week 11, HC.6 - Huidtumoren: van premaligne naar maligne Flashcards

1
Q

Wat zijn de lagen van de epidermis

A
  1. stratum basale
  2. stratum spinosum
  3. stratum granulosum
  4. stratum lucidum
  5. stratum corneum
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat zijn de cellen in de emidermis

A

keratocyten
cellen van langerhands
melanocyten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Epidemiologie huidkanker

A

1/5

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat is BCC, PCC en melanoom

A

BBC –> basaal cel carcinoom
PCC –> plaveizelcel carcinoom
Melanoom –> kanker uit de melanocyten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

waarom stijg indicentie huidkanker zo hard

A

zon cultuur
zonnebank
immunosuppressie
vergrijzing
vergroot bewustzijn
registratie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat zijn risicofactoren van huidkanker

A

genetica
leeftstijl
wonden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat is het verschil in UVA en UVB

A

UVA –> brede golven, diep in de huid –> veroudering (ageing)
UVB -> korte golven, enkel epidermis –> verbranding (Burning)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

hoe krijg je door UV straling huidkanker

A

directe DNA schade –> P53 mutaties
immuun suppressie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

welke voorloper hebben de BBC, PCC en melanoom

A

BBC –> geen
PCC –> actinische keratose , morbus bowen
melanoo –> melanoma in situ, lentigo maligna, giant congenitale naevus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat is actinische keratosen

A

ruwe plekjes met soms roodheid –> vaak zon

dysplasie onderste laag van de basaalmembraan

30 % van de mannen > 50
20 % van de vrouwen > 50

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat is morbus bowen

A

in situ PCC

meestal solitair, soms multipel
kan overal voorkomen
3-10 % PCC

dysplasie door de hele dermis heen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

therapie PCC

A

lokaal
- cryotherapie
elektrocoagulatie
excisie (allen bij bowen)

veldbehandeling
- efudix creme
- aldara creme
- fotodyamische therapie (PDT)
- dermabrasie/ peeling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wat is congenitale melanocytaire neavi

A

moedervlekken

hoe groter de plek hoe groter de kans op een melanoom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wat is lentigo maligna

A

intra-epidermaal melanoom –> in situ melanoom

mediane leeftijd 70 jaar
zon blootgesteld.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

wat is de provoke

A

plaats
rangschikking
omvang
vorm
omtrek
kleur
effloresentie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

hoe is het beloop van een BCC

A

langzaam ontstaan (mischien wel een jaar). niet pijnlijk, soms spontaan bloedenw

17
Q

at is het basaalcel neavus syndroom

A

mutatie in PTCH gen (tumor supressor) –>BCCs van af jonge leeftijd

18
Q

wat zijn de major criteria voor basaalcel neavus syndroom

A

multiple BCC of 1 BXC onder de 20 jaar
kaakcyste
3 of meer palmar pits
familiair

19
Q

wat zijn kenmerken van een BCC

A

glazig, wasachtige, doorschijnende plaque of nodus

vaak centrale ulceratie, verhven blekere rand, teleangiectasieen, snel bloedend.

20
Q

wat is de H-zone in het gezicht

A

(zoek plaatje op)

regio rond ogen, neus, mong en oren en kaaklijn

21
Q

welke twee groepen BCC kennen we

A

Niet agressief
- superficieel
- nodualir

agressief
- andere subtyper –> o.a. sprieterig

22
Q

hoe word het hoog of laag risico ingeschat bij BCC

A

laag hoog

histiologie –> niet agressief/wel
locatie –> NIet H-zone of wel
grotte –> <2 cm of >2 cm
eerdere behandelingen –> praimair of recidief

23
Q

wat is het verschil behandeling met laag risico en hoog risico BCC

A

laag –> excisie met 3 mm marge of bij superficieel –.> topicale therapie of dynamische licht therapie

hoog –> exxcisie met minimaal 5 mm marge of mohs’ micrografische chirurgie

24
Q

wat is mohs’ micrografische chirurgie

A

hele buitenste snijvlak controleren met behulp van een vriescoupe

25
wanneer wel en geen Mohs'
wel --> weefselsparend --> galaat niet --> melanoom, voldoende ruimte voor excisie, inoperabel
26
waarvoor worden orale hedghog inhibitors gebruikt
volwassenen met symptomatisch gemetastaseerd basaalcelcarcinoom of lokaal uitgebreid BCC dat ongeschikt is voor lokaal ingrijpen of radiotherapie
27
wat zijn kenmerken van PCC
huidkleurige tot erythemateuze plaque met veel pijn vaak schilfering en centrale ulceratie, omliggende actinische keratosen, snel bloedend, niet genezend. 80% in hoofd-hals gebied
28
wat zijn risicofactoren voor PCC
UV-straling, arseen roken mannen > vrouwen immuungemedieerde mensen
29
wat is behandeling voor PCC
excisie - stadium I --> 5 mm marge - stadium II --> 10 mm marge mohs-chirurgie/micrografische gecontroleerd chirurgie radiotherapie