordt gezien en het als zorgvuldig wordt beschouwd om met collega’s te spreken.

22
Q

Wat moeten we nu onderzoeken in verband met effectief leiderschap?

A

We moeten onderzoeken welke situationele factoren leiden tot of profiteren van welk type leiderschapsgedrag. Hoe interacteren gedrag en situatie om effectief leiderschap te produceren?