voc. 560-606 Flashcards
audere
-eo
ausus sum
durven
praestare
-o
praestiti, praestatum
geven, tonen
videri +
+DAT
-eor
visus sum
schijnen
vitare
-o
vermijden
claudere
-o
clausi, clausum
sluiten
tradere
-o
tradidi, traditum
overhandigen, toevertrouwen, overleveren
retinere
-eo
retinui, retentum
tegenhouden, behouden
memorare
-o
vermelden
transire
-eo
transii, transitum
oversteken
ferre, fero
tuli, latum
dragen, brengen, meenemen
adesse+
+DAT
-sum
adfui, -
aanwezig zijn, helpen
relinquere
-o
reliqui, relictum
achterlaten, verlaten
considere
-o
consdi, consessum
gaan zitten
venire
-io
veni, ventum
komen
tenere
-eo
tenui, tentum
houden, vasthouden
putare
-o
menen
deesse
-sum
defui, -
ontbreken, in de steek laten
omittere
-o
omisi, omissum
opgeven
diferre
-o
distuli, dilatum
verspreiden, uitstellen, verschillen
continere
-eo
continui, contentum
vasthouden, omvatten
cernere
-o
crevi, cretum
in het oog krijgen, zien
habere
-eo
hebben, houden, beschouwen als
vertere
-o
verti, versum
omkeren, veranderen in
remittere
-o
remisi, remissum
terugzenden, laten gaan
egredi
-ior
egressus sum
buitengaan
tegere
-o
texi, tectum
bedekken, beschermen
decernere
-o
decrevi, decretum
beslissen
offerre
-fero
obtuli, oblatum
aanbieden
tueri
-eor
bekijken, beeschermen
valere
-eo
gezond zijn, krachtig zijn, in staat zijn
probare
-o
goedkeuren, bewijzen
cadere
-o
cecidi, casum
vallen
sustinere
-eo
sustinui, sustentum
omhooghouden, tegenhouden, uithouden
dividere
-o
divisi, divisum
verdelen
miscere
-eo
miscui, mixtum
vermenge
scribere
-o
scripsi, scriptum
schrijven
contingere
-o
contigi, contactum
raken
constare
-o
constiti, -
vaststaan, bestaan uit
progredi
-ior
progressus sum
verdergaan
exigere
-o
exegi, eexactum
uitdrijven, eisen, voltooien
credere +
+DAT
-o
credidi, creditum
geloven, vertrouwen, toevertrouwen
inquit
inquit, -
zegt hij /zij
providere
-eo
providi, provisum
voorzien, zorgen voor
resistere
-o
restiti, -
stilstaan, zich verzetten tegen
interficere
-io
interfeeci, interfectum
doden
turbare
-o
in verwarring brengen
