W3VO Flashcards
1
Q
Ooogbol lagen
A
- sclera: bindweefsellaag, aan voorkant cornea
- uvea: vaatvlies bestaande uit de choroidea, corpus ciliare en de iris
- retina
2
Q
Functie endotheelcellen
A
Verzorgen van het stroma, helder houden van de cornea door aan- en afvoer van kamervocht in de cornea
3
Q
Traanfilm
A
Creeren een glad oppervlak, aanvoer van O2, afvoer van vuil en antibacteriele werking
4
Q
Buphthalmus
A
Cornea is in diameter toegenomen, door congenitale afwijkingen van het voorsegment: de kamerhoek is gesloten, waardoor de afvoer gestoord is -> primair congenitaal glaucoom
5
Q
Iritis
A
Rood gekleurde iris, toenemende vaatstructuur ter plaatse vh limbus, vaak onderliggend auto-immuun leiden
6
Q
Acuut glaucoom
A
- troebele cornea
- asymmetrish pupil
- wazig zien/blindheid
- draineren door pupilvernauwing
7
Q
Cataract
A
troebele lens, kan wat gelig zijn
wazig zien, vooral bij zonlicht
8
Q
Retinablastoom
A
Tumor uitgaande vd retina met rozetten vorm, bij jonge kinderen, soms witte reflex oog
