W2HC2: Epileptische neuron Flashcards
TIA
Kortdurende, voorbijgaande aanvallen van neurologische uitvalsverschijnselen die worden veroorzaakt door een tijdelijke, focale stoornis in de bloedvoorziening
Focale epileptische aanval
Ontstaat door hypersynchrone neuronale activiteit in een deel van de hersenschors. Een grote groep cellen gaat synchroon salvos aan actiepotentialen afvuren
Gegeneraliseerde aanval
Alle elektroden doen mee
Prikkelbaarheid
- zenuwcellen zijn prikkelbaar, ze kunnen actiepotentialen genereren
- gemak waarmee dat gaat bepaalt hun prikkelbaarheid
- prikkelbaarheid = maat voor de neiging van zenuwcellen om actiepotentialen te genereren
- bij epilepsie soms abnormaal hoog -> te makkelijk
- wordt bepaald door ion-concentraties en de verhoudingen daartussen, ionkanalen en de synaptische inputs
Na/K ATPase
-> K intracellulair veel hoger dan extracellulair, en Na extracellulair veel hoger dan intracellulair
-> evenwichtspotentiaal voor K is negatief en voor Na positief
-> actiepotentialen
Goldman vergelijking en mebraanpotentiaal (Vm)
= membraanpotentiaal bevindt zich altijd tussen Ek en Ena
- hoe groter de permeabiliteit (P) voor een ion, des te dichter ligt de membraanpotentiaal bij de evenwichtspotentiaal van dat ion
- in rust Pk»_space; Pna -> Vm ligt dichter bij Ek
- tijdens de depolarisatiefase van een actiepotentiaal Pna»_space; Pk, daarom gaat Vm snel richting Ena
Actiepotentiaal
- ontstaat door een kortdurende toename van de geleidbaarheid van de membraan voor Na+ -> Vm in richting van Ena -> toename geleidbaarheid van de membraan voor kaliumionen -> Vm weer richting Ek
- een verhoogde geleidbaarheid voor Na verhoogt dus de prikkelbaarheid, terwijl een verhoging van de geleidbaarheid voor K de neiging tot vuren verlaagt
- toename vd doorlaatbaarheid vd membraan voor Na is het gevolg van het openen van de natriumkanalen
Spanningsafhankelijke ionkanalen
- selectiviteit
- conductantie
- activatie, deactivatie en evt inactivatie oiv membraanpotentiaal
- wet van Ohm: I = V/R - gV (g in conductantie (1/R), eenheid Siemens
Structuur K+ kanaal
- 4 subunits vormen 1 kanaal (tetrameer)
- 3 onderdelen: transmembraansegmenten, P loop en intracellulaire loop
- P loop: selectiviteit
- transmembraansegmenten (S): spanningsafhankelijkheid en open en dicht gaan
- intracellulaire loops voor inactivatie
Refractaire peridoe
Vlak na het actiepotentiaal is een cel verminderd prikkelbaar -> natriumkanalen zijn geinactiveerd -> beperkt maximale vuurfrequentie neuron -> werkt ook als remming bij een epileptische aanval
-> oorzaken:
1. Na kanalen moeten nog herstellen van inactivatie
2. K kanalen staan nog open
Natriumconductantie
= geleidbaarheid
- neemt toe bij toenemende depolarisatie
- natriumstroom neemt aanvankelijk toe bij toenemende depolarisatie (spanningafhankelijkheid, meer kanalen gaan open staan), bij verdere depolarisatie neemt ie af (afname drijvende kracht)