W2 HC.8 Osteomyelitis en septische artritis Flashcards
Osteomyelitis:
Ontstekingsreactie van het gehele bot (beenmerg, periost en endost) door een infectie met een micro-organisme
Classificatie:
- Niet-hematogeen: directe route per continuïatem
- Hematogeen: indirecte route
Osteomyelitis, etiologie en pathogenese:
Niet-hematogeen: micro-organisme wordt in het bot gebracht door een verwonding, punctie, operatie of infectieverspreiding per continuïtatem venuit bv decubitus of weke delen abces.
Hematogeen: vanuit een focus ergens in het lichaam worden micro-organismen langs hematogene of lymfogene weg naar het bot gevoerd.
Hematogene osteomyelitis
- Binnendringende bacteriën nestelen zich in de Haverse kanalen nadat ze ontsnapt zijn aan het immuunsysteem
- Hierdoor kunnen ze zich hechten aan beschadigd bot (‘locus minoris resistentiae’)
-> Ze dringen binnen in osteoblasten en blijven daar
-> Vormen een coating om zichzelf te beschermen (glycocalyx) - Er vindt chemotaxis van polymorfonucleaire leukocyten plaats
-> Daardoor ontstaat interstitieel oedeem -> Bloedvaten worden dichtgedrukt -> Zone van necrotisch bot ontstaat - Lichaam probeert dit proces gelokaliseerd te houden door afkapseling (abcedering)
-> In de omgeving van dit proces is stimulatie van primitieve mesenchymale cellen -> Vorming van reactief bot om proces verder te isoleren (periost) - Ontsteking kan zich desondanks uitbreiden en subperiostaal doorbreken -> vorming subperiostaal abces
- Periost reageert met vorming van nieuw bot rondom (involucrum)
- Sekwestervorming (dood bot) door onvoldoende vascularisatie
- Involucrum kan ook weer doorbreken -> weke delen abces -> fistel
Risicofactoren hematogene osteomyeltitis
- Endocarditis
- Intravasculaire hulpmiddelen
- Orthopedische implantaten
- Iv drugsgebruik
- Hemodialyse
- Sikkelcelziekte
- Recente operatie
Anterior approach to the radius
Internervus plane
- Brachioradialis (radial nerve)
- Flexor carpi radialis (median nerve)
Histologisch beeld
Acute osteomyelitis:
- Micro-organismen
- Infiltraten van neutrofielen
- Trombosering en stuwing van bloedvaatjes
Chronische osteomyelitis:
- Necrotisch bot (afwezigheid van osteocyten)
- Granulatie- en fibreus weefsel vervangt bot
Diagnostiek osteomyelitis
- Koorts
- Verhoogde BSE, CRP, leukocytose met linksverschuiving
- Lokale pijn
- De eerste twee weken nog geen afwijkingen op de conventionele röntgenfoto
- Technetiumdifosfonaat skeletscintigrafie ‘hot-spot’
- Later lokale infectieverschijnselen: roodheid, zwelling, warmte
- Radiologische afwijkingen: holtevorming, periostale botvorming, bij langer bestaande gevallen sekwesters en sclerose
- Fistulografie
- Bacteriologische kweken van fistel tonen vaak mengflora
- In mengflora slechts in 50% vd gevallen verwekker aantoonbaar
Verwekkers hematogene osteomyelitis volwassenen
- Staphylococcus aureus >50%
- Enterobacter
- Streptococcus
- Zeldzame andere opties
- Bij drugsgebruikers: pseudomonas aeruginosa, serratia marcescens en cadida albicans
- Bij immuungecompromiteerde pat: aspergillus spp.
Verwekkers non-hematogene osteomyelitis volwassenen
- Staphylococcus aureus >50% inclusief MRSA
- Coagulase negatieve staphylococcen
- Zeldzaam: corynebacterium, schimmels, mycobacterium tuberculosis
Verwekkers osteomyelitis volwassenen
- Bij ernstige letsels aan botten en weke delen clostridium welchii en cl. tetani
Verwekkers ossteomyelitis neonaten <4m
- Stap. aureus
- Groep A en B streptokokken
- Escheria coli
Verwekkers osteomyelitis kinderen 4m-4jr
- Stap. aureus
- Strep. pneumoniae (maar groep a streptococcus bij >4jr)
- Voor de vaccinatie hemophilus influenzae
- Kingella kingae
- Enterobacter
Behandeling osteomyelitis
- Na afname bloedkweken en eventueel punctie aangedane gebied
- Breedspectrumantibioticum in hoge doseringen
- Aanpassen antibioticum obv gevoeligheidsspectrum
- Langdurig AB, radiologische en LAB controles
- Bij abcedering of sekwesters chirurgisch
Septische arthritis per continuitatem osteomyelitis
- Infectie kan zich uitbreiden en subperiostaal en intraarticulair doorbreken
Septische artritis
- Medisch noodgeval
- Incidentie het hoogst in eerste 5jr van leven
- 50% bij kinderen jonger dan 2 jaar
- Grote gewrichten heup (35%) en knie (35%) zijn meest aangedaan