week 8, HC.2 - Myelodysplastisch syndroom (MDS) Flashcards
Wat is MDS
Myelodysplastisch syndroom
klonale aandoening van hematopoietische stamcellen
- ineffectieve hematopoese
- neiging tot leukemische evolutie
wat is klinische presentatie van MDS
asymptomatisch
vermoeidheid –> anemie
terugkerende infecties –> tgv neutropenie
bloedingsneiging –> tbv trombocytopenie
wat zijn microsopische aanwijzingen voor MDS
dysplasie (niet bewijsend wel vereist)
blasten
hoe ontstaat MDS
door genetische of epigenetische veranderingen in hematopoietische stam/voorlopercellen
welke twee vormen van epigenetische regulatie van genexpressie kennen we
- DNA-methylering
- Histon-modiifcatie
wat is de rol van hypermethylering bij het ontstaan van kanker
door methylering van tumorsuppresor genen ontstaan er sneller tumoren
door binding aan CPG-eiland
wat is het verschil in blastenpercentage qua prognostische waarden bij MDS en AML
MDS –> wel prognostische waarden
AML –> geen prognostische warden
welke classificatie gebruiken ze bij prognostische waarden van MDS
IPSS-R –> mate van risico inschatten op basis van een aantal punten
wat zijn uitgangspunten van de behandeling van MDS
MDS is een heterogene ziekte, prognose varieert sterk
behandeling is de afweging tussen prognose en risico behandeling
allogenen stamceltransplantatie is de enige met potentie tot curatie
wat zijn behandlelingen van MDS
supportive care –> aanvulen bloedcellen
immuunsuppressieve therapie
intensieve chemo (Volgens AML-protocol)
ziektenmodulerene middelen
allogene stamceltransplantatie
wat is het gevolg van 5-azacytidine
zorgt voor minder metylering en meer genexpressie –> meer kankersuppressor eiwitten