week 11, HC.6 - Huidtumoren: van premaligne naar maligne Flashcards
Wat zijn de lagen van de epidermis
- stratum basale
- stratum spinosum
- stratum granulosum
- stratum lucidum
- stratum corneum
wat zijn de cellen in de emidermis
keratocyten
cellen van langerhands
melanocyten
Epidemiologie huidkanker
1/5
wat is BCC, PCC en melanoom
BBC –> basaal cel carcinoom
PCC –> plaveizelcel carcinoom
Melanoom –> kanker uit de melanocyten
waarom stijg indicentie huidkanker zo hard
zon cultuur
zonnebank
immunosuppressie
vergrijzing
vergroot bewustzijn
registratie
wat zijn risicofactoren van huidkanker
genetica
leeftstijl
wonden
wat is het verschil in UVA en UVB
UVA –> brede golven, diep in de huid –> veroudering (ageing)
UVB -> korte golven, enkel epidermis –> verbranding (Burning)
hoe krijg je door UV straling huidkanker
directe DNA schade –> P53 mutaties
immuun suppressie
welke voorloper hebben de BBC, PCC en melanoom
BBC –> geen
PCC –> actinische keratose , morbus bowen
melanoo –> melanoma in situ, lentigo maligna, giant congenitale naevus
wat is actinische keratosen
ruwe plekjes met soms roodheid –> vaak zon
dysplasie onderste laag van de basaalmembraan
30 % van de mannen > 50
20 % van de vrouwen > 50
wat is morbus bowen
in situ PCC
meestal solitair, soms multipel
kan overal voorkomen
3-10 % PCC
dysplasie door de hele dermis heen
therapie PCC
lokaal
- cryotherapie
elektrocoagulatie
excisie (allen bij bowen)
veldbehandeling
- efudix creme
- aldara creme
- fotodyamische therapie (PDT)
- dermabrasie/ peeling
wat is congenitale melanocytaire neavi
moedervlekken
hoe groter de plek hoe groter de kans op een melanoom
wat is lentigo maligna
intra-epidermaal melanoom –> in situ melanoom
mediane leeftijd 70 jaar
zon blootgesteld.
wat is de provoke
plaats
rangschikking
omvang
vorm
omtrek
kleur
effloresentie
hoe is het beloop van een BCC
langzaam ontstaan (mischien wel een jaar). niet pijnlijk, soms spontaan bloedenw
at is het basaalcel neavus syndroom
mutatie in PTCH gen (tumor supressor) –>BCCs van af jonge leeftijd
wat zijn de major criteria voor basaalcel neavus syndroom
multiple BCC of 1 BXC onder de 20 jaar
kaakcyste
3 of meer palmar pits
familiair
wat zijn kenmerken van een BCC
glazig, wasachtige, doorschijnende plaque of nodus
vaak centrale ulceratie, verhven blekere rand, teleangiectasieen, snel bloedend.
wat is de H-zone in het gezicht
(zoek plaatje op)
regio rond ogen, neus, mong en oren en kaaklijn
welke twee groepen BCC kennen we
Niet agressief
- superficieel
- nodualir
agressief
- andere subtyper –> o.a. sprieterig
hoe word het hoog of laag risico ingeschat bij BCC
laag hoog
histiologie –> niet agressief/wel
locatie –> NIet H-zone of wel
grotte –> <2 cm of >2 cm
eerdere behandelingen –> praimair of recidief
wat is het verschil behandeling met laag risico en hoog risico BCC
laag –> excisie met 3 mm marge of bij superficieel –.> topicale therapie of dynamische licht therapie
hoog –> exxcisie met minimaal 5 mm marge of mohs’ micrografische chirurgie
wat is mohs’ micrografische chirurgie
hele buitenste snijvlak controleren met behulp van een vriescoupe
wanneer wel en geen Mohs’
wel –> weefselsparend –> galaat
niet –> melanoom, voldoende ruimte voor excisie, inoperabel
waarvoor worden orale hedghog inhibitors gebruikt
volwassenen met symptomatisch gemetastaseerd basaalcelcarcinoom of lokaal uitgebreid BCC dat ongeschikt is voor lokaal ingrijpen of radiotherapie
wat zijn kenmerken van PCC
huidkleurige tot erythemateuze plaque met veel pijn
vaak schilfering en centrale ulceratie, omliggende actinische keratosen, snel bloedend, niet genezend. 80% in hoofd-hals gebied
wat zijn risicofactoren voor PCC
UV-straling, arseen
roken
mannen > vrouwen
immuungemedieerde mensen
wat is behandeling voor PCC
excisie
- stadium I –> 5 mm marge
- stadium II –> 10 mm marge
mohs-chirurgie/micrografische gecontroleerd chirurgie
radiotherapie