W5HC2: Perifeer vestibulair systeem 1 Flashcards
2 sensorische systemen
- 6 vrijheidsgraden
- halfcirkelvormige kanalen: verandering in rotatiesnelheid
- otolieten: lineaire versnelling en hoofdorientatie
Haarcellen
- in de halfcirkelvormige kanalen en otolieten
- zijn ingebed in ondersteunende cellen en projecteren op de vestibulaire afferente neuronen
- 2 soorten: kinocilium (langst en dikst) en stereocilia
- baseline vuurfrequentie van 90-100 Hz/s
- door het buigen van de haarcellen wordt de vuurfrequentie van de vestibulaire afferenten gemoduleerd
Werking van de haarcellen
- Haarcellen worden afgebogen
- Kaliumkanalen worden geopend
- Het membraan depolariseert door de influx
- Depolarisatie triggert influx van Ca2+ ionen
- Synaptische blaasjes versmelten met het membraan
- Neurotransmitter diffundeert naar afferent
- Actiepotentiaal
Hyperpolarisatie van de haarcellen
Kinocilium beweegt richting de stereocilia -> minder spanning op de veer tussen de topjes van de haarcellen -> door de ontspanning sluiten de K+ kanalen -> geen K+ de cel in -> geen depolarisatie mogelijk -> hyperpolarisatie, vuurfrequentie neemt af
Depolarisatie in de haarcellen
Kinocilium beweegt weg van de stereocilia -> veertjes komen op spanning -> K+ kanalen gaan open -> depolarisatie -> de vuurfrequentie neemt toe
Typen haarcellen
Type I:
- vuren onregelmatig afferent
- hebben een hogere sensitiviteit, en een hogere detectiedrempel
- zijn helemaal ongeven door de afferente zenuw (calyx)
Type II:
- vuren regelmatig afferent
- hebben een lagere detectiedrempel voor alle bewegingsfrequenties, en een lagere sensitiviteit
- klein deel verbonden met de afferente zenuw (bouton)
Ook afferente verbindingen die met allebei verbinden: dimorphic
Eindorganen: semicirculaire kanalen
- 3 kanalen: horizontaal, anterior, posterior (orthogonaal)
- gespiegeld aan weerszijden van het hoofd: bilaterale informatie, verhoogde resolutie van informatie
- aan de basis van het kanaal zit de ampulla, met daarin de haarcellen in de cupula
- de cupula sluit het kanaal af, waardoor er geen vloeistof kan stromen door de ampulla
Activatie van de kanalen
- primaire prikkel: verandering van de rotatiesnelheid
- 2e wet van Newton: F = m * a: de traagheid van de vloeistof zorgt voor druk op de cupula
- oiv acceleratie -> depolarisatie -> verhoogde vuurfrequentie
- op een gegeven moment constante snelheid -> gevoel dat je stilstaat
- als je vertraagd -> inhibitie
- excitatie aan de ene kant zorgt voor inhibitie aan de andere kant
Naar rechts draaien
- links: door de massatraagheid, beweegt de vloeistof van de ampul af -> gaat langzamer vuren, verlaagd actiepotentiaal
- rechts: vloeistof beweegt naar de ampul toe -> gaat harder vuren, verhoogd actiepotentiaal
-> vertelt ons brein: we bewegen naar rechts
Eindorganen: otolieten
- lineaire versnellingen en zwaartekracht
- 2 maculaire oppervlaktes: utriculus (horizontaal en verticaal) en de sacculus (verticaal en een beetje horizontaal)
- door de kromming van de utriculus en sacculus kan je versnellingen in verschillende richtingen meten
- elke haarcel in de otolieten heeft een eigen maximale gevoeligheid voor een bepaalde richting
- een constante snelheid zorgt voor verminderde vuurfrequentie, constant kantelen van het hoofd zorgt voor een constant signaal
Otoconia
- kristallen bovenop een gelatineuze laag
- zorgen ervoor dat de stereocilia afbuigen, die vuren zolang ze gebogen zijn
- omdat het signaal gelijk blijft, kunnen de otolieten geen onderscheid maken tussen naar achter en naar voren kantelen -> door proprioceptie en visuele input kan dit wel
Vestibulo-oculaire reflex
- 3 neuronen reflexboog
- compenseert voor hoofdbewegingen
Naar rechts bewegen: - excitatie: nucleus vestibularis van de ipsilaterale kant rechts -> contalaterale nucleus abducens links -> m. rectus lateralis links en m. rectus medialis rechts
- inhibitie vanaf de andere kant door nucleus vestibularis links -> nucleus abducens rechts -> m. rectus lateralis rechts en m. rectus medialis links
-> als je naar rechts beweegt, blijf je naar links kijken - in langzame fase
- in versnelde fase: nystagmus richting de kant waarnaar je toe beweegt
Draaistoelonderzoek
- vestibulo-oculaire reflex meten
- via eye-tracking worden de bewegingen gemeten
- in het donker is de nystagmus erger (geen compensatie via visuele input) of als er naar de aangedane zijde gekeken wordt (wet van Alexander)