W1 HC.6 Krachtenspel in het spier- skelet systeem: biomechanica, houding en beweging Flashcards
Termen:
- Biomechanica: studie van structuur en functie van biologische systemen met methoden uit de kinematica, dynamica, statica en materiaalkunde
- Kinematica: beschrijving vd beweging zonder op oorzaak te letten: bv. kromlijnige beweging, rotatie in een gewricht
- Dynamica: beschrijft verband tussen kracht en beweging
- Statica: beperking tot systemen in rust (kracht evenwicht) zitten, stilstaan
- Materiaalkunde: relatie tussen kracht en vervorming (gebrek/scheur)
Functies botten
Hoofdfuncties:
- Bescherming
- Ondersteuning
- Beweging
- Aanhechting spieren, banden
- Aanmaak bloedcellen
Nevenfuncties:
- Schokabsorptie
- Geluidsoverdracht
- Geluidsisolatie
- Calciumopslag
Botvormen
Twee basis vormen:
- Corticaal bot (compact)
- Spongieus bot (sponsachtig)
Samenstelling:
- Collageen (flexibiliteit), kalkzouten en water
Corticaal vs spongieus
Corticaal:
- Compact
- Poreusheid 5-30%
- Minder rek, breekt bij >2% rek
- Kan grotere spanning verdragen
- Breekt eerder
- Anisotroop (mechanische eigenschappen richtingsafhankelijk)
Spongieus:
- Open sponsachtig
- Poreusheid 30-90%
- Meer rek, breekt bij >7% rek
- Kan geen grote spanning verdragen
- Vervormbaar
- Anisotroop
Stijfheid, vloeigrens en breekpunten van botten
- Spanning (stress):
F/A (N/m^2) - Rek (strain)
Delta l/l (mm/mm)
Stijfheid in het elastische gebied (E)
= Spanning/Rek
Taaiheid van botten
De oppervlakte onder de curve = de geabsorbeerde energie/ oftewel de taaiheid.
-> De curve is stijfheidscurve (rek op x- en spanning op y-as)
Die is bij ductiele materialen groter dan bij brosse materialen
Brosse en ductiele materialen
Bros: botten, keramiek, beton
Ductiel: aluminium, koper
Vezels die bijdragen aan stabiliteit in gewrichten
- Gewrichtskapsel
- Ligament
- Pezen (spieren)
- Vorm botdelen
Gewrichtskapsel functies:
- Botten bij elkaar houden
- Mechanoreceptoren, propriocepsis (meestal aan eind van een beweging)
- Beschermt gewricht tegen abnormale bewegingen
Ligamenten functies:
- Verbinding tussen botten
- Beperken gewrichts-excursie
- Geleiden beweging
Pezen functies:
- Verbinding spier-bot
- Doorgeven krachten
- Propriocepsis (waarneming):
-> Spieren: positie en snelheid
-> Pezen: kracht
Collageen bindweefsels, drie typen vezels:
- Collagene: sterkte + stijfheid (ligament, pezen)
- Elastische: rekbaarheid onder belasting (wanden bloedvaten)
- Reticulaire: volume/vorm (lever, milt, beenmerg)
Deze vezels werken vnml op trekbelast (gewrichtsbeweging/spiercontractie)
Gedrag van weefsel onder belasting wordt bepaald door:
- Oriëntatie van vezels
- Eigenschappen collagene en elastische vezels
- Verhouding collagene en elastische vezels
Oriëntatie vezels
- Pees: hoge trek belast in 1 richting
- Ligament: trek belast in (beide) richtingen. Wanneer hoger belast, volgen diagonale vezels ze in 1 richting
- Huid: trek belast in beide richtingen
Vorm van gewrichten:
- Vlak gewricht
- Rol gewricht
- Scharniergewricht
- Rolgewricht
- Condylair gewricht
- Zadelgewricht
- Kogelgewricht
Kenmerken platgewricht
-> In voet, wervelkolom, sacro-iliacale gewricht
+ Geschikt voor compressie
+ Geschikt voor grote buigende momenten
- Ongeschikt voor dwarskrachten/afschuiven
- Weinig draaibaar