W4HC2: Het binnenoor Flashcards

1
Q

Normalie prestaties auditieve systeem

A
  • vibratiedrempel 0,3 nm in de cochlea
  • frequenties van 50-16000 Hz waarneembaar
  • frequentieverschillen van < 1% waarneembaar
  • minimale waarneembare hoekverschil tussen 2 geluisbronnen is 1 graad
  • precisie in interaurale tijdsverschillen is 10 μs
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Cochlea

A
  • kern: modiolus, bevat het ganglion spirale
  • buis wordt steeds dunner, en is in 2 delen verdeeld door een schot, lamina spiralis ossia, die deels onderbroken is door het basilair membraan
  • alleen in het topje vd ochlea (cupula) zijn de 2 buizen verenigd: helicotrema
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Orgaan van Corti

A
  • receptororgaan vh binnenoor
  • trillingen worden hier omgezet in elektrische signalen
  • ligt op het basilair membraan en ligt als een epitheellaag over de hele lengte
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Benige labyrint

A

= gedeelte vh rotsbeen dat zich om het vliezige labyrint bevindt
- canales semicirculares
- cochlea
- vestibulum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Vliezige labyrint

A

= gevuld met endolymfe (hoge concentratie kalium, laag natrium), geproduceerd door stria vascularis in de ductus cohclearis en geabsorbeerd in de saccus endolymfaticus
- ductus semicircularis
- sacculus
- utriculus
- ductus cochlearis
- saccus endolymfaticus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Scala’s

A
  • scala tympani: onderste buis, staat in contact met het ronde venster
  • scala vestibuli: bovenste buis, staat in contact met het evenwichtsorgaan
    -> worden gescheiden door lamina spiralis ossia
  • scala media: tussenin, door membraan van Reissner gescheiden van tympani
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Perilymfe

A

Tussen het benige en vliezige labyrint

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Orgaan van Corti werking

A
  • buitenste hebben haartjes (stereocilia) op hun apicale zijde die in het membrana tectoria zitten
  • als het basaalmembraan gaa trillen, buigen de haarcellen af en geven een signaal door via de membrana tectoria
  • als de haartjes worden afgebogen in de richting vd strai vascularis (lateraal), trekken de tip links een kanaaltje open -> kalium naar binnen (UITZONDERING, door hoge concentratie endolymfe)
  • de cel depolariseert -> calciumkanalen open aan de basale zijde
  • cakcium stroomt naar binnen, vesicles fuseren met het membraan en storten glutamaat uit
  • actiepotentiaal ontstaat in de afferente zenuw
  • kanaaltjes sluiten weer als de toon weg is
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Lopende golf theorie van Von Bekesy

A
  • er is een lopende golf die op een specifieke plaats in de cochlea een maximum aplitude bereikt en daarna snel uitdooft
  • deze trillingen worden door het orgaan van Corti gedetecteerd
  • er is voor elke frequentie een optimum door het basilair membraan, en het punt van maximale amplitude hangt hier vanaf
  • bij hoge frequenties worden de basale windingen geprikkeld, lage frequenties dringen verder door
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Tonotopie

A

Het plaatsprincipe voor frequentieonderscheid: de ligging van het maximum hangt af van de frequentie, omdat de stijfheid van het basilair membraan over de cochlea verloopt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Buitenste haarcellen

A
  • 3 rijen
  • bewegingsdetectie membrana basilaris -> veranderen gevoeligheid
  • vertonen elektromechaniteit: lengte wordt verandert oiv membraanpotentiaal
  • vooral efferent geinnerveerd -> gevoeligheid kan gereguleerd worden
  • prestine zorgt voor een spanningsafhankelijke beweging in de lengteas: korter bij depolarisatie
  • verantwoordelijk voor otoakoestische emissies (oor maakt zelf geluid)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Binnenste haarcellen

A
  • na bewegingsdetectie van membrana basilaris zorgen ze voor activatie n. cochlearis
  • afferent geinnerveerd door vezels vh ganglion spinale
  • een dendriet van een ganglion cel maakt contact met 1 binnenste haarcel, maar elke binnenste haarcel wordt door gem. 10 ganglioncellen geinnerveerd
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Haarcelbeschadiging

A
  • mechanische oorzaak: stereocilia afgebroken van het haarcellichaam, door bijv langdurige overstimulatie
  • ototoxische stoffen: vaak de buitenste haarcellen aangedaan
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Presbyacusis

A
  • ouderdomsslechthorendheid
  • verlies van gevoeligheid vooral voor hoge tonen
  • door verlies haarcellen (mn buitenste) door cumulatieve lawaaibeschadiging
  • regeneratie niet mogelijk
  • kan ook door: problemen met middenoor, stria vascularis, haarcelinnervatie, centraal probleem
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Toonhoogte coderen

A
  • volgens het plaatsprincipe (tonotopie): hoe verder de trilling in de cochlea loopt, hoe lager de frequentie
  • frequentie-principe (phase locking/volley principe): hoe sneller de actiepotentialen, hoe hoger de frequentie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Tuning curve

A
  • het meten van auditieve neuronen hoe hard een toon bij verschillende frequenties moet zijn om een verhoging van de vuurfrequentie te krijgen
  • de frequentie waarbij de cel het gevoeligst is: karakteristieke frequentie
17
Q

Toonintensiteit coderen

A
  • het aantal haarcellen dat geactiveerd wordt
  • de mate van depolarisatie van de haarcel