W1 HC.3 Chirurgische anatomie van het bewegingsapparaat Flashcards

1
Q

Hoe kun je veilig opereren?

A
  • Voorkomen schade aan zenuwen en bloedvaten
  • Internervous plane
  • Voorkomen weefselschade (druk/hitte/tractie)
  • Minimaal invasief
  • Kennis anatomie (en anatomische variaties)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Bindweefsel: functies van cellen

A
  • Fibroblast: extracellulaire vezels en grond substantie
  • Plasma cellen: antilichamen
  • Lymfocyten (verschillende types): verschillende immuun-/verdedigingsfuncties
  • Eosinofiele leukocyten: moduleren van allergische/vasoactieve reacties en verdediging tegen parasieten
  • Neutrofiele leukocyten: fagocytose van bacteriën
  • Macrofagen: fagocytose van ECM componenten en afval, antigeenverwerking en presentatie aan immuuncellen; uitscheiding van groeifactoren cytokinen en andere middelen
  • Mestcellen en basofiele leukocyten: farmacologisch actieve moleculen (bijv. histamine)
  • Adipocyten: opslag van neutrale vetten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Operatieve behandelingen:

A
  • Gewrichten
  • Botten
  • Pezen
  • Ligamenten
  • Fasciae
  • Bursae
  • Spieren
  • Zenuwen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Gewrichtsbehandelingen (arthros = gewricht)

A
  • Arthroscopie (en endoscopie bc. subacromiaal, Haglund syndroom, tenoscopie)
  • Athroplastiek: kunstgewricht
    -> Resectiearthroplastiek = stukje weghalen (bv bij heupgewricht Girdlestone)
  • Arthrodese: verstijven
  • Arthrolyse: losmaken
  • Arthrocentese: gewrichtspunctie
  • Synovectomie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Ossale behandelingen (osteo = been, bot)

A
  • Osteotomie: door ‘snijden’, doorzagen of bijtelen
  • Osteosynthese: ‘verbinden’, 2 botdelen aan elkaar fixeren
  • Verlengen, distractieosteogenese
  • Inkorten
  • Resectie, partieel of geheel (bv bij bottumor
  • Excochleatie (bv bij benigne of laaggradige tumoren)
  • Bottransplantatie: homoloog/autoloog
  • Nettoyage (bv bij osteomyelitis)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Peesbehandelingen (tendo L (ook tenon) = pees)

A
  • Hechtingen
  • Verlenging
  • Nettoyage
  • Vastzetten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Ligament behandelingen (ligamentum L= bindweefselband)

A
  • Hechting
  • Reïnsertie
  • Reconstructie (bv voorste kruisband)
  • Shrinking (bv capsular shrinking bij schouderinstabiliteit)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Fascie behandelingen (fascia L = peesblad)

A
  • Fasciotomie (bij bv compartimentsyndroom)
  • Fasciectomie (bij bv fibromatosis palmaris (morbus Dupuytren) of plantaris (Ledderhose syndroom)
  • Fascieplastiek (bv Z-plastiek bij fascia lata)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Bursae

A
  • Bursectomie
  • Drainage bursa
  • Injectie bursa
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Spierbehandeling

A
  • Resectie (bij bv weke delentumoren of myositis ossificans)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Zenuwbehandelingen

A
  • Decompressie
  • Transpositie
  • Hechting (meestal door plastisch chirurg of neurochirurg)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly